Hans Schot heeft een passie voor het keepersvak en is daar bijna dagelijks mee bezig. (Foto: Roel van Dorsten)
Hans Schot heeft een passie voor het keepersvak en is daar bijna dagelijks mee bezig. (Foto: Roel van Dorsten) Foto: Roel van Dorsten

Hoe gaat het met Hans Schot?

Algemeen

ZOETERMEER - Hans Schot (61) keepte twee periodes bij Vitesse Delft, maar vond zijn geluk in Rijnsburg.

- Hoe gaat het met je?
"Uitstekend! Mijn gezondheid is goed. Ik ben sinds drie jaar met prépensioen en ik geniet iedere dag. Ik heb 41 jaar bij diverse verzekeringsmaatschappijen gewerkt en bij de laatste kon ik met een goede regeling vertrekken. Ik verveel mij dan ook geen moment. Met mijn vrouw Martine, waarmee ik kort geleden 40 jaar getrouwd was, zoon en dochter gaat het ook goed. En sinds eind april ben ik de trotse opa van een kleinzoon, dus ja, het gaat goed!"

- In de jeugd direct met keepen begonnen?
"Nee, de eerste jaren heb ik gevoetbald. Ik was 10 jaar toen ik bij CSVD (nu Vitesse Delft, red.) op de Oudelaan ging voetballen. Bij toeval ben ik op doel gekomen. Ik was een jaar of 15, toen wij bij een toernooi strafschoppen moesten nemen. John de Rooy, de keeper, was geblesseerd geraakt en ik nam zijn plaats in. Stopte ik 3 strafschoppen. Dus hebben zij mij maar laten staan. Ik ben dus laat gaan keepen. Pas in het laatste jaar in de jeugd kreeg ik keeperstraining, dat was nieuw in die tijd. Ik was 18, 19 jaar toen ik de overstap naar de senioren maakte. De senioren van CSVD speelde hun wedstrijden aan de Brasserskade. Ik moest de strijd aangaan met Paul Oortwijn, een goede en ervaren doelman. Het eerste jaar won Paul die strijd, het tweede jaar zette Gerard Weber, de trainer, mij in het doel."

- Toch vertrok je na dat jaar?
"Ja, ik werd benaderd door Xerxes. Daar heb ik vijf jaar gespeeld, onder anderen met mannen als Nico Jalink, Bart Latuheru en Piet den Boer. Mooie tijd was dat. Ik word nog ieder jaar uitgenodigd voor de Xerxes-reünie. In 1985 ben ik naar RVC gegaan. Daar speelde ik met Dick Jol, Harry van der Laan, Mark Wotte en Cees Tempelaar. André Wetzel was er trainer. Hele aparte vereniging, dat RVC. Toch heb ik daar drie jaar gespeeld. Toen belde Vitesse Delft of ik terug wilde komen. Vitesse Delft was inmiddels naar sportpark Tanthof-Zuid verhuisd. Daar heb ik nog vier mooie jaren gehad, onder anderen met Ronald Vermeulen, René Slegtenhorst en Martin de Graaf. Toen ik 34 jaar was besloot ik om het wat rustiger aan te gaan doen. Ik woonde in Zoetermeer en had mijn woord aan Guus Haak gegeven, die toen bij DSO zat. Toen belde Rijnsburgse Boys. Ik was vereerd en gelukkig vond Guus dat ik die kans moest pakken, daardoor heb ik nog 2 jaar in Rijnsburg gespeeld."

- Wat voor keeper was je?
"Ik zat een beetje tussen een lijnkeeper en uitkomende doelman in. Ik had goede reflexen en een goede trap. Zoals gezegd, ik ben laat gaan keepen. Pas rond mijn 26ste zag ik het nut van coaching in, ik ben toen steeds meer gaan praten. Je hebt het hele spel voor je, door te coachen kan je als team meer van de goal af spelen."

- Wat doe je nu nog?
"Ik fitness iedere dag en loop twee keer in de week hard. Daarnaast ben ik sinds 1995 keeperstrainer bij Rijnsburgse Boys, met een korte onderbreking bij TOGB. Bij Rijnsburgse Boys maak ik deel uit van de technische staf en geef ik advies over welke keeper in de basis moet staan. Uiteindelijk is het aan de hoofdtrainer als eindverantwoordelijke om daar iets mee te doen. Daarnaast heb ik een methode ontwikkeld om keepers te beoordelen. Ik leg alles vast, van minuut tot minuut. Ik ben vier dagen in de week met Rijnsburgse Boys en het keepen bezig, maar dit is zo gaaf om te doen! Ik voel mij daar heel senang bij." (RvD)