Henriëtte voelt zich van het kastje naar de muur gestuurd door zorginstelling Pieter van Foreest en de gemeente (Foto: CT)
Henriëtte voelt zich van het kastje naar de muur gestuurd door zorginstelling Pieter van Foreest en de gemeente (Foto: CT)

'Resultaatgericht werken? Eerder resultaatgericht bezuinigen!'

Algemeen

DELFT - Veel hulpbehoevenden zijn niet tevreden over de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De toegang tot zorg via de gemeente verloopt voor veel mensen moeizaam en de ondersteuning lijkt lang niet altijd passend.

Door Cheyenne Toetenel

Al jaren woedt er een strijd tussen gemeenten die proberen te bezuinigen op huishoudelijke hulp en hulpbehoevenden die de kortingen niet pikken. Inmiddels heeft de gemeente een nieuwe manier gevonden om de huishoudelijke hulp te organiseren. Ze rekenen niet meer in uren hulp waarop iemand recht heeft, maar noemen het resultaat dat moet worden bereikt 'een schoon en leefbaar huis'. In de praktijk betekent het volgens cliënten 'minder hulp'. Henriëtte krijgt al vijftien jaar huishoudelijke hulp via zorgaanbieder Pieter van Foreest en doet een boekje open over haar ontevredenheid.

Herindicaties
"Zelf kan ik weinig bijdragen aan het huishouden, onder meer door mijn chronische rugklachten", vertelt Henriëtte. Zij is daarom al jaren afhankelijk van een huishoudelijke hulp. Al die tijd heeft zij recht gehad op drie uur hulp per week, maar door herindicaties die de afgelopen periode hebben plaatsgevonden is dat niet langer het geval. "Ik ben al meerdere malen gekort op mijn huishoudelijke hulp. De eerste keer wilde de gemeente de drie uur die ik had zelfs halveren. Natuurlijk heb ik toen bezwaar aangetekend. Daardoor hoefde ik uiteindelijk maar een kwartier in te leveren. Daar hield het echter niet mee op. In oktober ben ik wederom geïndiceerd en nu moet ik tot mijn verbazing wéér tijd inleveren. En dat terwijl er absoluut geen verbetering heeft plaatsgevonden in wat ik zelf nog kan."

Resultaatgericht
In het huidige beleid wordt niet meer zozeer gekeken naar hoeveel uren iemand hulp moet krijgen, maar naar hoe resultaatgericht gewerkt kan worden. Het doel daarbij is 'een schoon en leefbaar huis'; een subjectief begrip volgens Henriëtte. "Wat voor de een schoon is, is het voor de ander niet. Dat is ook naar voren gekomen in een landelijke uitspraak van de Centrale Raad van Beroep, waarbij is aangegeven dat dit begrip niet mag worden gebruikt in de doelstelling. En toch gebeurt het. Tijdens de inventarisatie van werkzaamheden voor de nieuwe herindicatie wordt gekeken hoe vaak een 'taak' gedaan moet worden. Aan de hand hiervan wordt een zorgplan gemaakt door de zorginstelling die de huishoudelijke hulp levert. Je ligt in een deuk, want een opsomming van werkzaamheden is geen zorgplan. In dit 'plan' wordt geen rekening gehouden met wat de cliënt gedaan wil hebben. Je wordt ingedeeld in een bepaalde trede en ontvangt het aantal uren dat daarvoor staat. Toch heel bijzonder, want ieder mens heeft een andere zorgbehoefte die geïnventariseerd zou moeten worden door team Wmo. Maar dit voelt eerder als een verkapte bezuiniging. De gemeente moet serieus kijken naar wat mensen nodig hebben en maatwerk bieden. Geef zorg die aansluit op de vraag van mensen. Maar als je dat wilt doen, moet je wel weten wat mensen willen."

Onduidelijkheid
"Wat ik persoonlijk heel vervelend vind is dat ik van het kastje naar de muur wordt gestuurd door zowel de gemeente als Pieter van Foreest. De communicatie verloopt slecht en niemand heeft duidelijke antwoorden. Delft Support, de uitvoeringsorganisatie van de gemeente, geeft aan dat ik contact moet opnemen met Pieter van Foreest en deze zorginstelling verwijst mij vervolgens weer terug naar Delft Support en zegt verder niets voor mij te kunnen betekenen. De afspraken lijken vast te liggen en binnen het nieuwe beleid heeft bezwaar maken in mijn ogen geen nut."

Verantwoordelijkheid
Zorginstelling Pieter van Foreest laat weten geen zeggenschap te hebben in de indicatiestelling: "Die verantwoordelijkheid ligt bij de gemeente. Wellicht is dat de afgelopen tijd niet duidelijk gecommuniceerd naar de cliënten toe, maar ik nodig ze van harte uit om contact met ons op te nemen voor de juiste informatie."

Overgangsjaar
De gemeente Delft geeft aan dat in 2019 sprake is van een overgangsjaar: "Het kan zijn dat nog niet alles optimaal werkt, omdat het een omslag vergt in de werkwijze van zorgleveranciers en de gemeente. We nemen signalen hierover serieus en zijn continu bezig met het verbeteren van deze zorg. In Delft is voor resultaatgerichte zorg gekozen voordat de landelijke uitspraak door de Centrale Raad van Beroep is gedaan. Omdat de minister na deze uitspraak heeft aangegeven de wet op korte termijn te wijzigen is landelijk het advies aan gemeenten gegeven nu niets te veranderen. Het normenkader wordt nog een keer getoetst als de definitieve wet door de Kamer is."