De Moto Guzzi V7 Special in vol ornaat
De Moto Guzzi V7 Special in vol ornaat Foto: Ron Kampers

Klassieker op Zondag: Buitenstaander

Algemeen

DELFT - Zoals sommigen op hun hond gaan lijken, zo zijn er ook mensen die een treffende gelijkenis met hun motor vertonen. Neem Ben Veerman, met zijn Moto Guzzi.

Je hebt er die over de wereld hebben gezworven. Die veel buiten hebben gestaan, de elementen hebben getrotseerd, gecorrodeerd zijn, die kilometers hebben gevreten en door de modder hebben gestampt. Dat geldt voor Ben, maar ook voor zijn motorfiets, een robuuste Italiaan uit 1970. Ben heeft hem voor de deur staan, en dat vindt hij niet zielig.
"Meestal staat ie gewoon lekker te staan. Het frame is gepoedercoat, er zit nauwelijks chroom op en ik laat de uitlaten er gewoon op roesten. Dat is niet erg. Binnen heb ik nog nieuw spul liggen voor als ie ooit per se geshowd moet worden."

Niet voorzichtig
De Guzzi is niet helemaal origineel. Ook daar zit Ben totaal niet mee.
"Er zit een aangepast blok in. Het hart, het stampwerk is van een Hydro Convert. Alle kettingen in het loopwerk zijn vervangen door tandwielen. Er hangt een versnellingsbak aan met vier versnellingen, in plaats van twee. Je kunt hem langzamer dan stapvoets laten lopen. Voor een zijspan is hij best snel."

Mopperen
"Mijn dochter gelooft het niet, maar toentertijd was ik de Porsches van de politie te snel af. Italianen zijn goed in heel veel dingen, maar van elektriciteit hebben ze geen kaas gegeten. Of je nou een Ferrari of een Fiat neemt, het is altijd hetzelfde geëmmer. Daarom zit er een generator van een ouwe Lada in en een bobine van een lelijke eend, dat werkt uitstekelbaars. Op de club staan ze dan te mopperen dat het niet authentiek is, maar dat interesseert me niks, ik wil gewoon lekker rijden. Ik rij geen motorfiets om er voorzichtig mee te zijn."

Waarom een zijspan?
"Elke vent die voor zijn veertigste in een auto stapt, is een watje. Daar was ik vroeger heel simpel in. En in die tijd was het ook: alles onder de 120 is voor watjes. Toen ik jong was, waren er nog geen snelheidsbeperkingen. Daarna hoefde ik niet meer zo hard.
Ik heb mijn dochter wel eens verteld hoe ik Chablis-wijnen uit Frankrijk hier naartoe wilde halen. Die Chablis kostte bijna niks, zeker als je hem bij de boer van het vat af haalde. Hier betaalden ze er grif een gulden of tien voor per liter. Dus als je 50 liter hier naartoe kon halen, was dat best een aardige winst. Maar 50 liter op een gewone motor, dat werkte niet. Je moest toen nog twee grenzen over, met slagbomen en een douanier in een hokje. Met een zijspan ging het beter en zo ontdekte ik dat zijspan rijden leuker is dan motorrijden. Je moet er meer voor doen, het is echt werken en toch is het relaxter."

Onderhoud
"Ik heb er vele reizen mee gemaakt. Mijn vakantie was altijd: eerst naar de TT van Assen en dan de maandag erop weg, rechtstreeks naar een motorcamping in Zuid-Frankrijk. Even bijkomen en dan diep Spanje of Italië in. Op de terugweg weer naar die motorcamping. Dan was meestal een onderhoudsbeurt nodig. En dan ging het gesprek altijd als volgt: 'Heb je pech?' Nee, ik ben mijn motor aan het onderhouden. Dan zeiden ze: 'Wij doen dat voordat we op vakantie gaan.' Mijn antwoord hierop: Eerlijk gezegd doe ik dat ook altijd, maar ik ben alweer tienduizend kilometer verder! Zoveel reed ik ermee.
Nee, deze gaat nooit meer de deur uit. Ik ben er aan verknocht. De waarde is voor mij totaal irrelevant. Iets is pas wat waard als je het verkoopt. En dat gaat niet gebeuren."

Voor deze rubriek zijn we op zoek naar vrouwen (!) of mannen met een klassieker, die hier honderduit over willen vertellen. Mail me, dan kom ik bij je langs: ronkampers@gmail.com

Ben bij zijn pracht en glorie
De achterkant van de Moto Guzzi V7