Joost tijdens de nachtburgemeesterverkiezing in 2012. Rechts op de foto Jasper en Marjoke Wildenberg van Juwelier Hans Warnaar die een gouden burgemeestersspeld ontworpen hadden
Joost tijdens de nachtburgemeesterverkiezing in 2012. Rechts op de foto Jasper en Marjoke Wildenberg van Juwelier Hans Warnaar die een gouden burgemeestersspeld ontworpen hadden Foto: KOOS BOMMELE

Delft verliest in Joost Verhoeff een unieke Delvenaar

Algemeen

DELFT – Dinsdag 7 augustus nam Delft op indrukwekkende wijze afscheid van een bijzondere zoon. Bij Lijm en Cultuur werd Joost Verhoeff herdacht en aansluitend in besloten kring bijgezet in het familiegraf in Den Haag, de stad waar hij 58 jaar geleden het levenslicht zag.

Joost was actief binnen horeca Delft en vanwege zijn optimistische aard en positieve karakter bij een ieder graag gezien.
"Joost was een trendsetter", vindt Delfts nachtburgemeester Leo Quack. "Met niet aflatende ijver en doorzettingsvermogen heeft hij ervoor gezorgd dat de Beestenmarkt een succesvol uitgaansgebied is geworden. Persoonlijk ga ik zijn gezelligheid missen. Het was altijd feest als hij 's nachts in de Oude Jan nog even een biertje kwam halen. Ook zijn optimisme, vooral het laatste jaar toen hij wist dat hij niet meer te genezen was, heeft mij versteld doen staan."

Jeroen Verwaal leerde zijn boezemvriend Joost kennen toen hij de barbecue bij gelegenheid van Joosts' huwelijk mocht verzorgen. "Via via kwam ik met Joost in contact en toen hij Kobus Kuch van de grond had getrokken heb ik een tijd bij hem gewerkt. Uiteindelijk heb ik Kobus van hem overgenomen. Joost was mijn voorbeeld, ik heb veel van hem geleerd. Hij was mijn steun en toeverlaat in moeilijke tijden, zowel zakelijk als privé. Je hebt soms iemand nodig die net buiten de problemen staat, maar die wel helder denkt. Dan heb je aan een paar woorden genoeg. Die woorden sprak Joost. Twee keer per week gingen we zwemmen. Lekkere tosti na afloop. Dat heeft hij heel lang volgehouden. Geen zware gesprekken, lekker zwemmen en een tosti, meer hoefde hij niet."

Voor Willem Overgaag was Joost Verhoeff een spraakmakende man. "In mijn afscheidsspeech staat: 'Wat een voorrecht dat ik jou gekend heb'." Vanaf 1989 trok Willem Overgaag met Verhoeff op met de opdracht van de Beestenmarkt een bruisend horecaplein te maken. "In 1993 hebben we er samen met de bewoners en andere ondernemers voor gezorgd dat het plein autoluw werd. We gunden elkaar alles. Waar ondernemers vaak de neiging hebben om de concurrentie niet wijs te maken, daar deelden wij alles met elkaar. Daar hoorde trouwens ook Gé Kleijweg bij. Door kennis en ideeën met elkaar te delen werd het alleen maar leuker in Delft. Ik was wel eens jaloers op hem, dat zingen op de fiets, fluiten en voor iedereen een woordje. De manier waarop hij zijn rol als Zwarte Piet invulde. Ik ga de glimlach op zijn gezicht missen. Ook al was er geen redding meer mogelijk, Joost was niet kwaad. Hij accepteerde zijn ziekzijn en het naderende einde. Hij heeft alles wat mogelijk was uit het leven gehaald, tot op de laatste dag."

Rob Trompper verliest met Joost een geweldige vriend. "We konden heerlijk over de kansen en mogelijkheden van "ons eigen" Delft praten. Verbinden van mensen was Joost zijn kracht. Samen met bewoners, horeca en winkeliers er een mooie stad van willen maken. Niet voor eigen gewin maar een fijne werk- en leefomgeving maken voor iedereen."
Ook Gé Kleijweg had een bijzondere band met Verhoeff. "Toen Joost als ondernemer op de Beestenmarkt startte met Kobus Kuch was ik ook nog niet zo lang actief in de horecawereld. We kwamen elkaar regelmatig tegen in allerlei ondernemers- en bestuursnetwerken. Van het een kwam het ander. Door de jaren heen zijn we sterk bij elkaar betrokken geweest. We deden veel samen. In 1991 brachten we het Delftse bier weer terug in de stad met de presentatie van de Delftse Knollaert. Dat was de eerste exponent van onze samenwerking en er zouden er veel meer volgen. We zaten samen in het afdelingsbestuur van Horeca Nederland en waren heel vertrouwd met elkaar. We gingen samen naar het bedrijfschap om onze bedrijfsgegevens te analyseren. Dat was uniek. De regel bij het bedrijfschap was dat je als ondernemer alleen kwam zodat in alle vertrouwen gegevens gedeeld kon worden met de mensen van het bedrijfschap, zonder dat anderen daar profijt van zouden hebben. Joost en ik zaten daar altijd samen. We hadden geen geheimen voor elkaar. De kleur die Joost aan de dingen wist te geven ga ik missen. Joost was een heel bijzondere kerel die met veel humor en kwinkslagen de boel in beweging wist te krijgen. Of dat nou op bestuurlijk vlak was of tijdens een feestje Hij was super creatief. Ik heb hem tweeënhalf jaar elke week bezocht en ik heb hem niet een keer in de put aangetroffen. Hoewel ongeneeslijk ziek, Joost bleef Joost met tot op het allerlaatste moment die ontwapenende glimlach."

De positiviteit van Joost Verhoeff blijkt uit de woorden in de rouwadvertentie: "Ik ga niet jong dood, ik ben gewoon wat sneller oud."