De beoogde locatie voor het hoogst innovatieve Van Leeuwenhoekpark vanuit de lucht bezien
De beoogde locatie voor het hoogst innovatieve Van Leeuwenhoekpark vanuit de lucht bezien

Van Leeuwenhoekpark als 'proeftuin' voor Nederland

Algemeen

DELFT- Na de zomerperiode zullen meetinstrumenten voor klimaatonderzoek worden geplaatst op de toekomstige locatie van het Van Leeuwenhoekpark in Nieuw Delft. Met welk doel?

Door Ruud Stift

Isidoor Hermans (projectdirecteur Ontwikkelingsbedrijf Spoorzone Delft):
"In het nieuwe stadsgebied Nieuw Delft komt het Van Leeuwenhoekpark letterlijk op het dak van de spoortunnel te liggen. Het park begint bij het Centraal Station Delft en loopt door tot Leeuwenstein. Een gebied van ongeveer 2,5 hectare, gemiddeld 40 meter breed en 600 meter lang. Bij de aanleg van het park wilden we uiteraard het thema innovatie terug laten komen. Het was Marjolein Pijpers-Van Esch van de TU Delft die voorstelde om van het toekomstige park een 'laboratorium voor klimaatonderzoek' te maken."

Marjolein Pijpers-Van Esch (assistant professor TU Delft):
"Elk jaar worden hitterecords gevestigd. De warme zomerse dagen van nu zijn straks normale zomers en over vijftig tot honderd jaar koele zomers. Met alle gevolgen voor bijvoorbeeld de gezondheid van fysiek kwetsbare groepen (ouderen en baby's), het toerisme en het algemene welzijn van de stedelijke bevolking. Hitte veroorzaakt ook problemen bij spoorwegen, bruggen en andere infrastructuur en het beïnvloedt de waterkwaliteit- en kwantiteit."

Anticiperen
Hermans:
"De stad Delft kan, met name 's nachts, zeker tien graden warmer worden dan het buitengebied. Op deze hittestress én de mogelijke wateroverlast moeten we anticiperen. In Nieuw Delft wordt daar al rekening mee gehouden, door het groen in de openbare ruimte, het Park Spoorloos en over een aantal jaren het Van Leeuwenhoekpark zijn verkoelende werk te laten doen. Ook het water in de Nieuwe Gracht werkt straks verkoelend. Daarnaast wordt regenwater opgevangen op gebouwen. Dit water zal vertraagd worden afgevoerd."

Pijpers-Van Esch:
"Het park, liggend op nagenoeg het warmste plekje in Delft, wordt een laboratorium voor klimaatonderzoek. Om dit te realiseren hebben we al in de ontwerpfase van het park, begin februari van dit jaar, advies mogen geven en gerekend aan het ontwerp hoe het presteert als er sprake is van een hittegolf. Enkele plekken in het park zijn nog 'minder comfortabel'. Hiervoor proberen we oplossingen te vinden in het Definitief Ontwerp voor de start van de uitvoering."

Klimaataspecten
"De meetstations zullen op diverse punten in en rond het park diverse klimaataspecten (windsnelheid en luchttemperatuur) meten. Als het park eenmaal klaar is (medio 2025), worden die metingen voortgezet en zo wordt inzicht verkregen in de effecten van een groen gebied in een overwegend 'stenige stedelijke omgeving'. We weten best veel over wat sommige maatregelen doen, zoals de schaduw van bomen en gebouwen, de wind en een fontein, maar elke plek is uniek. 'Meten en erop anticiperen' maakt het interessant voor ons."

Hermans:
"Met de instrumenten meet de TU Delft gedurende de komende vijf tot tien jaar of de eerder gemaakte berekeningen kloppen. Welke plekken in het park doen het goed en welke presteren minder? Tijdens het onderhoud van het park kan de gemeente verbeteringen doorvoeren. De weerstations zijn innovatief, hufterproof, betaalbaar en ze zullen als echte eyecatchers dienst gaan doen in het park."

Pijpers-Van Esch:
"Door het 'lab' zijn we in staat in het park en de stad Delft beter in te spelen op klimaatveranderingen. Het Van Leeuwenhoekpark geldt als de 'proeftuin van Nederland'. Wat wij daar leren, kunnen we in de toekomst elders in parken en andere openbare ruimten zoals pleinen en woonstraten inzetten."

Vooruitstrevend
"Het is een bijzonder, vooruitstrevend project. Wij zitten al vanaf het begin aan tafel met het Ontwikkelingsbedrijf Spoorzone Delft. Zij kiezen bewust voor een duurzaam en toekomstbestendig stukje stad met een stadspark voor iedereen. Parken zorgen voor verkoeling in de stad. Hier het maximale uithalen door de combinatie van slim ontwerp, rekenen, meten en waar mogelijk aanpassingen doen, is nieuw in Nederland en misschien zelfs wel in de wereld."

Indeling park
Lodewijk Baljon (landschapsarchi
tect): "Het noordelijk deel van het park, grenzend aan het stationsgebied, krijgt een stedelijk karakter mede door de aanwezigheid van het Student Hotel en gebouw Antoni. Het zuidelijke deel van het park heeft meer een buurtkarakter.
Het park nodigt uit tot veel vormen van recreatie: een half basketbalcourt, een trapveld, waterspeelplaats of vlindertuin. Op de kop van het park aan de zijde van het 'busplein' willen we een fontein of een waterspeelplaats realiseren.
Op de 'groene flanken' kun je zitten of liggen in de zon of schaduw, picknicken of aan yoga doen."

"De samenwerking met de TU Delft was nieuw voor ons. Dit stadspark is een unieke opgave, dit krijgen we niet vaak als opdracht. Het is een heel technisch verhaal, een wisselwerking die heel nauw luistert. Niet iedereen zal hier de achtergronden van vermoeden bij oplevering. Het park is niet groot qua schaal, maar wel qua ambitie.
De fontein bijvoorbeeld zal geen klassieke vorm krijgen. We proberen 'spektakel' te creëren bij de ingang aan het busplein. Bovendien heeft de fontein gunstige invloed op het klimaat; het zorgt voor verkoeling, het kletterende water dempt het geluid van de bussen, het afvangen van fijnstof en natuurlijk een prettige verblijfs- en speelplek.

Bomenrij
Naar aanleiding van de metingen hebben we een bomenrij verplaatst ten gunste van de bezonning van de Engelse Straat. Het is fijn om hierin bevestigd te worden. Het park is een soort van loper. De lange, smalle lijn versterkt dit effect. Je loopt vanuit het groen in het stedelijke. Wind is een bepalende factor. Voor de fontein waait deze in de juiste richting. Echter, de bankjes zouden teveel wind vangen, een aantal bomen zijn verplaatst om dit effect te neutraliseren.
Ook de mate van belasting van de tunnelbak is een precieze opgave, op het gebied van waterhuishouding en gewicht in verband met instortingsgevaar. Gelukkig krijgen we hierbij hulp van Smits-Rinsma, adviseur op het gebied van constructie, techniek en materiaalgebruik."