Inspiratie opdoen bij de TU Delft. Van links naar rechts: Pepijn Smals, Cian Rippen, Martijn van Dongeren, Sebastian Speekenbrink.
Inspiratie opdoen bij de TU Delft. Van links naar rechts: Pepijn Smals, Cian Rippen, Martijn van Dongeren, Sebastian Speekenbrink. Foto: Esther Luijk

"Net zolang proberen totdat het lukt"

Algemeen

Een werkende satelliet (Sat) ontwerpen ter grootte van een blikje frisdrank (Can), dat is de uitdaging die vier jongens uit 5 VWO van het Stanislascollege enthousiast hebben aangenomen.

Door Esther Luijk

In de wedstrijd CanSat binden Pepijn Smals, Cian Rippen, Martijn van Dongeren en Sebastian Speekenbrink onder de naam TOSAB (To Outer Space And Beyond) de strijd aan met 23 andere teams uit heel Nederland. Het Stanislascollege Westplantsoen hielp de jongens op weg door het benodigde budget van 500 euro te doneren. Cansat is een competitie voor middelbare scholieren uit de bovenbouw. De wedstrijd wordt georganiseerd door ESERO NL, een samenwerking van ESA, NSO en NEMO.

Missie
De missie die elke CanSat moet kunnen volbrengen is het bepalen van de hoogte door de luchtdruk en de temperatuur te meten, om vervolgens onbeschadigd weer op de grond te landen. Daarnaast moet er nog een secundaire missie volbracht worden, die ieder team zelf mag invullen. "Wij hebben gekozen voor de plaatsbepaling van een black box", vertelt Pepijn. "Door middel van GPS-tracking kunnen we de coördinaten van de black box bepalen. Zoiets komt van pas bij bijvoorbeeld een vliegtuig dat vermist raakt."

Kwaliteiten
De vier teamleden brengen allemaal waardevolle kwaliteiten met zich mee. Sebastiaan programmeerde de hele boel. Een eitje, want programmeren doet hij al sinds z'n tiende. Martijn vond het ontwerp voor het blikje, de behuizing van de satelliet, op een Oekraïense site, waarna hij het ontwerp aanpaste en liet 3D-printen. Cian en Pepijn leerden speciaal voor het project nieuwe vaardigheden. Pepijn kreeg in een weekend de kunst van het naaien onder de knie en produceerde een onverwoestbare parachute, het hulpmiddel die de CanSat onbeschadigd weer op de grond moet laten landen. Cian leerde zichzelf solderen, want zonder moederbord, geen satelliet. Na een aantal pogingen werkte het niet alleen, maar zag het er ook nog eens superstrak uit, volgens Pepijn. Alles bij elkaar was het ontwikkelen van de CanSat geen simpele opgave, maar opgeven was geen optie: "We zijn gewoon doorgegaan, net zolang tot het lukte."

Testdag
Onder toeziend oog van Defensie, de logistiek partner tijdens dit project, werd de eerste versie van de CanSat onlangs op een zandvlakte bij Soest getest. "Het ging heel goed", vertelt Pepijn. "Hij ging in een drone zo'n honderd meter de lucht in. De parachute ging open waardoor 'ie netjes landde en de satelliet stuurde alle informatie op die we nodig hadden."
Er waren echter nog wel wat verbeterpuntjes. "We willen graag dat alle informatie ook aan boord van de CanSat zelf opgeslagen wordt. Mocht de computer dan crashen, dan zijn we niet alle belangrijke informatie kwijt."

Spannend
Op dit moment is het even afwachten voor de jongens. "We hebben het uiteindelijke ontwerp opgestuurd naar de organisatie. Als we in de top tien komen, wordt de CanSat, als de weersomstandigheden goed zijn, met een raket een kilometer de lucht ingeschoten. Het winnende team mag Nederland vertegenwoordigen op de Europese eindstrijd op de Azoren. Superspannend dus, we zijn hard aan het duimen!"