Lo van Dijk kende mooie tijden onder Jan van den Akker, maar dronk aanvankelijk nooit een biertje met hem. (foto: Roel van Dorsten)
Lo van Dijk kende mooie tijden onder Jan van den Akker, maar dronk aanvankelijk nooit een biertje met hem. (foto: Roel van Dorsten) Foto: Roel van Dorsten

Hoe gaat het met Lo van Dijk?

Algemeen

DELFT - Lo van Dijk (66) beleefde twee kampioenschappen met DHL.

Als kleine jongen nam vader Van Dijk Lo echter mee naar DHC. "Daar keken we naar het mooie voetbal, maar omdat we katholiek waren, ging mijn broer Jan bij DHL voetballen. Toen ik oud genoeg was, volgde ik hem."

- Hoe was het in de jeugd?
"Leuk, in de pupillen kregen we training van Martin Stoelinga en wonnen we zowel de woensdag- als de zaterdagcompetitie. Erna was er van training geen sprake meer en voetbalden we op de Beestenmarkt . In de A-jeugd werd er weer getraind. Jan van den Akker was onze trainer."

- Was je talentvol?
"Als lichting waren we succesvol, maar ik was in de jeugd een ontzettende pingeldoos. Net als Piet van Velzen, die niet veel later naar SEP vertrok, trouwens. We kregen er vanuit de club nooit zoveel van te horen. Toen ik in de A-jeugd kwam, werd er qua training steeds meer verwacht en daar had ik niet zo'n zin in. Ik werd teruggezet naar de A3, waar Aad van der Knaap, leider van de A1, ook leider was. Gedurende het seizoen sprak ik uit dat ik niet zoveel meer op had met juniorenvoetbal, waarop Jan van den Akker me met de A-selectie liet meetrainen."

- Hoe beviel dat?
"Dat was natuurlijk prachtig. Je trainde mee met mannen als Harry Ramler, Jan Schilperoort, Peter Bommelé, Jaap Bodde, Jan Dukker, Wim Tetteroo en Nol van der Swaluw. In de kampioenswedstrijd tegen VVP zat ik zelfs op de bank. De jaren erna speelden we ook heel goed voetbal. Jan was een goede trainer, helemaal bezeten van het spel. Ikzelf vond het sociale aspect ook belangrijk en daar hoorde een biertje bij. In die periode probeerden we Jan ook aan het bier te krijgen, maar dat lukte niet."

- Hoe ging het verder?
"We speelden erg goed en werden in 1974 tegen Wilhelmus zelfs kampioen in de tweede klasse. Na dat jaar stopten veel dragende spelers. Daarnaast raakte Peter Bommelé, als routinier een bepalende kracht op het middenveld geblesseerd. Er kwam een goede lichting door met onder anderen Alex Nieuwenhout, Cees Adegeest, Rene Zwaard, Peter Lips en Hans Galjé, maar dat bleek niet voldoende. Ook Nico Nieuwpoort, met wie ik jarenlang heb samengespeeld en die de longen van een paard had, zat in dat elftal."

- Waar speelde je?
"Voornamelijk als links- of rechtsbuiten, maar voordat Jan van den Akker stopte, zette hij Cees Adegeest op links voorin en Rene Zwaard op rechts, waardoor ik in de spits terecht kwam. Ik had met Jos Brouwer, die achter me stond op het middenveld, de afspraak dat hij verdedigend werk voor mij wilde opknappen, zodat ik me alleen op het aanvallende werk hoefde te richten. Dat liep uiteindelijk onverwachts goed, maar zijn opvolger: Jan van de Oever, maakte daar een eind aan.."

- Wat is je het meest bijgebleven?
"Wedstrijden tegen bijvoorbeeld Wilhelmus en VUC waren altijd leuk, omdat dat voetballende tegenstanders waren. Verder was er een moment tegen Verburch, waar ik de bal vanaf een meter of 35 in de kruising joeg. Zelf zag ik dat alleen niet, omdat mijn standbeen weggleed."

- Wanneer stopte je?
"Toen ik een jaar of 33 was. Daarna heb ik nog een tijdje in het zevende en in een veteranenelftal gespeeld met onder andere Jan Dukker. Daarna heb ik nog 7 tegen 7 gespeeld. Uiteindelijk ben ik vanwege een blessure met voetballen gestopt na 50 jaar op het veld te hebben gestaan."