Hoe denken de politieke partijen over het onderwijs in Delft? (Foto: archief)
Hoe denken de politieke partijen over het onderwijs in Delft? (Foto: archief)

Politieke stellingname

Politiek

In de aanloop naar de verkiezingen laat Delft op Zondag wekelijks de politieke partijen in Delft aan het woord. Aan de hand van een aantal stellingen kunnen zij hun visie op Delft en hun plannen voor de stad geven. Vandaag stelling 3: Delft kennisstad moet investeren in alle onderwijsniveaus én in banen op alle niveaus binnen de kenniseconomie

CDA,
Rob van Woudenberg:

Om te zorgen dat de werkgelegenheid zich verder ontwikkelt, heeft de gemeente de taak om Delft een aantrekkelijke vestigingsplaats te laten zijn voor bedrijven. Minstens zo belangrijk is dat Delftse bedrijven hier kunnen blijven groeien. Ondernemers moeten letterlijk en figuurlijk de ruimte krijgen. Zo pleit het CDA voor meer kleinschalige bedrijvigheid in de wijken. De focus is daarbij breder dan alleen banen voor Delft Kennisstad. Er moet vanuit de gemeente juist ook aandacht zijn voor voldoende laaggeschoolde arbeidsplaatsen. Investeren in de Delftse kenniseconomie kan meer regionaal. Daar waar de hele regio profiteert (bijv. van de TU) is het logisch dat de regio ook de investeringen doet en niet Delft alleen. Lokale investeringen worden gebruikt om bedrijven hier te houden, en lokaal arbeidsplaatsen te creëren. Hoewel de economie aantrekt en meer mensen een baan vinden, mag de onderkant van de arbeidsmarkt niet worden vergeten. Passende aandacht voor laaggeschoold werk is noodzakelijk om ook mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt voldoende perspectief te bieden. Het binnen de regio Haaglanden afgesloten sociaal akkoord om banen te creëren loopt moeizaam dit moet vlot getrokken worden. Daarnaast blijft het moeilijk voor MBO-studenten om een stagplek te vinden en is intensieve samenwerking tussen gemeente, bedrijfsleven en onderwijs gewenst. Initiatieven die scholieren en toekomstige (stage)werkgevers bij elkaar brengen, zoals Delft on Stage, verdienen steun vanuit de Gemeente.

ChristenUnie Delft,
Joëlle Gooijer:

Eens! Want iedereen telt mee! Daarom wil de ChristenUnie dat iedereen ook de kans krijgt om mee te doen. Dat kan onder andere door goed onderwijs op alle niveaus. Daarom zijn wij enthousiast over initiatieven als de Delftse community school De Horizon. Deze school werkt samen met laagdrempelige zorg en instanties voor werk en inkomen. Hierdoor worden kinderen geholpen, die dat nodig hebben en krijgen zij meer kans om mee te doen in deze stad. Investeren in vroege- en voorschoolse educatie is ook belangrijk om kwetsbare kinderen al op jonge leeftijd extra te ondersteunen. We zijn blij met vrijwilligersorganisaties als School is cool die kinderen helpen met de soms moeilijke overgang van kinderen naar de middelbare school. Schooluitval moet zoveel mogelijk voorkomen worden. Om ervoor te zorgen dat iedereen mee kan doen moet er in Delft ook werk zijn op alle niveaus. Dus zorgen we dat bedrijven in alle sectoren kunnen floreren, niet alleen kennisintensieve bedrijven. Ook blijven we investeren in (beschutte) banen voor mensen met een beperking. Dat gaat niet vanzelf – bedrijven en overheid moeten dat samen oppakken. Als betaalde arbeid niet haalbaar is, bijvoorbeeld door psychische klachten, dan zorgen we bijvoorbeeld voor passend vrijwilligerswerk of zinvolle dagbesteding. Dat is waardevol voor Delft.

D66 Delft:
Christine Bel:

Iedereen heeft recht op onderwijs op zijn of haar eigen niveau. D66 wil het allerbeste onderwijs op onze scholen met extra aandacht voor (technisch) VMBO, MBO en praktijkonderwijs. Delft staat natuurlijk bekend om de TU Delft, maar biedt, mede dankzij de inzet van D66, tegenwoordig vervolgopleidingen op alle niveaus met een accent op techniek. Onderwijs stopt niet bij het bereiken van een bepaalde leeftijd of het behalen van een diploma. Om mee te kunnen doen is het van belang om te blijven leren en (bij)scholing te kunnen volgen. Dat geldt zeker ook voor bijstandsgerechtigden en vluchtelingen. D66 wil banen op alle niveaus en zorgen voor een betere aansluiting van arbeidsmarkt op beroepsbevolking. De Delftse kenniseconomie biedt nu nog vooral banen aan hoger opgeleiden, maar schept ook kansen voor mensen met een lagere of middelbare beroepsopleiding. Daarbij valt te denken aan hoogwaardige instrumentenmakerij, installateurs, goede zorg en kinderopvang. D66 wil meer ruimte bieden aan kleinschalige maakindustrie die past bij Delft, bijvoorbeeld op Technopolis. Delft kent als geen ander de uitdagingen – en de kansen – die er zijn op de arbeidsmarkt door technologische vooruitgang. Aanleg en onderhoud van digitale, elektrotechnische, mechanische en duurzame systemen vragen om praktisch geschoolde vakmensen. Tot slot speelt de gemeente een belangrijke rol bij het creëren van arbeidsplaatsen voor mensen met een beperking en het bieden van 'beschermde werkplekken'.

GroenLinks,
Frank van Vliet:

Volmondig mee eens! Delft is inderdaad een kennisstad. GroenLinks gaat verder en wil dat Delft de groene motor voor de Randstad wordt. Dit betekent niet alleen nieuwe dingen bedenken, maar ze ook maken. We willen nieuwe Delftse uitvindingen en technologieën meer in Delft zelf toepassen. In Delft hebben nog teveel lager-opgeleiden geen werk, terwijl er een enorme duurzaamheidsopgave ligt. Het is een mythe dat banen voor hoger opgeleiden automatisch leiden tot banen voor lager opgeleiden. We zullen dus echt op een creatieve manier moeten investeren in banen voor lager opgeleiden. En dat is mogelijk! Om klimaat-neutraal te worden, moeten we tienduizenden woningen isoleren, installaties vernieuwen en een nieuw warmtenet aanleggen. Dit levert veel banen op voor lager opgeleiden. Door nog meer samen op te trekken met de TU Delft, Hogescholen en Delftse ondernemers werken we aan duurzaamheid, onze positie als kennisstad én aan meer werk voor lager-opgeleiden. Concreet willen we in de Schieoevers wonen en werken op een aantrekkelijke manier combineren. Juist ook werkgelegenheid voor lager opgeleiden moet hier zijn plek vinden. Dat betekent dat er wat ons betreft ruimte komt voor bedrijven die daadwerkelijk producten maken en voor dienstverlening. Voor mensen met afstand tot de arbeidsmarkt blijven we in overleg met de Delftse ondernemers en instellingen zoeken naar oplossingen met scholing, participatiebanen, seniorenbanen, leerwerkplekken, stageplaatsen of vrijwilligerswerk.

Onafhankelijk Delft,
Martin Stoelinga:

Investeren in uitstekend onderwijs loont, echter in Delft dient het beroepsonderwijs onze aandacht te krijgen. Onderwijs is de basis van onze samenleving. Een goede VMBO-school is heel belangrijk. Uitval dient voorkomen te worden, leerlingen moeten enthousiast gemaakt worden de opleiding af te maken of door te stromen naar een MBO-opleiding. De arbeidsmarkt verandert, de robotisering is niet meer tegen te houden. Maar de behoefte aan vakspecifieke vaardigheden zal blijven bestaan. Er dient geïnvesteerd te worden in kwalitatief goed VMBO-onderwijs in Delft. Een goede opleiding bereidt jongeren voor om mee te tellen in de samenleving.

PvdA,
Willy Tiekstra:

De kenniseconomie vormt de motor van de Delftse arbeidsmarkt. Delft is een aantrekkelijke stad om in te wonen en te werken. Veel inwoners van Delft hebben werk, maar er is meer nodig. Want niet iedereen maakt evenveel kans om werk te vinden. De kenniseconomie beperkt zich nog te veel tot hoogopgeleiden. Dat moet anders. De PvdA pleit daarom voor investeringen in maakindustrie (waar producten uit allerlei materialen worden gemaakt), die werk biedt voor mensen met (technische) opleidingen op alle niveaus. Werk dat ook aansluit bij de innovatieve, high tech bedrijven en start ups in Delft. Door de aantrekkingskracht van Delft voor toeristen en congresorganisatoren te vergroten komen er meer banen in de horeca- en hotelsector. Van belang is dat deze banen niet alleen worden ingevuld met mensen van buiten Delft of studenten, maar ook met werkzoekende Delftenaren. De PvdA wil dat hierover duidelijke afspraken worden gemaakt met de werkgevers in de sector. De PvdA wil daarnaast werk maken van sociale banen. Met sociale banen snijdt het mes aan twee kanten: mensen met een bijstandsuitkering kunnen tegen minimumloon weer aan het werk op die plekken waar door bezuinigingen geen geld meer was. Denk aan extra hulp op scholen in de vorm van conciërges en klasse-assistenten, extra handen in de (thuis)zorg, stewards bij (fiets)parkeerplaatsen of beheerders in wijkcentra of op sportvelden.

SP Delft,
Lieke van Rossum:

Zeker. Alleen wat de SP betreft is de hele term 'Delft Kennisstad' overbodig. Het betekent eigenlijk niks, maar is een soort verzamelnaam van de gemeente om eenzijdig te blijven investeren om (grote) techniek bedrijven de stad in te krijgen. Maar Delft is geen merk of een bedrijf. Delft is een stad om in te wonen. Overal klinkt het geluid dat mensen steeds meer op zichzelf gericht zijn. Dat de wereld asocialer wordt en dat de gemeenschapszin verdwijnt. Dat ouderen vereenzamen en dat jongeren maar rondhangen. Het is geen toeval dat dit soort geluiden sterker geworden zijn in een tijd dat allerlei voorzieningen wegbezuinigd zijn. Het wordt weer tijd om gemeenschappen op te bouwen. Dat kan alleen als mensen elkaar tegen komen. De afgelopen jaren is de gemeente allerlei voorzieningen centraler gaan organiseren. Oftewel, er werden een heleboel voorzieningen 'opgehoopt' op minder plekken: buurthuizen, bibliotheek, speeltuinen, gymzalen en noem maar op. De SP wil de buurten juist van onderop organiseren. Elke Delftse buurt moet voldoende voorzieningen hebben, goed bereikbaar zijn met het openbaar vervoer en voldoende ruimte bieden aan kleine ondernemers.

Stadsbelangen,
Bram Stoop:

Stadsbelangen Delft is het grotendeels eens met deze stelling. Dat neemt niet weg dat alleen investeren in alleen Kenniseconomie onverstandig is. Investeren in de economie als geheel is belangrijk. Met name in de maakindustrie en de detailhandel. Er is nu al een groot te kort aan bijvoorbeeld technisch personeel en aan mensen in de bouw, zoals metselaars, schilders, loodgieters, installateurs en bouwmonteurs. Investeren in de Kenniseconomie is dus prima, maar er is meer dan alleen deze vorm van economie. Daarom breed investeren in economie. Dat zorgt voor werkgelegenheid, biedt mensen kansen en is vooral de oplossing om het armoedeprobleem aan te pakken. Perspectief bieden is beter dan mensen uitzichtloos in een uitkering gevangen houden. Dat is het beste voor Delft!

STIP,
Michelle Corten:

STIP heeft altijd ingezet op techniekonderwijs op alle niveaus, inmiddels zijn er opleidingen op mbo, hbo en wo niveau in Delft, daar zijn we trots op. Juist in de techniek is nog veel vraag naar mensen, op alle niveaus. Hier zitten kansen om de werkgelegenheid te vergroten en de economie te versterken. STIP wil investeren in het verbinden van het onderwijs met Delftse bedrijven. Dit gebeurt nu al in het HighTechCentre, waar studenten van het mbo, hbo en de universiteit aan de slag gaan met problemen die ingestuurd zijn door bedrijven. Hierdoor leren studenten al snel de praktijk kennen en krijgen bedrijven veel nieuwe ideeën. STIP wil graag meer van dit soort samenwerkingen tussen gemeente, kennisinstellingen en bedrijven. Bijvoorbeeld om oplossingen te vinden voor bijvoorbeeld problemen gerelateerd aan vergrijzing, verdichting of vervoer. Door ruimtegebrek verhuizen bedrijven nog te vaak naar andere gemeenten, waardoor banen op alle niveaus verdwijnen uit Delft. STIP ziet juist kansen om startups die uit hun jasje groeien in Delft te behouden door meer geschikte werklocaties te creëren. Daarnaast blijven we ook high tech bedrijven naar Delft trekken om als techniekstad de High Tech Capital van Nederland te worden. Dit dient goed ondersteund te worden door hoogwaardige technische maakindustrie. Hierdoor ontstaan banen op alle niveaus. In Delft wordt het niet alleen bedacht, hier wordt het ook gemaakt!

VVD,
Bart Smals:

De VVD vindt een goede opleiding voor iedereen belangrijk. Of je nu voor loodgieter of ingenieur leert, iedereen telt mee. Daarom moet Delft investeren in alle opleidingsniveaus. Er moet een doorlopende leerlijn zijn omdat dit een versterkend effect heeft op onze mooie stad. Zo kan een baan voor een hoger opgeleid iemand zorgen voor banen in andere sectoren die welllicht minder opleiding vragen. De kenniseconomie is voor Delft, met de aanwezigheid van de TU, zonder twijfel een van de belangrijkste motoren. Maar ook de opleidingskracht van het midden- en kleinbedrijf is van groot belang voor onze stad. Juist zij zorgen voor banen. Garagebedrijven, kappers en horeca ,we maken er met z'n alle dagelijks gebruik van!

Volgende week stelling 4: In Delft wordt goed naar de burgers geluisterd.