Lieke van Rossum van de SP, Saskia Eijgelsheim en Karin Molenaar van de Kledingbank, Hans Mostert en Aad van der Harg van de Voedselbank (v.l.n.r.) omringd door voedsel, dat later zal worden verstrekt aan cliënten van de Voedselbank. (foto: Jesper Neeleman)
Lieke van Rossum van de SP, Saskia Eijgelsheim en Karin Molenaar van de Kledingbank, Hans Mostert en Aad van der Harg van de Voedselbank (v.l.n.r.) omringd door voedsel, dat later zal worden verstrekt aan cliënten van de Voedselbank. (foto: Jesper Neeleman)

Toenemende armoede baart weldoeners zorgen

Algemeen

DELFT – Steeds meer Delftenaren kampen met financiële problemen en schulden. Tegelijk met die stijging is op inkomensondersteuning juist bezuinigd. Dinsdag bespreekt de politiek wat hieraan kan worden gedaan.

Door: Jesper Neeleman

Dat gebeurt op initiatief van de SP, die zich net als vrijwilligers van de Voedselbank en de Kledingbank zorgen maakt om de Delftse minima. Want, constateren ze, terwijl de groep die het moeilijk heeft groeit, neemt de gemeentelijke hulp aan hen juist af.

'Onverminderd erg'
"Het is onverminderd erg gesteld met armoede in Delft", merkt Voedselbank-voorzitter Hans Mostert. "Het aantal cliënten dat hier komt en het aantal pakketten dat we verstrekken is ook dit jaar weer licht gestegen, al stijgt het minder dan voorgaande jaren. Het overgrote deel van ons klantenbestand kampt met schulden en heeft daarom overal leningen afgesloten die ze niet meer kunnen aflossen." Ook bij Kledingbank De Buurvrouwen hebben de dames het steeds drukker. "We geven wekelijks zo'n zeshonderd kledingstukken aan Delftenaren die hier zelf geen geld voor hebben", zegt Karin Molenaar. SP-fractievoorzitter Lieke van Rossum ziet het terug in de cijfers van het Instituut Sociaal Raadslieden. "Het aantal Delftenaren in de schulden en het aantal Delftenaren met lage inkomstens groeit. Bijna 10 procent van de Delftse huishouden heeft momenteel een inkomen op sociaal minimum. Dat zijn dus meer dan 10.000 stadgenoten."
De oorzaken verschillen per persoon. Volgens het Nibud ontstaat de problematiek deels vanuit Rijksbeleid. Huren en zorgkosten stijgen, ondersteuning wordt minder. Delft telt gelukkig heel wat weldoeners die dit gat opvullen. Organisaties als de Voedselbank krijgen bovendien veel hulp en steun vanuit de Delftse samenleving, merkt Hans Mostert op. "In die zin hebben we de overheid ook niet zo nodig." Maar, voegt Van Rossum er wel aan toe: "Het blijft toch gek dat armoede groeit en de gemeente niet denkt: Laten we de organisaties die zich hiervoor inzetten beter steunen. Veel van die organisaties krijgen niets aan gemeentelijke steun." Aad van der Harg van de Voedselbank Delft snapt dat de Gemeente Delft niet zo even alle armoede – die deels in Den Haag wordt veroorzaakt - op kan lossen. "Maar ze zouden wel meer kunnen denken: Het zijn onze inwoners dus het is ook ons probleem."
Het is, benadrukt Van Rossum, niet zo dat de groep armlastige Delftenaren leeft van een uitkering. "Een derde heeft inderdaad een uitkering, een derde leeft van een pensioen, iets minder dan een derde werkt gewoon en een klein deel is arbeidsongeschikt." Ook Karin Molenaar van de Kledingbank ziet regelmatig ouderen die de eindjes aan elkaar moeten knopen en geen geld overhouden om nog kleding te kunnen kopen. "Terwijl dit de generatie is die Nederland heeft opgebouwd."

Discussiepunten
De SP stelt vijf 'discussiepunten' voor die het armoedeprobleem op z'n minst kunnen verminderen. "Verder staan we natuurlijk ook voor andere opties of ideeën open. Het is in elk geval belangrijk dat we in de gemeenteraad überhaupt eens stil staan bij dit vraagstuk en bedenken wat we ermee willen", zegt Van Rossum. Alle betrokkenen beseffen wel dat armoede nooit helemáál is uit te bannen. "De bedeling is er altijd geweest en die zal er altijd blijven", zegt Hans Mostert. "Maar we moeten het zoveel mogelijk zien te voorkomen. Daarin zijn nog wel stappen te maken."
De commissie Sociaal Domein spreekt aanstaande dinsdag vanaf 20.15 uur op het Stadhuis over de discussienotitie Armoede uit Delft.