Piet Hein op de plek waar ooit zijn woning stond; aan de Oude Delft (heden nr.171) (Door: Jeroen Stolk)
Piet Hein op de plek waar ooit zijn woning stond; aan de Oude Delft (heden nr.171) (Door: Jeroen Stolk)

Piet Hein, de dood van een (gestolen) zeeheld

Algemeen

Bij Piet Hein denkt men meteen aan een Rotterdamse luitenant-admiraal die in 1628 grote faam verwierf toen hij in de baai van Matanzas (bij Cuba) de zilvervloot op de Spanjaarden veroverde. Toch is deze beroemde zeevaarder Delftser dan men zou denken.

Piet Pieterszoon Hein werd in 1577 geboren te Delfshaven, dat in 1389 ontstond als haven van Delft. Omdat Delfshaven als zodanig was gesticht en niet als nieuwe stad, was het zaak het plaatsje niet teveel te laten expanderen. Delfshaven werd dus bewust klein gehouden zodat het geen concurrent van Delft zou worden maar een verlengstuk van Delft zou blijven. Ondanks intensieve betutteling kon Delft niet voorkomen dat Delfshaven voorspoedig groeide. Toen de Fransen onder Napoleon het voor het zeggen kregen in de Lage Landen zag men in Delfshaven de kans schoon en riep men, onder Delfts protest, het plaatsje uit tot zelfstandige gemeente. Deze autonomie zou echter van korte duur zijn want in 1886 besloot Rotterdam haar buurgemeente te annexeren. Met het inpikken van Delfshaven pikte de Maasstad en passant tevens de Delftse zeeheld Piet Hein in. Maar al te graag pronkt Rotterdam met de zeeheld die op Delfts grondgebied is geboren en overleden (in 1424-1425 werden Delfshavens inwoners poorters van Delft). Hein bezat zelfs korte tijd een pand aan de Oude Delft (heden nr.171) en ligt er in de Oude Kerk begraven. Van 14 maart tot 18 september dit jaar houdt de Oude Kerk een duo-expositie over Piet Hein en zijn tijd enerzijds en over moderne vormen van slavernij anderzijds. Van Hein wordt wel beweerd dat hij compassie had met mensen in slavernij. Mogelijk lag hieraan tot grondslag dat hij zelf, in Spaanse gevangenschap, als galeislaaf geleefd heeft. Nyncke Graafland (directeur Oude- en Nieuwe Kerk Delft): “De expositie leidt tot relevante gesprekken waaruit blijkt dat we niet alleen maar praten over iets van 400 jaar geleden, maar over zaken die ook nu volop in de actualiteit zijn.”