Jack Vaes is tegenwoordig assistent-trainer bij de A1 van FC Zoetermeer.
Jack Vaes is tegenwoordig assistent-trainer bij de A1 van FC Zoetermeer. "En op zondag kijk in bij Full Speed bij het vriendenteam van mijn zoon." (foto: Roel van Dorsten)

Hoe gaat het met Jack Vaes?

sport

DELFT – Jack Vaes (66) wist met zijn snelheid en techniek het net makkelijk te vinden voor DHC en had zo een belangrijk aandeel in de successen van die club.

Vaes begon bij d.v.v. Delft. "We woonden daar vlakbij in de Camerlingstraat . Mijn schoolvriend Peter van Schie voetbalde er al. We voetbalden altijd op straat; dan stond er één op de uitkijk voor de politie. Toevallig woonde Salai, oud-trainer bij DHC, ook in de straat. Op mijn zestiende, toen ik al in het eerste van Delft speelde, kwam DHC praten."

- Kwam je meteen in het eerste?
"Nee, in de betaalde jeugd. Dat was fantastisch: we gingen met een bus naar uitwedstrijden en speelden veel in Brabant en Limburg. Ik zat in een groep met onder meer Harry Dame en Ben van Peppen."

- Met wie speelde je in het eerste?
"Ook met hen, maar verder kwam je als broekie binnen in een groep met mannen als Peter Biemans, Jan Etienne, Hans Michielsen en Cor van Gaalen. Ook heb ik gespeeld met Leo Gorissen, Rob Eckhardt en heb ik jongens als Wim van Zinnen, Hans de Ruijter, Sjef de Poorter en Hans Suiker zien debuteren."

- Waren jullie succesvol?
"We gingen bijna ieder jaar wel met de platte kar door de stad. Na het eind van het betaalde voetbal, begonnen we in de vierde klasse met trainer Piet van Geest, die ook in de A-jeugd mijn trainer was. Samen met zijn vrouw Agnes zorgde hij ervoor dat het ook met de spelersvrouwen onderling goed liep. Na hem kwam Guus Haak als trainer. Hij pakte het wat professioneler aan en ook die aanpak sloeg aan."

- Heb je nooit ergens anders willen voetballen?
"Op mijn vierentwintigste heb ik met ADO gesproken. Ik vond het risico te groot, want we waren net getrouwd en ik had een goede baan. Achteraf denk je weleens 'wat als?', maar ik heb bij DHC een prachtige tijd gehad."

- Was de sfeer goed?
"Absoluut. We hebben heel wat afgelachen. Zo had Bert Dukker na trainingen vaak de gewoonte om moppen te tappen. Toen hij weer aan een mop begon, spraken we onderling af om niet te lachen. Hij lag in een deuk en wij zaten met een stalen gezicht. Verder gingen we eens uit eten en vond Leo Gorissen dat de kok wel erg lang op zich liet wachten. Hij zei 'Ik begin al vast' en at het decoratieve bosje bloemen van de tafel op."

- Doe je nu nog wat met voetbal?
"Nadat ik stopte als speler heb ik jeugd getraind bij DHC en GDA. Inmiddels ben ik assistent van mijn zoon Leroy bij de A1 van FC Zoetermeer. Het spelletje blijft prachtig."