Ook in Delft worden allochtone studenten maar mondjesmaat lid van studentenverenigingen

Algemeen

Het IFES is één van de weinige Delftse studentenverenigingen die probeert in te spelen op de behoeftes van de allochtone studenten.

DELFT – Studentenverenigingen organiseren het hele jaar door van alles om hun leden te vermaken. Dat kan allochtone studenten echter maar matig boeien. Die lijken vooral gefocust op het zo snel mogelijk afronden van hun studie.

Dit blijkt uit een onderzoek van Sebastiaan Aalst. Hij deed onderdoek naar allochtone studenten en activiteiten naast hun studie. Zijn conclusies: Allochtone studenten beperken zich vaak tot hun studie en de studentenverenigingen maken niet de juiste reclame voor hun vereniging. Navraag leert dat ook de Delftse allochtone studenten zich niet massaal op een leven naast hun studie storten. Dit gegeven lijkt sowieso bij de Christelijke studenten bekend. Zij hebben daarom speciaal het landelijke International Fellowship of Evangelical Students (IFES) opgericht. Dat is een vereniging die speciaal voor de buitenlandse studenten activiteiten organiseert. “De structuur van de studentenverenigingen is er namelijk niet naar om buitenlandse studenten lid te laten worden”, weet bestuurslid Bram Zondag van de Delftse afdeling van het IFES. “Daarom bestaat er een aparte groep.” 

Volgens Zondag zijn er verschillende typen buitenlandse studenten. “Studenten uit Spanje of Italië hebben hele andere interesses en bezigheden dan Afrikaanse of Chinese studenten”, vertelt hij. “Sommige studenten zitten alleen op hun kamer, anderen trekken erop uit. Vooral in de weekenden hebben ze wel zin om iets te doen.” De vereniging organiseert daarom elke maand interculturele avonden. Buitenlandse studenten geven dan een presentatie, ze spelen een spel of ze gaan op excursie. “Gezelligheid is belangrijk”, benadrukt Zondag, “maar dat bereiken we niet door grote feesten te organiseren.” 

Ook Sebastiaan Aalst concludeerde in zijn onderzoek al dat reclame met ‘bier voor een euro’ en ‘grote barbecues met varkensvlees’ niet de manier zijn om allochtone studenten te trekken. Jan Timmerman, de president van de Delftsche Studenten Bond (DSB), geeft aan dat hij en zijn vereniging geen aparte activiteiten organiseren om de allochtone student voor een leven binnen een studentenvereniging te interesseren. “Vanuit de kant van onze allochtone leden is niet gebleken dat daar behoefte aan is”, merkt Timmerman op. “En de doelgroep is erg klein”, geeft hij als tweede reden aan. “Tijdens de Ontvangstweek proberen we uit te stralen dat we een sociale, gezellige vereniging zijn”, vervolgt hij. “Een vereniging waar eigen initiatief wordt aangemoedigd en waar iedereen welkom is, zeker ook allochtonen.” Toch bedraagt het aandeel allochtone studenten binnen zijn vereniging een magere twee tot drie procent. “Of dit in de lijn van de TU-gemiddelden zit weet ik niet, maar het aantal allochtone studenten op de TU is ook erg laag.” Naar mogelijke oorzaken kan hij slechts gissen. “Het is mogelijk dat er minder allochtone studenten op kamers gaan in Delft. Het percentage allochtone studenten dat op onze open eettafel komt eten is namelijk ook nihil.” 

De Delftse Studenten Jazzvereniging Groover heeft er geen moeite mee om allochtone studenten bij de vereniging te betrekken. Volgens voorzitter Alex Nederlof bestaat ‘een klein deel’ van zijn vereniging uit allochtone studenten. “Maar”, zegt hij, “ik denk dat het percentage hoger ligt dan bij andere studentenverenigingen in Delft.” Nederlof vermoedt dat dit ook voor andere muzikale studentenvereniging geldt, zoals voor Krashna Musika en SoSalsa. “Zij zijn net als wij niet primair gericht zijn op borrelen, maar op muziek.” Om allochtone leden te werven doet Groover geen moeite. Nederlof: “Wij profileren ons als muziekvereniging. Hiermee trekken we muzikanten naar ons toe, allochtoon of niet.” Toch vindt hij het jammer dat er niet meer allochtone studenten aansluiting zoeken bij zijn vereniging. “Met name voor een cultuurvereniging is het leuker om meer culturen in huis te hebben”, zegt hij. “Zo lang het de cultuur van de vereniging maar niet breekt.” 

Virgiel, één van de grootste Delftse studentenverenigingen, heeft volgens bestuurslid Laura Nieuwenhuis geen moeite om allochtone lid te laten worden van de vereniging. Het aandeel eerstejaars allochtone studenten dat lid is van Virgiel bedraagt dan ook zo’n tien procent, schat Nieuwenhuis. “De vereniging maakt in de wervingsactiviteiten geen onderscheid”, zegt ze. “Iedereen is hier welkom, ongeacht of je allochtoon of autochtoon bent.” 

Bestuurslid Wouter van Pelt, van de Christelijke studentenvereniging C.S.R., vindt het ‘logisch’ dat allochtone studenten niet in de rij staan om lid van zijn vereniging te worden. “De C.S.R is een vereniging voor Christenstudenten”, merkt hij op. “Dat betekent dat onze tweewekelijkse Bijbelstudies een belangrijke basis vormen voor de vereniging.” 

En dus worden er alleen Christenen lid van C.S.R. “Als we kijken naar allochtone studenten, en met name naar de studenten met een Turkse of Marokkaanse achtergrond, dan hebben zij vaak een Moslimachtergrond.” Er zijn in Delft echter ook veel internationale studenten. “Sommigen van hen zijn Christen”, weet Van Pelt. Voor hen heeft C.S.R. zeker wat te bieden, vindt het bestuurslid. “Maar wat vaak een knelpunt is, is de taal en de cultuur. Studentenverenigingen zijn voluit Nederlands.” Toch telt de vereniging enige buitenlandse leden. Van Pelt: “Zij hebben zo’n goede beheersing van de Nederlandse taal dat dit geen belemmering vormt.” C.S.R. richt zich in haar ledenwerving niet specifiek op allochtone studenten, zegt Van Pelt. “Zij worden vanwege hun Moslimachtergrond en de taalbarrière vaak toch geen lid van C.S.R.”, besluit hij. (JN)

Download de laatste krant!

Energieweg 3
2627 AP Delft

T: 015 - 214 39 12