Science Centre blijkt een schot in de roos en haalt al na anderhalf jaar een nominatie voor een prestigieuze prijs binnen

Algemeen

Michael van der Meer en Alex Lokhorst, hier bij een workshop, zien de nominatie voor de Luigi Micheletti-award een mooie blijk van waardering voor hun puike idee. (foto: Alphons de Wit jr.)

DELFT – Science Centre Delft is één van de negendertig genomineerden voor de prestigieuze Luigi Micheletti-award. Begin dit jaar reisden de Luxemburgse prinses Sibilla en Thomas Brune van het Landesmuseum in Württemberg namens de jury af naar de Mijnbouwstraat om deze nominatie bekend te maken.

Daarom trekt een delegatie van het Science Centre naar het Duitse Augsburg om op 28 april de Delftse eer te verdedigen. Michael van der Meer en Alex Lokhorst, die samen het Science Centre in september 2010 begonnen, zijn zeer vereerd met de nominatie. “Het geeft aan dat we op de goede weg zijn”, glundert Lokhorst. “Anderhalf jaar geleden zijn we aan een groot avontuur begonnen en uit de bezoekersaantallen en de tevredenheidonderzoeken blijkt dat onze formule werkt. De nominatie is een extra bekroning.” 

De nominatie ging gepaard met een bezoek van een tweetal juryleden, de Luxemburgse prinses Sibilla en Thomas Brune van het Landesmuseum in Württemberg. “Ze keken hier hun ogen uit. Ze stelden ons eerst ruim een uur vragen, liepen rond, praatten met bezoekers en medewerkers. Al met al waren ze onder de indruk met wat ze hier allemaal aantroffen”, zegt Michael van der Meer, die vorige week nog met een Kabbelaar in het zonnetje werd gezet. 

De kracht van het museum zit ‘m volgens de twee drijvende krachten vooral in de echtheid van de geëxposeerde goederen en het enthousiasme van het team. “We hebben van tevoren ook goed nagedacht over hoe we ons museum moesten inrichten. Met het Museon in Den Haag en Nemo in Amsterdam zijn er binnen een uur rijden science musea die veel grootschaliger zijn dan het onze. We hebben gekeken of we iets totaal anders konden doen dan zij en zijn in een gat gedoken dat zij ons gelaten hebben. Daarom stellen wij geen fenomenen tentoon, maar doen we ons best om het publiek in contact te brengen met de wetenschap op de TU Delft. Een voorbeeld hiervan is Simona, onze vliegsimulator. De techniek die hierin gebruikt wordt, is hetzelfde als in hoe de studenten lucht- en ruimtevaarttechniek ‘m hebben bedacht. Het exemplaar dat wij hier hebben staan is alleen een stuk kleiner.” 

De flightsimulator blijkt een succes, zoals er wel meer successen zijn in het Science Centre. Het brengen van vernieuwing in de expositie is echter lastig. “Want de objecten die hier staan zijn uniek en kosten vaak veel geld. Daardoor kunnen we niet maandelijks iets nieuws bieden, maar door onze samenwerking met wetenschappers en studenten van TU Delft, slagen we erin om toch een uitdagende collectie te behouden”, vertelt Lokhorst. Ruimte voor tijdelijke exposities is er ook niet. “Dat vangen we echter op met onze workshops. We hebben een aantal leuke workshops waar zowel individueel als in groepsverband aan deelgenomen kan worden. Door deze af te wisselen, is elk bezoek aan het Science Centre anders dan het vorige.” 

Afwisseling
Niet alleen de workshops zorgen voor afwisseling, ook doet het Science Centre er alles aan om jongeren die geïnteresseerd zijn in techniek bij het museum te betrekken. “Zo hebben we bijvoorbeeld een groep middelbare scholieren, ‘de jonge onderzoekers’, die in hun vrije tijd met techniek bezig zijn”, vertelt Van der Meer. “En we zijn bezig om een soortgelijke groep voor basisschoolleerlingen te maken, die we ‘de jonge uitvinder’ gaan noemen. Bovendien organiseren we op zondag 18 maart voor de tweede keer een robotdag.” De twee zien het Science Centre dan ook niet echt als een museum, legt Lokhorst uit, maar meer als een platform voor mensen die in wetenschap en techniek zijn geïnteresseerd. De nominatie voor de Luigi Micheletti-award past mooi in dit plaatje. “Het idee van de organisatie is om de verschillende musea bij elkaar te brengen en te laten netwerken. Er zit dan ook geen grote geldprijs aan de prijs vast, het gaat vooral om de eer. Wel is het zo dat nu we eenmaal genomineerd zijn, we de prijs natuurlijk wel binnen hopen te slepen.” 

Om dit doel te bereiken, werkt een aantal studenten aan een zes minuten durend filmpje dat op 28 april in Augsburg gedraaid zal worden. “In dit filmpje willen we een sfeerimpressie geven van het Science Centre en vooral de nadruk leggen op het enthousiasme bij onze medewerkers en de studenten, want dat is toch wat we naar buiten toe uit willen dragen.” 

Verder doen Lokhorst en Van der Meer er alles aan om de dienstverlening en kwaliteit van het Science Centre te blijven verbeteren. “Daarom zijn we ook blij met sites als www.museuminspecteurs.nl, waarin jongeren hun mening geven over musea. Wij proberen die feedback te gebruiken om scherp te blijven en te verbeteren.” Een andere manier om te verbeteren is het binnenhalen van nieuw materiaal om tentoon te stellen. “Het leuke is dat studenten zelf enthousiast naar ons toekomen. Dat enthousiasme halen we graag binnen en vaak leidt dat tot geweldige eindresultaten. Soms wijken deze, vanwege bepaalde beperkingen af van het oorspronkelijke idee, maar het leidt wel tot een hoop enthousiasme. Studenten en wetenschappers weten wat we hier doen en zoeken ons op. Die positieve energie halen we hier graag binnen”, besluit Lokhorst. (AdW)

Download de laatste krant!

Energieweg 3
2627 AP Delft

T: 015 - 214 39 12