Afbeelding
Foto: KOOS BOMMELE

'Delft is toch vaak een soort dorp. Dat maakt het bijzonder.'

Jan van der Mast is geboren in Den Haag en verhuisde toen hij 8 jaar oud was naar Delft. Nadat hij zijn studie Stedenbouwkunde aan de TU Delft met een Erasmusbeurs afsloot in Barcelona, besloot hij dat zowel het leven als stedenbouwkundige als het leven in een kleine stad niets voor hem was. Na een paar jaar in Rotterdam te hebben gewoond en geschreven, bracht de liefde hem echter weer terug naar het knusse Delft, wat onder meer het decor vormde voor Jans roman ‘Agneta’.

“Het Agnetapark is een ontzettend leuk en intiem dorpje, wat ik eigenlijk pas 12 jaar geleden ontdekte. Ik ben zelf opgegroeid in een enorme flat in Delft Zuid, een groot contrast.” Jan geeft al enkele jaren rondleidingen in het Agnetapark, zo’n zestig per jaar, en geeft ook regelmatig lezingen. “Sinds ik mijn eerste boek over Agneta heb geschreven, ben ik gids en vertel ik verhalen over dit unieke fabrieksdorp. Ik ga dan twee uur op stap en vertel hoe het allemaal begon, in het arbeidersparadijs. Het sociale beleid van Jacques van Marken was echt revolutionair.” Het Agnetapark staat zeker bovenaan het lijstje van Jans favoriete plekken in Delft. “Als de eerste sneeuw valt ga ik én naar het Agnetapark, én naar de Markt.”

Hoewel zijn tijd in Barcelona een stad als Delft eerst te klein deed lijken, heeft Jan inmiddels een voorliefde voor kleinschalige en intieme plekken ontwikkeld. “Delft is toch vaak een soort dorp. Dat maakt het bijzonder.” In de kleinschalige stad zoekt Jan dan ook graag de kleinschalige gelegenheden op. “Het Doelenplein vind ik een erg fijne plek. Zeker in de wintermaanden ga ik graag naar Lumen, en restaurant Hanno.” Ook eetcafé ‘t Walletje op de Burgwal scoort wat betreft gezelligheid en intimiteit hoog bij Jan. Iets groter, maar niet minder gezellig, is De Centrale. “Op die fraaie historische plek heb ik het afgelopen jaar van de meest bijzondere smaaksensaties mogen genieten. Erg knap wat chefkok Jesse van Gaalen je daar voorschotelt, zeker in combinatie met de wijnen die er geserveerd worden.”

Ondanks zijn liefde voor het kleinschalige, kijkt de stedenbouwkundige in Jan ook met plezier naar de groei van het kleine Delft. Als schrijver van zowel boeken als theater bezoekt hij bijvoorbeeld graag het Rietveld Theater. “Erg fijn dat ze nu HAL015 hebben, dat is een mooie aanvulling op Delft.” Wat Jan nog wel mist is een poppodium. “Het Taplokaal, naast de watertoren, zou de ideale plek zijn. Gelukkig maken bouwkundestudenten daar al jaren mooie ontwerpen voor.”

In de wintermaanden blijft een van Jans favoriete activiteiten wandelen door Delft. "En fijn naar binnen kijken bij de mensen, dat is het mooie van de winter.” Voor ook graag de verhalen van Delft ontdekt, is de door Jan samengestelde Delftse Scheurkalender een ideale gids: verkrijgbaar in alle Delftse boekwinkels én bij Jan zelf.