Foto: Koos Bommelé
Foto: Koos Bommelé Foto:

De pieken en dalen van de Delftse keramische industrie

Het is een enorme toeristentrekpleister en de bestemming van menig schoolreisje: de enig overgebleven aardewerkfabriek van Delft. Maar De Koninklijke Porceleyne Fles heeft door de jaren heen ook de nodige tegenslagen gekend.

De Koninklijke Porceleyne Fles was in de 17e eeuw één van de circa 32 aardewerkfabrieken van Delft en werd opgericht door David Anthonisz v.d. Pieth. Er volgden jaren van veel succes en veel verschillende eigenaars. Pas in de loop van de 18e eeuw verloor het Delftse porselein haar populariteit doordat er witbakkende klei op de markt kwam die een meer verfijnde decoratie mogelijk maakte dan bij het Delftse aardewerk mogelijk was. Om het hoofd boven water te houden ging ambacht over in massaproductie. Pas eind 19e eeuw wist Joost Thooft de traditie te herstellen en het Delftse aardewerk en de Delftse keramische industrie haar goede naam terug te geven. In 1919 mocht de fabriek het woord ‘Koninklijk’ voor haar naam plaatsen.