Kosten Rietveld Theater hoger dan verwacht
DELFT - De kosten van de verbouwing van het Rietveld Theater blijken beduidend hoger uit te vallen dan werd verwacht. De gemeente wil het pand Rietveld 49 volledig in dienst stellen van podiumkunstenvoorstellingen en repetities, het pand verduurzamen en de gedoogsituatie ten aanzien van geluid naar de omgeving aanpakken. Het Programma van Eisen (PVE) dat in 2021 werd opgesteld, ging uit van een investeringsraming van 1,9 miljoen euro. Nu blijkt uit de raming bij het concept Voorlopig Ontwerp (VO) dat het totale investeringsbedrag uit zou komen op een bedrag van 4,1 miljoen euro. “De bijkomende kosten bestaan onder andere uit voorbereiding- en begeleidingskosten, heffingen, omzetbelasting en een post voor onvoorziene uitgaven.”
Het PVE bleek onvoldoende concreet te zijn. "Met name de technisch samenhangende maatregelen voor geluid, ventilatie en klimaat vergden nadere uitwerking en zijn in de VO-fase verdiept,” constateert het College van B&W, "Tegelijkertijd zijn er significante verschillen in de opslagen voor de indirecte bouwkosten, onder andere door de kosten voor logistiek en bouwplaatsvoorzieningen.” Om tot een reële raming van de bijkomende kosten te komen, is het noodzakelijk om meer inzicht in de bouwkosten te krijgen.
Hoe de verbouwing verder zal verlopen, is nog onduidelijk. "Het substantiële verschil tussen de PVE-raming en de VO-raming leidt tot verschillende overwegingen en dilemma's.” Wat wel vaststaat, is dat het concept Voorlopig Ontwerp niet haalbaar is binnen het beschikbaar gestelde budget. De komende maanden zal de gemeente in samenwerking met het Rietveld Theater blijven onderzoeken wat de mogelijkheden zijn. Het College van B&W verwacht in het 3e kwartaal van 2023 een oplossing te kunnen presenteren. Een Definitief Ontwerp zou kunnen volgen in het 4e kwartaal van 2023