Dijkgraaf Piet-Hein Daverveldt van Delfland (Foto: Hiske van der Gronden)
Dijkgraaf Piet-Hein Daverveldt van Delfland (Foto: Hiske van der Gronden)

Laat jouw stem horen bij de Waterschapsverkiezingen!

Algemeen

DELFT - Hoe beschermen we de mens tegen het water, en het water tegen de mens? De keuzes die de waterschappen hierover maken, raken iedereen. Want de uitdagingen van nu laten zien dat die vraagstukken voor elke Nederlander heel dichtbij komen. Hoe met die vraagstukken wordt omgegaan door het waterschap Delfland, bepaal jij. Stem daarom woensdag 15 maart tijdens de Waterschapsverkiezingen!

Door Cheyenne Toetenel

Nergens ter wereld hebben mensen zo’n speciale band met water als in Nederland. Al eeuwenlang leven we hier met water, met alle gevaren die hierin  schuilen én de kansen die het water ons biedt. De waterschappen, en het Hoogheemraadschap van Delfland in jouw omgeving, maken keuzes over hoe Nederland omgaat met jouw water. Delfland zorgt bijvoorbeeld voor sterke dijken, duinen en kades. Voor schoon, gezond en levend water in sloten, vaarten en kanalen. Dat klinkt allemaal vanzelfsprekend, maar dat is het niet. Wij wonen namelijk in een dichtbevolkt gebied dat voor meer dan 50 procent onder zeeniveau ligt. Dat brengt risico’s met zich mee. Met dijkgraaf Piet-Hein Daverveldt spreken wij over de maatregelen die worden genomen rondom deze risico’s.

Stijgende zeespiegel
Vier jaar geleden al bracht Deltares een waarschuwend rapport uit over de risico’s van een stijgende zeespiegel. De ‘badkuip achter de duinen’, waarin onze regio ligt, zou op termijn kunnen vollopen als de zeespiegel na 2050 sneller zal gaan stijgen dan nu verwacht. Daverveldt stelt dat er geen reden is tot paniek, maar het wel belangrijk is om ons nu al meer bewust te zijn van de verschillende scenario’s. “De Delflandse kust is op dit moment veilig”, vertelt hij. “Het beschermen van ons gebied, inwoners en bedrijven tegen hoog zeewater is een van onze belangrijkste taken. We onderhouden en verstevigen de duinen en Delflandse dijk langs de Nieuwe Waterweg daarom goed. Wij voldoen aan de huidige veiligheidsnormen en bereiden ons voor op de strengere normen die vanaf 2050 zullen gelden. Daarvoor is nog wel werk aan de winkel, maar we hebben nog grofweg 25 jaar om dit te bereiken.” Door de onzekerheid over hoe sterk en snel de zeespiegel daadwerkelijk zal stijgen, moet rekening worden gehouden met verschillende scenario’s. “Die onzekerheid heeft alles te maken met de vraag in hoeverre de wereld erin slaagt om de broeikasgasuitstoot zo snel mogelijk te reduceren naar nul. Als de ambities van het Klimaatakkoord van Parijs (maximaal anderhalve graad temperatuurstijging) gerealiseerd worden, valt het met de zeespiegelstijging op de langere termijn wel mee. Als de wereld er niet in slaagt, kan de zeespiegelstijging wel fors zijn. Delfland wil zich nu al voorbereiden op verschillende scenario’s om tijdig maatregelen te nemen die de waterveiligheid en de ruimtelijk-economische ontwikkeling langs de kust ten goede komen. Dat bespaart op lange termijn kosten.” Vooruitlopend op nieuwe klimaatscenario’s van het KNMI en de resultaten van het Kennisprogramma Zeespiegelstijging (onderdeel van het Deltaprogramma), heeft Delfland daarom onlangs een lange termijn visie opgesteld voor de Delflandse kust. “Wij hebben diverse gebiedspartijen betrokken bij de ontwikkeling van die visie”, vertelt de dijkgraaf. “De waterveiligheid binnen ons drukbevolkte gebied kan immers nooit los gezien worden van andere onderwerpen als natuurontwikkeling, recreatie, mobiliteit, gebiedsontwikkeling, energietransitie en duurzame zoetwatervoorziening. Zo werken we aan begrip voor elkaars standpunten en weten wij en de partijen waar we op termijn rekening mee moeten houden.” Bij de ontwikkeling van de visie heeft Delfland bekeken welke maatregelen kunnen worden genomen om de veiligheid te borgen bij een zeespiegelstijging van 1, 2 of zelfs 3 meter. “Dit is input bij de verdere uitwerking van adaptatiepaden voor de Nederlandse kust wanneer de resultaten van het Kennisprogramma zeespiegelstijging beschikbaar zijn.”

Begin 2020 verscheen het boekje ‘Het water komt’ van Rutger Bregman. Hij sprak zeven Nederlandse wetenschappers over zeespiegelstijging, en was verbijsterd over hoe openhartig zij waren over het scenario waarin we grote delen van Nederland moeten opgeven. Scenario’s die bekend zijn bij Delfland, vertelt Daverveldt. “Maar het opgeven van grote delen van Nederland is niet aan de orde. Zolang de zeespiegelstijging beperkt blijft tot enkele meters, zijn er nog vele opties om ook in dit laaggelegen gebied goed te kunnen leven. Het is wel belangrijk om het waterbewustzijn te vergroten en draagvlak te houden voor het onderhouden en versterken van de zeewering.” Daarnaast moet het waterschap zich voorbereiden op de lange termijn effecten. “Dat is precies wat het Kennisprogramma Zeespiegelstijging beoogt: kijken hoe lang bestaande Deltaoplossingen - bijvoorbeeld de Maeslantkering - volstaan en wanneer het moment gekomen is om nieuwe maatregelen te nemen. In de tussentijd toetsen we alle primaire keringen volgens de richtlijnen van het Hoogwaterbeschermingsprogramma. We weten dat op dit moment in Nederland zo’n 1500 kilometer aan primaire keringen aangepakt moet worden, maar daar hebben we nog tot 2050 de tijd voor. Hier zit een heel programma achter om te zorgen dat we veilig kunnen blijven wonen achter de kust en langs de grote rivieren.” Op de vraag of Zuid-Holland eind deze eeuw nog wel bewoonbaar is, antwoordt Daverveldt met een ja. “Maar ons gebied zal er wel anders uitzien”, aldus de dijkgraaf. “Ik denk dat het belangrijk wordt om meer ruimte te geven aan water. De meeste dreiging en uitdaging verwachten wij op de korte termijn niet vanuit zee, maar vanuit de lucht. Dus als de wolken breken. Klimaatverandering heeft namelijk ook als gevolg dat we veel vaker te maken hebben met hevige regenbuien. Daartegenover staat de uitdaging om ook om te gaan met de juist lange droogteperioden. We moeten ons land robuuster maken tegen klimaatverandering met klimaatbestendige maatregelen.”

Nederland heeft dus te maken met uitdagingen op het gebied van klimaatverandering en het aanpassen van ons gebied aan steeds extremer weer, maar tegelijkertijd is er ook op andere vlakken sterke behoefte aan nieuwe ontwikkelingen. Daverveldt: “Nederland wil veel nieuwe woningen bouwen, de mobiliteit verbeteren, natuurherstel realiseren, de voedselvoorziening veiligstellen en we willen ook de omslag maken naar duurzame energie. Al die onderdelen hebben ruimte nodig, dat maakt het ook zo lastig. Ik verwacht dat we er de komende jaren steeds vaker tegenaan lopen dat we keuzes moeten maken die pijn zullen doen. We komen in diverse provincies nou eenmaal oppervlakte tekort. Om in de toekomst veilig en prettig te blijven wonen, werken en recreëren, moeten we nu al verstandig met de inrichting van onze omgeving omgaan.”

Veilig bouwen
De Provincie heeft het ambitieuze woningbouwplan om in Zuid-Holland 236.000 nieuwe woningen te bouwen. Daverveldt geeft aan dat de waterschappen daaraan wel willen meewerken, maar er ook voor willen zorgen dat we niet over 50 jaar spijt krijgen van de keuzes die nu gemaakt worden. Het zou dure investeringen als gevolg kunnen hebben om deze eerdere keuzes te herstellen. De waterschappen in Zuid-Holland pleiten voor waterveilig en toekomstbestendig bouwen op verstandige plekken. Daverveldt wijst daarbij op een zin in het regeerakkoord, die zegt dat water en bodem sturend moeten zijn bij de planvorming voor de omgeving. Die zin is verder uitgewerkt in een beleidsbrief van minister Harbers in november. “Waar moet je bouwen en waar niet? Er is bijvoorbeeld gezegd dat wij zuinig moeten zijn op zoet water. En we moeten oppassen dat we niet in de uiterwaarden gaan bouwen. We moeten eigenlijk 5 tot 10 procent van de diepstliggende polders reserveren voor waterberging.” De dijkgraaf wijst op het belang om vooraf na te gaan waar je kunt bouwen zonder extra maatregelen, waar je kunt bouwen met bepaalde aanpassingen voor waterberging en waar je beter helemaal niet kunt bouwen. “Dit is een onderwerp waar mijn collega, hoogheemraad Manita Koop, diep in is gedoken en zich sterk voor inzet. Als de waterbelangen vroegtijdig in beeld zijn, kunnen er verstandige keuzes worden gemaakt in de ruimtelijke ordening in Zuid-Holland. De waterschappen kunnen de bouw van woningen juist helpen versnellen als we vanaf het begin aan tafel zitten.”

De waterschappen zijn momenteel over het onderwerp in gesprek met de Provincie en hebben hun zorgen kenbaar gemaakt dat het water- en bodemsturende principe nog niet stevig genoeg tot uiting komt in de plannen die de Provincie en gemeenten maken. De waterschappen gaan niet akkoord met grote bouwplannen als daar geen gepaste waterberging tegenover staat. “Dat is reden dat de waterschappen in Zuid-Holland hebben besloten geen handtekening onder de huidige plannen te zetten”, vertelt Daverveldt. “Dit betekent overigens niet dat wij geen gesprekspartner willen zijn bij de verdere ontwikkeling van de plannen op het gebied van woningbouw. Wij blijven meekijken om aan te geven welke maatregelen genomen moeten worden om bouwen toekomstbestendig te doen, maar wij zijn hier een stuk stelliger in geworden.” Om invloed uit te kunnen oefenen op de plannen voor de (her)inrichting van het gebied, zijn er al een aantal instrumenten beschikbaar. “Zo is twee weken geleden door de Provincie Zuid-Holland en de Zuid-Hollandse waterschappen een set kaarten gepubliceerd: de ‘klimaatonderlegger’. Hierin zie je per gebied precies welke plekken meer of minder geschikt zijn voor bebouwing, landbouw en natuur en met welke omstandigheden je rekening moet houden. Ook is er het Convenant Klimaatbestendig bouwen waarin afspraken staan over klimaatbestendig, energieneutraal en natuurinclusief bouwen. Daarnaast moet ieder bouwplan en bestemmingsplan vooraf door het waterschap worden getoetst in de zogenaamde Watertoets. Ons advies wordt gelukkig vaak overgenomen. Schieoevers is een gebied waar we op deze manier actief meedenken over de bouwplannen en adviseren hoe ze klimaatbestendig en toekomstbestendig kunnen inrichten.” Waterschappen gaan overigens niet over de inrichting van het gebied en zijn daarin dan ook niet doorslaggevend, maar willen nadrukkelijk wel aan de voorkant van gebiedsontwikkelingen aan tafel zitten om te bewaken dat er verstandige keuzes gemaakt worden en waterbelangen goed worden meegenomen.

Waterzuivering
Dan een ander onderwerp. Het Hoogheemraadschap van Delfland verzorgt ook de zuvering van het rioolwater uit de omgeving. “Onze ambitie is het benutten van rioolwater als bron van grondstoffen, energie en zoet water”, vertelt Daverveldt. “We produceren en leveren nu al groen gas uit het slib dat ontstaat tijdens het zuiveringsproces aan het gasnet voor woningen en aan de transportsector. Maar de waterstromen van en naar de zuivering bieden ook veel potentie voor het winnen van warmte. Dit onderzoeken we samen met Eneco. De vier zuiveringen in het gebied van Delfland leveren een belangrijke bijdrage aan de regionale energiestrategie.” Ook op het gebied van terugwinnen van grondstoffen als fosfaat, papier en zoet water bieden de zuiveringen kansen, vertelt de dijkgraaf. “Daarvoor zijn wel allerlei extra investeringen nodig. Dat zijn nou typisch vraagstukken waar een nieuw bestuur, dat woensdag wordt gekozen door de inwoners van Delfland, zeggenschap over gaat krijgen.”

Stem woensdag
Daverveldt benadrukt dat inwoners van Delfland door te kiezen een stempel kunnen drukken op hoe dat bestuur eruit gaat zien. “Als je gaat kijken naar de stemwijzer op mijnstem.nl zie je dat er veel verschillen zijn tussen partijen en er ook echt wat te kiezen valt. Alleen kerntaken of ook bijdragen aan andere maatschappelijke opgaven? Alleen zuiveren of ook grondstoffen terugwinnen en efficiënt hergebruiken? Overal bouwen of toch ook rekening houden waar om spijtinvesteringen te voorkomen? Nu investeren in klimaatadaptatie of na de bui of droogte de schade repareren? De te kiezen partijen hebben hier verschillende standpunten in. Zoek daarom uit welke partij bij jou past en ga woensdag 15 maart naar de stembus!”