Onderzoek
Joods vastgoed

DELFT - De nabestaanden van de Joodse slachtoffers van de Holocaust zijn in Delft na de oorlog met weinig compassie door de gemeente geholpen. Uit het verkennend onderzoek van het Stadsarchief Delft naar het gemeentelijk beleid over de onteigening en aankoop van Joods onroerend goed tijdens de Tweede Wereldoorlog en het rechtsherstel daarvan na de oorlog, blijkt dat ze soms tegen een muur van bureaucratie aanliepen. Bij de bespreking van dit onderzoek in de commissievergadering hoorde wethouder Frank van Vliet de behoefte bij alle fracties om een aanvullend onderzoek uit te voeren dat wat D66 betreft het complete verhaal boven water moet brengen. Onafhankelijk Delft en SP drongen er bij de wethouder op aan om over de opzet daarvan eerst in gesprek te gaan met de Joodse gemeenschap in Delft. Van Vliet legde de commissie uit dat het college nog geen voorstel heeft voor een aanvullend onderzoek, maar dat hij in samenspraak met de Joodse gemeenschap daar wel een opzet voor gaat maken. Ook zei hij van plan te zijn om de suggesties uit de commissie te gaan vertalen in vervolgacties zoals het publiceren van het verkennend onderzoek voor een breed publiek. Volgens de wethouder is het essentieel dat ook een verband wordt gelegd met aspecten in het heden waarbij de overheid in de fout kan gaan. Ook zei hij bereid te zijn om te kijken naar de mogelijkheden voor genoegdoening.