Carry Janssen drumde
zich groot in Delft
Elf was hij pas, toen hij in Delft kwam wonen. Geboren in Indonesië, via Valkenburg en Tegelen hier terecht gekomen. Met zijn muzikale gezin (zijn broer was bassist) woonde Carry Janssen aan de Elzenlaan in de Bomenbuurt.
Daar en op de Maria van Jesseschool had hij het niet altijd gemakkelijk. 'Er werd behoorlijk gediscrimineerd. Op het buurtplein mocht ik vaak niet meespelen. Dan ging ik in mijn eentje maar een balletje trappen tegen de muur van de bakker. Later wilde ik wel bij de artistieke types horen die altijd op de Boterbrug stonden, maar ook daar was ik niet welkom. Ik heb die discriminatie altijd naast me neergelegd. Ik wilde me niet laten beïnvloeden door negativiteit. Gelukkig waren er andere Indische kinderen, daar raakte ik mee bevriend. Toen ik iets ouder werd, ging ik op mijn Puch en mijn Tomos lekker door de stad rijden, achter de mooie vrouwtjes aan.'
Omdat de kleine Carry altijd op alles zat te trommelen, kocht zijn moeder al snel een drumstel voor hem. Les kreeg hij van Gerard Kattevilder. Jazz vooral, rock was nog niet zo populair in Delft. Aan het eind van de straat woonde Peter Selbergen, een leraar in opleiding die in een Dixielandbandje speelde. Die hoorde wel wat in Carry en nam hem op sleeptouw.
Geschiedenis
In die tijd was Carry vaak te vinden met zijn neus voor het grote raam op Voldersgracht nummer 5, waar Theo Kuppens muziekcafé Bar Cecil runde. Carry was pas elf en mocht niet naar binnen. Totdat Kuppens doorkreeg dat er een talent voor zijn gevel stond. De jonge Janssen werd binnengehaald, kreeg zijn eerste biertje en was met zijn elf jaar de jongste drummer die de mensen ooit gezien hadden. 'Die tent liep al goed, maar toen helemaal. Ze vonden me een soort wonder of zo.' Peter Tetteroo werkte er achter de bar en in de bediening, en de rest is geschiedenis.
Voldersgracht
Voordat de beroemde band Tee Set heette, noemden ze zich The Shats. Ze oefenden in het pand aan de Voldersgracht, buurman Slager Slingerland had er last van. Het verhaal gaat, dat een Australische toerist heeft verteld dat 'shat' de verleden tijd is van 'to shit', vandaar de naamsverandering. Hoewel de band grote successen kende, is Janssen niet lang gebleven. 'Ik wilde me ontwikkelen, met zo veel mogelijk mensen samen spelen. Verschillende muziekstijlen uitproberen.' Veel muziekvrienden had Janssen in Den Haag en Amsterdam. 'Daar keken ze niet op van mijn afkomst, er woonden zo veel verschillende mensen. Ik leefde er best ruig, maar ik liet me nooit helemaal gaan. Daarvoor vond ik de muziek te belangrijk.' En die muziek begon in Delft. Aan de Voldersgracht.
