De Stier van Paulus Potter, net buiten Delft. 1647. (Tekst: Jeroen Stolk)
De Stier van Paulus Potter, net buiten Delft. 1647. (Tekst: Jeroen Stolk)

Markten in Delft (6) De veemarkten

Algemeen

Met de stad Delft, omgeven door het boerenland, was het een vanzelfsprekendheid dat in deze stad een veemarkt behoorde te zijn. Toch heeft het geruime tijd geduurd alvorens hiertoe een geschikte plaats werd gevonden. In de Middeleeuwen vond de handel in vee plaats op de Markt, maar de aanvoer was zo groot dat deze al snel te klein werd voor dit doel. Daarom werd in de veertiende eeuw ingestemd met de handel in vee aan de westzijde van de Oude Delft. Het bleek geen goede zet en dus werd er verkast (1557) naar de Verwersdijk. Ook dit beviel niet dus probeerde men het op het kerkhof van de Nieuwe Kerk. De sloop van het minderbroeders bracht uitkomst want hiermee was veel ruimte vrijgekomen. Vanaf 1595 mochten hier varken en rund van eigenaar wisselen. Ten oosten van de stad bevond zich een moerasachtig gebied waar het vee graasde vóór het via de Koepoort naar de Beestenmarkt gedreven werd. In het voorjaar was er een magere-beestenmarkt. Daar werd het vee verkocht dat de winter op stal had doorgebracht en nu vermagerd was. Hier viel geld te verdienen door het tot het najaar vet te mesten en dan op de vette-beestenmarkt met winst te verkopen. Doordat de Rotterdamse veemarkt langzaam maar zeker de Delftse verdrong viel in 1972 het doek en verwerd de Beestenmarkt tot hetgeen het nu is: een gezellig en sfeervol plein vol terrasjes.