Hoe gaat het met Harry Garnaat?
AlgemeenDEN HAAG - Harry Garnaat (58) ambieerde het hoogste voetbalniveau, maar hij hield zijn maatschappelijke carrière ook goed in de gaten.
- Hoe gaat het met je?
“Het gaat goed. Zowel mijn vrouw, zoon, dochter en ikzelf zijn gezond, we hebben ook geen last van corona gehad. Ik werk als IT-architect voor het Canadese CGI. Op dit moment ben ik gedetacheerd bij Liberty Global, het moederbedrijf van VodafoneZiggo.”
Harry Garnaat begon als acht jarige met voetballen bij het toenmalige CSVD (nu Vitesse Delft): “Mijn vader werkte bij de Gistfabriek en wij woonden in de Van der Lelijstraat. Die woningen waren van de Gistfabriek. Toch wilde ik bij CSVD voetballen, dat aan de andere kant van de stad aan de Schoemakerstraat zat. Als ik op woensdag op mijn fietsje naar CSVD ging moest mijn moeder mij een zetje geven op de Kruithuisweg. De eerste persoon die je bij CSVD tegenkwam was natuurlijk Bram Kok, een legendarisch figuur binnen de club. Wat ik mij herinner van die begintijd was dat er op woensdag gespeeld werd, in de Delftse Pupillen Competitie. Trainen deden wij nauwelijks, in die tijd voetbalden wij nog volop op straat, daar leerde je het. Wel één keer kampioen geworden, met het B1-elftal.”
- Eenmaal in de senioren, direct in het eerste elftal?
“In het begin wel, maar ook weer niet. Vitesse was toen nog een gescheiden vereniging, de senioren speelden op sportpark Brasserskade. Ik moest wennen aan de overstap vanuit de Wippolder naar de Bras, ik kende heel veel mensen niet. Ik kwam pas aan het eind van het tweede seizoen vast in het eerste. Na vier jaar de overstap naar DSVP gemaakt.”
- Waarom was dat?
“Ik wilde op het hoogste niveau blijven spelen na een degradatie. Ik vond het heel leuk om voor DSVP te spelen, ik heb er veel plezier gehad. Mijn vader heeft nog jaren, nadat ik alweer vertrokken was, als vrijwilliger op de familiedag gestaan, dat zegt genoeg. Ik speelde onder andere met Paul Jense, Floor Vijfhuizen en Jan-Willem Bloem. Ook nog een korte tijd Dick Advocaat als trainer meegemaakt. Hij stond bekend als een opgewonden standje, maar de Dick die ik heb leren kennen was een prima kerel.”
- Toch weer terug naar Vitesse?
“Ja, na twee jaar DSVP voor dezelfde reden. Vitesse speelde weer in de Hoofdklasse. Bij Vitesse kwam ik weer oude maten tegen; Ron Vermeulen, Ruud Karsdorp, Bert van der Helm en Aad Buitendijk, terwijl ook Karel van Rossum, Paul Oortwijn én Ruud en Rob van der Lee er rondliepen. In die tijd hadden wij altijd wel een feestje, vaak omdat wij een degradatie ontliepen. Wel twee keer vierde geworden, waardoor wij in de grote KNVB-bekercompetitie mochten spelen. Dat was al een topprestatie.”
- Wat voor speler was je?
“Behendig, redelijk snel op de eerste meters. Intuïtief ook, ik speelde op gevoel. Buitenspeler, vond het leuk om een tegenstander uit te spelen en een voorzet te geven, soms leuker dan een doelpunt maken. Ik heb ook in de Haagse Jeugd gespeeld, ben weleens door ADO benaderd. Er was toen geen droog brood in het voetbal te verdienen, ik vond dat ik mij beter op mijn studie kon richten. Ik ben op mijn 33ste gestopt, vooral omdat de motivatie minder werd.”
- Wat doe je nu nog?
“De aandacht is steeds meer van het voetballen naar golf verschoven. Dat komt mede doordat onze kinderen ook golf spelen, we reizen daarvoor door heel Nederland.” (RvD)