Opgravingen in de Nieuwe Kerk
De capaciteit van de Koninklijke grafkelder in de Nieuwe Kerk is bijna bereikt en wordt daarom uitgebreid. De realisatie van de nieuwe kelder is alleen mogelijk door het ontgraven van de grond onder de zuidelijke kooromgang van de kerk, archeologisch gezien zeer waardevol gebied. De archeologische opgraving duurt naar verwachting zeker nog tot eind september en is door jou te bezoeken.
In de bodem onder de Nieuwe Kerk wordt gezocht naar bouwhistorische sporen en menselijke resten. Er wordt gegraven in een kerkhof dat eeuwenlang in gebruik is geweest, van 1384 tot 1823. Uit andere onderzoeken is bekend dat in zo een begraving soms wel vijf of zes kisten bovenop elkaar gestapeld liggen. In de kerk begraven worden kostte veel meer geld dan begraven worden rondom de kerk. Er wordt direct gegraven naast waar ooit het katholieke altaar heeft gestaan, daar werd alleen de rijke bovenlaag van de Delftse samenleving begraven. Hetzelfde geldt voor de tijd na de reformatie, toen het altaar werd vervangen door het graf van Willem van Oranje. De rijke Delftenaren wilden vlakbij de vorst worden begraven. De eerste individuen zijn inmiddels vrijgelegd en daarnaast zijn grafkeldertjes gevonden.
Bezoeken
Om de opgraving heen is een houten bouwwerk gemaakt om de rest van de Nieuwe Kerk te beschermen tegen stof. In de wand zitten kijkgaten. Wil je de archeologen aan het werk zien? In de loop van augustus en in september worden naar verwachtingen de meeste vondsten gedaan. De opgraving kun je bezoeken tijdens de openingstijden van de kerk. De ontwikkelingen rondom de vondsten zijn ook te volgen via de websites en socials van Erfgoed Delft en de Nieuwe Kerk.