Directeur Coen de Jong en junior curator Jip Hinten vrezen voor de toekomst van 38CC (Foto: Koos Bommelé)
Directeur Coen de Jong en junior curator Jip Hinten vrezen voor de toekomst van 38CC (Foto: Koos Bommelé) Foto: KOOS BOMMELE

'Stopzetten subsidie betekent einde van 38CC'

DELFT - De gemeente heeft een herstelplan opgesteld om de Delftse begroting sluitend te maken. Daarvoor zijn bezuinigingen noodzakelijk, zoals het minder uitgeven aan subsidies. Voor expositieruimte 38CC betekent dit het doodvonnis, stelt directeur Coen de Jong.

Door Cheyenne Toetenel

Eind vorig jaar heeft de gemeenteraad een begroting vastgesteld die niet structureel in evenwicht is, met een tekort dat optelt tot 7,7 miljoen euro in 2024. Als gevolg daarvan is de gemeente Delft per 1 januari onder preventief toezicht gesteld door de provincie Zuid-Holland. Het college heeft zich de afgelopen maanden gebogen over een herstelplan om de begroting weer structureel in balans te brengen. Daarbij komen bezuinigen kijken die ten koste gaan van wat de gemeente kan investeren in de stad. De komende jaren zullen binnen de eigen gemeentelijke organisatie arbeidsplaatsen verdwijnen, maar ook wordt gekort op subsidies. Het voorstel is onder meer om de bijdragen aan Delft voor Elkaar en DOK stapsgewijs met tien procent te korten. Ook wordt gesteld per 2022 een bezuiniging van 30.000 euro te willen doorvoeren waarmee minder activiteiten van 38CC financieel worden ondersteund. Vanaf 2023 wil het college de subsidie van circa 130.000 euro aan 38CC volledig afbouwen. Voor Coen de Jong, directeur van 38CC, komt dit als een donderslag bij heldere hemel. "Toen wij in 2019 na tien jaar vertrokken van de Hooikade en onze deuren openden in de Papenstraat, sprak de burgemeester van een 'aanwinst voor de stad'. Dat de broodnodige subsidie aan 38CC nu wordt wegbezuinigd vind ik dan ook niet te verkroppen."

Enthousiasme slaat om
Enthousiasme over 38CC werd in 2018 ook geuit door de toenmalige wethouder van Cultuur, Ferrie Förster. "De locatie in de Papenstraat was dan wel duurder, maar de wethouder stelde dat de betere bereikbaarheid een bezoek aan onze expositieruimte laagdrempeliger maakte. Als culturele instelling konden wij op deze plek een belangrijke rol spelen voor toerisme en een impuls geven aan het gebied. De minimale subsidie die we nodig hadden om de verhuizing mogelijk te maken was 130.000 euro vanuit de gemeente. Die werden ons uiteindelijk toegezegd; een ton uit de Rijksgelden voor beeldende kunst en vormgeving en 30.000 uit het extra beschikbaar gestelde potje. Met die zekerheid durfden wij het aan om het contract te tekenen. Maar nu, amper twee jaar later, zegt de gemeente: kappen met die handel." Onbegrijpelijk, vindt De Jong. "Als onderbouwing van dit plan hebben wij te horen gekregen dat de verhouding tussen de uitgaven die we doen en het aantal mensen dat we bereiken niet goed genoeg is. Vreemd, want wij hebben prestatieafspraken met de gemeente gemaakt en zelfs meer mensen bereikt dan daarin is opgesteld."

Volledig afbouwen
In december werd in eerste instantie aangekondigd dat de subsidie aan 38CC met 30.000 euro zou worden gekort. "Dat maakte het voor ons al heel lastig om te blijven bestaan, maar we zijn keihard aan de slag gegaan om dat gat te dichten met andere fondsen. Deze bezuiniging is goed uit te leggen aan ons team van vrijwilligers, maar wat ik niet kan uitleggen is waarom we ook die ton vanuit het Rijksfonds moeten inleveren. Dit geld is specifiek bedoeld voor beeldende kunst en vormgeving, dus kan niet worden besteed aan andere zaken die spelen in de stad." Een woordvoerder laat in een verklaring weten dat het college vindt dat de schaarse middelen die de gemeente beschikbaar heeft voor cultuur zoveel mogelijk ingezet moeten worden voor een brede groep Delftenaren. "Dit krijgt ook meer de focus binnen het herijkte cultuurbeleid. Het budget uit de decentralisatie-uitkering Beeldende Kunst zal breder worden ingezet voor activiteiten die een grotere en bredere groep Delftenaren aanspreken en in aanraking brengen met beeldende kunst."

Lees verder op pagina 3.