DELFTSE JEUGD - literaire audiotour door Delft
DELFT - Tijdens de wandeling hoor je hoe schrijvers en dichters over kinderen en jongeren in Delft schreven: over wonderkinderen, kwajongens, oorlogskinderen, hangjongeren, koninklijk kroost en spijbelende pubers. Over klassenverschillen bij de Delftse schooljeugd, over kindertaal en de Delftse tongval!
Tieners in de kroeg
Schrijfster Gerdy van der Stap groeide op in Delft. Voor haar roman Nestspel kon ze putten uit haar eigen jeugd. Hoofdpersoon is tienerdochter Renée uit het gezin van een stratenmaker in de Wippolder. In deze wandeling beluister je een scene waarin Renée met vriendin Gonda de eerste stap waagt naar een kroeg in de Delftse binnenstad.
Beginnend schrijver
Schrijver Jeroen Brouwers begon zijn schrijverschap in Delft, waar hij als jongen van 16 kwam te wonen. In een verhaal in het door Wim Hazeu opgerichte tijdschrift Kentering typeert Brouwers de Delftse jongeren. Het gaat over een middag die zich niet van andere middagen onderscheidde. “Men omschrijft deze middagen met 'Delftse middagen' daar ze even saai zijn als de stad, even fatsoenlijk als de ogen van vitrage in de gevels. Delft is de netste stad van Nederland. Het is onmogelijk om er iets te doen, laat staan iets te doen dat slecht is. Puisterige jongelieden klitten samen bij de visbank, hullen zich in braltaal en zijn de enigen die onwelvoeglijkheden debiteren. Meisjes gaan er dubbelgebroekt.” En in de novelle Zonder trommels en trompetten beschrijft hij hoe de zestienjarige hoofdpersoon begint aan zijn roman over Delftse mensen.
De audiotour eindigt in de Choorstraat met een gedicht van de Delftse dichter Jan Boerkoel dat ons terugbrengt naar een zomer in een tijd dat de winkels dicht waren op zondag.
