Afbeelding
Foto: KOOS BOMMELE

Literaire wandeling door Delft

Delft in romans, verhalen, gedichten, toneel- en liedteksten door meer dan 150 schrijvers. Dat is waar dichter-schrijver Margriet van Bebber zich door heeft laten inspireren tijdens het maken van haar bundel 'Schrijvers over Delft: acht literaire routes'. In deze editie van Naar Delft belicht Delft op Zondag een deel van de tweede wandelroute. Deze route voert anderhalf uur langs de architectuur en stedenbouw die Delft rijk is.

1 Oostpoort
De wandeling begint bij de Oostpoort. De Oostpoort is gebouwd in 1448. In 1514 kregen de torens er een verdieping bij met spitsen. De poort was onderdeel van de verdedigingswerken rondom de stad en gaf toegang tot de stad en de polders er omheen. De poort is al eeuwen een inspiratiebron voor beeldend kunstenaars, schrijvers en dichters. In het verhaal ‘Daer een seigneur zijn handen wast' laat Anna Enquist (1945) de Oostpoort met de twee torens wenken: "Als je je aan het eind van de middag omdraaide lag Delft daar en wenkte streng met zijn twee vingers.”

2 Molslaan: In de Veste
We wandelen via het Oosteinde, slaan linksaf naar de Molslaan. Het gebied van het huidige winkelcentrum In de Veste werd in de jaren ’60 van de vorige eeuw gesaneerd in weerwil van vele protesten. Wim Hazeu (1940) verwijst er naar in zijn roman ‘De helm van aarde’ over de Praagse lente in 1968: “Zolang je niets zegt ben je Praag voor mij, zoals je ook Delft voor mij bent in een ravenzwarte gestalte, acht jaar geleden; zodra ging de gestalte spreken of Delft werd vernietigd door de stedenbouwkundigen. De Asvest is opgeslokt door een nutteloos verkeersplein.”

3 Kromstraat: Filmhuis
We gaan rechtsaf naar de Beestenmarkt. Het plein met de oude platanen ontstond na afbraak in 1595 van het minderbroederklooster. Sinds die tijd werd hier tot 1972 elke donderdag beestenmarkt gehouden. We lopen via de Burgwal en gaan rechtsaf de Jacob Gerritstraat en meteen linksaf de Kromstraat in. In de roman ‘Films, vaders & neuzen' geeft de Delftse schrijver Jan van der Mast (1961) een beeld van de begintijd van het Delftse Filmhuis in de jaren '70 in de Kromstraat nr. 27. "De afwezigheid van zonlicht had in dit gekromde straatje een druk uitgaansleven tot bloei gebracht. Er waren kroegen van uiteenlopende aard. Het pand van het Filmhuis was oud en bouwvallig…”

4 Hotel Centraal
We gaan de Kromstraat uit. Op de Koornmarkt rechtsaf tot de Wijnhaven. Marinus van der Marel (1944) is de samensteller en één van de auteurs van een bundel met portretten van 33 bekende horecagelegenheden in de vorige eeuw. Het voormalige Hotel Centraal aan Wijnhaven 6 en 7 is daar één van.

5 Markt
We gaan rechts de brug over naar de Oude Langendijk, nemen het eerste straatje links en staan op de Markt. Voor het Stadhuis zien we in het plaveisel het stadswapen van Delft en links daarvan een afbeelding van de plattegrond van de oude stad. Op één van de randprenten staat een lofdicht van Constantijn Huygens (1596-1687). “Op d’afbeelding der stadt Delft staetwat still, Vreemdeling, Men schenckt het hier in ’t Rond aen uw verwondering: Doordelft het met gemack, en doorkeurt all’syn’ hoecken, Lang sult ghy, mogelyck, heel Nederland doorsoecken, Eer ghyder een ontmoet, Daer Delft in Ryck, en Schoon, en Overnett voor Wyck.”

6 Cameretten
We lopen rechts langs het Stadhuis en verlaten de Markt richting de Koornbeurs, de vroegere Vleeshal. We steken de brug over en lopen rechtsaf de Hippolytusbuurt op. Tegenover de Visbanken op Cameretten nr. 1 en 1a staan twee Art Nouveaupanden van architect G. Versteeg uit 1899. In 1946 schreef de Delftse schrijver Dirk Coster (1887 – 1956) het essay Delft, waarin hij zowel de schoonheid als de smakeloze veranderingen in de stad memoreert. Het eind van de 19e eeuw noemt Coster ‘het wansmakelijkste tijdperk in de gansche geschiedenis der mensheid’ waarin ‘de barok der leelijkheid’ opkomt. Deze panden worden nu als fraaie voorbeelden gezien van de Nieuwe Kunst.

7 Hippolytusbuurt
We steken de brug over en lopen rechtsaf de Hippolytusbuurt op. Een ogenschijnlijk onbeduidend velletje papier uit 1948 met ‘Hypolitusbuurt No. 39’ er op gedrukt, blijkt een unieke mijmering te bevatten van ene J.C. Couvée, die naar zijn geboortehuis op zoek gaat.

8 Oude Kerk
We slaan linksaf voor de Oude Kerk. De eerste parochiekerk van Delft werd rond 1200 gebouwd en in later eeuwen verschillende keren uitgebreid en gemoderniseerd. Tussen 1325 en 1350 werd vóór de kerk ene ongeveer 75 meter hoge toren gebouwd met een gemetselde spits en vier hoektorentjes. De toren, ook wel Scheve Jan of de Oude Jan genoemd, stond tijdens de bouw al scheef. De Delftse dichter Niek Verhaagen (1916 – 1948) spreekt in zijn sonnet de scheve toren toe. “Uw toren staat gebogen naar de gracht. Wel iedre Delftenaar zal dit verklaren, uit een bijkomstigheid: het aantal jaren dat gij reeds in de stad hebt doorgebracht.”

9 Oostplantsoen
We lopen naar de Oude Delft, slaan daar linksaf, steken de Oude Delft over en slaan linksaf naar de Baljuwsteeg. Bij de Voorstraat gaan we linksaf, rechtsaf door de Visstraat en vervolgens wandelen we de Doelenstraat uit tot het Oostplantsoen. Schuin links aan het water van het Oostplantsoen ligt naast de waltoren het botenhuis van de burgerroervereniging De Delftsche Sport uit 1914. Dit gebouwtje is ontworpen door meestervervalser Han van Meegeren. De Delftse oud-hoogleraar en schrijver Frederik H. Kreuger (1928 - 2015) schreef een schelmenroman over het leven van de meestervervalser. “Ik ben aan de overkant van het water gaan zitten, aan de Oostsingel, en heb de omgeving en de waltoren geschetst. Die steile wal, de kleine boompartij die daar stond, en het gezicht op twee torens van Delft: de slanke toren van de Nieuwe Kerk en de vierkante toren van de Oude.(…) In dat schetsje heb ik een klein gebouwtje ingetekend, tegen die vervallen waltoren aan.”

10 Kalverbos
Als we het Oostplantsoen uitlopen belanden we op de Nieuwe Plantage. We steken de weg over naar het Kalverbos met het grafmonument van Naundorff, de vermeende nazaat van Lodewijk de XVI. Het Kalverbos dankt zijn naam aan een oud verhaal. In de tijd van Alva (1567 – 1573) werd de stad door de Spanjaarden belegerd. Een Delftse schildwacht, die ’s avonds op wacht stond bij de Haagse poort, zag iets bewegen en schoot daarop, denkend dat het een spion was. Het bleek dat hij een kalf had doodgeschoten. Met dit voorval werd veelvuldig de spot gedreven in opschriften en gedichten. Zo ook in het werk van Jeroen Jeroense (1629 – 1696): “De vrome Delvenaren, die schoten een vet kalf, als sy verdrukket waren, ten tyde van DukDalf.”

Schrijvers over Delft - acht literaire routes Margriet van Bebber m.m.v. Theo van der Heijden. Uitgave van DOK & Erfgoed Delft 2008
ISBN 978-90-74063-23-4. Er zijn nog enkele exemplaren te bestellen bij de auteur: hetschrijfbedrijf@tele2.nl. 25 euro excl. verzendkosten. 10 euro daarvan is bestemd voor KinderAcademie Delft. Het boek is bijna uitverkocht, maar er verschijnen twaalf literaire audiotours, die je gratis kunt downloaden op: https://www.delfia-batavorum.nl/audiotours

Afbeelding