Afbeelding
Foto:

Literaire wandeling: Delft brandt!

Delft in romans, verhalen, gedichten, toneel- en liedteksten door meer dan 150 schrijvers. Dat is waar dichter-schrijver Margriet van Bebber zich met medewerking van Theo van der Heijden door heeft laten inspireren tijdens het maken van haar bundel 'Schrijvers over Delft: acht literaire routes'. In deze editie van Naar Delft belichten wij een deel van de eerste wandelroute. Deze route voert langs de oudste delen van de stad en langs de hoogte- en dieptepunten in de geschiedenis van Delft.

1. Paardenmarkt
De wandeling begint op de Paardenmarkt (1), die is ontstaan op de lege plek die de grote buskruitramp in 1654 achterliet. Op 12 oktober 1654 vloog het buskruitmagazijn van Holland, waar 90.000 pond kruit lag opgeslagen, de lucht in. Het was de grootste ramp in de geschiedenis van de Republiek. Het geluid van de ontploffing moet zo krachtig zijn geweest, dat dit ‘tot op de Helder’ werd gehoord.

2. Oude Delft
Verlaat de Paardenmarkt via de Van der Mastenstraat langs het Hofje van Gratie. Het hofje werd in 1575 gesticht voor de huisvesting van bejaarde weduwen. Ga linksaf de Verwersdijk op, neem de eerste brug rechts zodat je uitkomt in de Visstraat. Aan het einde van deze straat ga je de brug over en linksaf de Voorstraat op. Ga rechtsaf door de Baljuwsteeg. Je komt aan op de Oude Delft, waar je linksaf slaat. De Oude Delft is de oudste gracht van de stad en vermoedelijk in de twaalfde eeuw gedolven.

3. St. Agathaplein

Ga rechtsaf de Schoolstraat in en via de eerste mogelijkheid naar het St. Agathaplein. Steek over naar Museum Prinsenhof. Hier kwam in 1572 Willem van Oranje met zijn gezin te wonen: vandaar de naam ‘Prinsenhof’. Koning Philips II had een prijs op het hoofd van zijn vijand Willem van Oranje gezet. In 1584 lukte het Balthazar Gerard om de prins te vermoorden. Twee van de kogels waarmee de prins werd vermoord, kwamen in de muur terecht en zijn nog steeds te zien.

4. Oude Kerk

Na het museum sla je linksaf langs de Waalse Kerk, onder het poortje door naar de Oude Delft, waar ook de Oude Kerk staat. Deze kerk werd in de dertiende eeuw gebouwd. De oorspronkelijke ramen werden er bij de buskruitontploffing van 1654 uitgeblazen. In de toren hangt sinds 1570 de grootste en zwaarste luidklok van Nederland, de Bourdon. De kerkklok wordt alleen nog geluid bij bijzondere gebeurtenissen, zoals koninklijke uitvaarten. In de kerk ligt een aantal beroemdheden begraven, zoals schilder Johannes Vermeer, zeehelden Maarten Tromp en Piet Hein en onderzoeker Antoni van Leeuwenhoek.

5. Oude Delft vervolg

Rechts van de Oude Kerk ligt het Heilige Geestkerkhof, waar bij onderzoek resten van een twaalfde eeuws huis zijn gevonden. Ga rechtsaf verder over de Oude Delft. Een deel van het huis op nummer 167 dateert van voor de stadsbrand van 1536. Achter de gevels van nummer 145 tot 161 stond het klooster St. Hieronymusdal. Hier woonde schilder Pieter de Hooch (1629-1684). Aan de linkerkant van het pand op nummer 161 is de St. Hieronimuspoort, met daarboven een gevelsteen die op een aantal schilderijen van De Hooch te zien is. Op nummer 147, het kleinste huisje, woonde Pieter van Foreest (1521-1597), de lijfarts van Willem van Oranje. Hij was van mening dat de pest en de pokken werden veroorzaakt door drinkwater uit de grachten. Dat werd gebruikt voor de bierproductie van de ruim 140 bierbrouwerijen in Delft.

6. Het Steen
Steek de Jeronymusbrug over en loop aan de overkant van de Oude Delft. Ga rechtsaf naar de Boterbrug, waar vroeger de botermarkt werd gehouden. Wandel door de Waagsteeg, zodat je aan de achterkant van het stadhuis terechtkomt. In 1618 brandde het middeleeuwse stadhuis af, maar de stenen toren, ‘Het Steen’, bleef gespaard. Het Steen was in de middeleeuwen een gevangenis en is nog steeds zo ingericht. De moordenaar van Willem van Oranje, Balthasar Gerards, werd hier gevangen gehouden, gemarteld en ter dood veroordeeld.

7. Markt
Loop om het stadhuis heen, zodat je op de Markt terechtkomt. Tussen 1923 en 1970 werd hier jaarlijks een Volkszangdag gehouden. Van 1954 tot 1974 vond Taptoe Delft hier plaats: een muziek- en lichtshow, die voornamelijk werd verzorgd door militaire korpsen. De Delftse schilder Johannes Vermeer (1632 – 1675) woonde bij zijn ouders in Huis Mechelen op de Markt, waar nu de Oudemanhuissteeg doorgang biedt naar de Voldersgracht. Aan de overkant van de Markt zie je de Nieuwe Kerk. Hier bevinden zich de koninklijke grafkelders en het grafmonument ter ere van Willem van Oranje.

8. Oude Gasthuis

Verlaat de Markt in het midden. Loop rechtdoor via de Jacob Gerritstraat naar de Brabantse Turfmarkt. Sla rechtsaf bij de Gasthuissteeg. Aan de rechterkant ligt het terrein waar zeven eeuwen lang de gebouwen van het Oude Gasthuis hebben gestaan. Het was een van de oudste ziekenhuizen van Nederland, gesticht rond 1252.

9. VOC-kamer

Loop de steeg uit naar de Koornmarkt. Sla linksaf, steek meteen rechts de brug over naar de Breestraat en sla linksaf het eerste deel van de Oude Delft op. Op nummer 39 staat het Oost-Indisch Huis, het hoofdkantoor van de VOC-kamer Delft. Delft dankte een flink deel van haar welvaart aan de handel op Oost-Indië. In de Republiek bestonden verschillende Oost-Indische Compagnieen, die in 1602 fuseerden tot de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC). Veel mensen vonden werk in de pakhuizen aan de Oude Delft, of in Delfshaven, dat sinds 1811 bij Rotterdam hoort.

10. Armamentarium

Aan de overkant van de VOC-kamer ligt het Armamentarium (1579), dat het Wapenmagazijn van de Staten van Holland en West-Friesland was. In 1811 kwamen Napoleon en zijn vrouw Marie Louise hier op bezoek. Aan beide kanten van de ingang stonden twee fraai bewerkte kanonnen, die Napoleon zo mooi vond dat hij ze in beslag nam. Tot 2013 was dit gebouw het Legermuseum.