Aan de Rotterdamseweg ligt sinds 2019 een herinneringssteen voor één van de Delftse Joodse slachtoffers. (Foto: Ton de Ruiter, Stadsarchief Delft)
Aan de Rotterdamseweg ligt sinds 2019 een herinneringssteen voor één van de Delftse Joodse slachtoffers. (Foto: Ton de Ruiter, Stadsarchief Delft) Foto:

75 jaar ná de bevrijding: juni 1945

DELFT - Maandelijks doet historicus Ingrid van der Vlis verslag van de gebeurtenissen in Delft van 75 jaar geleden. Hoe pakken de Delftenaren hun leven weer op na de Tweede Wereldoorlog?

Reikhalzend kijken Delftenaren uit naar hereniging met geliefden die lange tijd in Duitsland zaten – in concentratiekampen, gevangenissen of aan het werk voor de arbeidsinzet. Er is nauwelijks nieuws en ook de vervoersmogelijkheden zijn minimaal. Vanaf begin juni komen de eerste repatrianten terug. Soms zijn het er zoveel dat de politie de aankomst in goede banen moet leiden.

Teruggekeerd – of niet
Cru is dat met het aantal repatrianten ook het aantal overlijdensberichten toeneemt. Wie nog hoop koesterde, wordt nu vaak teleurgesteld. Op 2 juni klopt een teruggekeerde Delftenaar bij de politie aan. Hij heeft de verongelukte Henne van den Bout in Duitsland begraven, maar durft dit niet aan diens weduwe te vertellen. De politie neemt de taak van hem over. Hartverscheurend is ook de advertentie in Veritas van een radeloze ouder uit de Kruisstraat die vraagt of de teruggekomen arbeider uit Duitsland die ‘een boodschap aan een kleine jongen’ over zoon Henk had doorgegeven zich wil melden.

7 Joden
Delft had voor de oorlog een kleine Joodse gemeenschap: ongeveer 200 stadbewoners volgens de Duitse tellingen. In de berichtgeving ná de oorlog zijn zij opvallend afwezig. Over fabrikant en oud-wethouder Robert Spanjaard schrijft de krant bijvoorbeeld dat hij ‘in een Duitsch kamp bezweken’ is. Er staat niet bij dat hij als Jood uit Delft is weggevoerd. De overheid maakt na de oorlog geen onderscheid, want zij wil niet discrimineren naar geloof zoals de Duitse bezetter deed. De politieke correctheid doet gekunsteld en wreed aan. De Delftse kampoverlevenden Leen van Blitterswijk en J. Koet vertellen in Veritas over de massamoord door vergassing en executies. ‘Waren de gaskamers alle bezet, dan werden de slachtoffers in groote betonnen putten met roosters geworpen waaronder benzine aangestoken werd.’ Hun verhaal probeert de onvoorstelbare cijfers van de Holocaust te bevatten die naar buiten komen: 5,6 miljoen vermoorde Joden. Van de 107.000 uit Nederland gedeporteerde Joden overleefden slechts 5000 de kampen. Eind juni zijn er 3 Delftse gezinnen terug, 7 personen in totaal.

Volksfeest
Het zijn cijfers waar niemand lang bij stilstaat. De dagelijkse sores vragen om aandacht. Is er alweer iets te koop en blijft de schutting heel? Dat laatste is een reëel probleem. Na vijf jaren van schooieren en ritselen, blijken jongeren moeilijk in het gareel te krijgen. Ze slopen andermans bezittingen op zoek naar brandhout en vermaken zich met wat ze op straat tegenkomen. Zo stoken Kok (12) en Jan (15) in de schuilkelder bij de Soendastraat een vuurtje. Dat wil wel, zeker als ze er gevonden patronen bij gooien. Ditmaal vallen er gelukkig geen gewonden, er gaat slechts één ruit aan diggelen. Op zaterdag 30 juni is er een verzetje. Nederlands Volksherstel organiseert een feestdag met muziek, een gondelvaart en optocht die wel 2 à 3 kilometer lang is. Van kinderen met ‘een versierde fiets’ tot buurtverenigingen met praalwagens waarop Anton Mussert en Adolf Hitler belachelijk worden gemaakt. Nieuwsgierig? Via de website van Stadsarchief Delft is een film te bekijken die Willem de Lange maakte.
Volg het nieuws van 75 jaar geleden op de voet: iedere dinsdag een nieuw Bevrijdingsbulletin op www.stadsarchiefdelft.nl/uitgelicht/bevrijdingsbulletins

Afbeelding