Het Jozefaltaar in de Maria van Jessekerk (Foto: Diana Nieuwold)
Het Jozefaltaar in de Maria van Jessekerk (Foto: Diana Nieuwold) Foto: Diana Nieuwold

Delft in de Gouden Eeuw
in en rond de Maria van Jessekerk

De Maria van Jessekerk lijkt prima aan te sluiten bij het thema Delft en de Gouden Eeuw. Dit omdat er veel goud blinkt op de verschillende altaren en andere versieringen, al is het veelal bladgoud. Echter, de huidige kerk is van veel latere tijd en kwam gereed in 1882. De kerk had drie voorgangers op deze plek, waarvan de oudste naast het huis van schilder Johannes Vermeer stond. Het huis van zijn schoonmoeder, waar Vermeer al zijn beroemde schilderijen schilderde. Naast dit huis stond een schuilkerk van de Jezuïeten. Door de reformatie waren de katholieken hun kerken kwijtgeraakt. De band met de paters Jezuïeten was heel goed, want Vermeer gebruikte een kelk en andere religieuze spullen om zijn 'Allegorie op het leven' te schilderen. Een beroemde tijdgenoot van Vermeer was Pieter de Hooch. Dit jaar wordt veel aandacht aan deze Delftse schilder besteed, ook in de Maria van Jessekerk. Dit doen we met een concert waarbij muziek wordt gespeeld uit de tijd van De Hooch. Een projectorkest (40 leden), 'Musica temporum Pieter de Hooch' o.l.v. Petra Veenswijk, voert een programma uit met werken van J. S. Bach: 'Orkestsuite 1' en uit de vier jaargetijden van Vivaldi wordt 'De Herfst' uitgevoerd met als solist Hester Verhoeff. Ook de suite 'Les Indes Galantes' van Rameau wordt gespeeld. Om in de sfeer te komen worden lichtbeelden van de schilderijen van Pieter de Hooch getoond en zijn er 17de-eeuws gekostumeerde bezoekers die rondlopen. Dit concert is op zondag 13 oktober om 15.00 uur. De toegang is vrij, wel is er een collecte. Ook de tentoonstellingsruimte van de Stichting Kerkelijk Erfgoed Delft (SKED) in de kerk staat in het teken van de gouden eeuw. Dat niet alles goud was wat er blonk in de Gouden Eeuw, blijkt uit deze tentoonstelling. De tentoonstelling bestaat uit 3 delen: I). De rijkdom, prachtige kerkelijke voorwerpen. II). De armoede, de Kamer van Charitate. III). Geen geloofsvrijheid. De Delftse drukker Harmen Schinckel ging naast katholieke liedboeken ook protestantse boeken drukken. Dit werd door het toenmalige nog katholieke stadsbestuur als ketterij gezien en hij werd daarvoor in 1568 op het marktveld onthoofd. Als laatste is het leuk het gouden pad, direct naast de kerk, onder de aandacht te brengen. Vele Delftenaren hebben iemand die goud waard is herdacht met een steen in deze steeg. Een prachtig initiatief. Vergeet wanneer je deze steeg bezoekt niet ook even de Mariakapel in te gaan om een kaarsje op te steken bij het middeleeuwse Mariabeeld.