Anneloes Groot: aquarel van de lopende band in de Delftse Calvé-fabriek waarop potten pindakaas van een deksel worden voorzien, 2005. (TMS 133605)
Anneloes Groot: aquarel van de lopende band in de Delftse Calvé-fabriek waarop potten pindakaas van een deksel worden voorzien, 2005. (TMS 133605) Foto:

365 dagen Delft: Aan de lopende band

Wekelijks presenteren Ingrid van der Vlis en Gerrit Verhoeven hier een archiefschat. Nieuwsgierig geworden? Op www.stadsarchiefdelft.nl verschijnt zelfs dagelijks een nieuw verhaal, 365 dagen lang!

Wie Calvé zegt, zegt pindakaas. Als de Delftse fabriek in 1948 met de productie start, kent echter nog niemand dit uit de Verenigde Staten overgewaaide broodbeleg. Calvé heeft op dat moment twee grote panden: de Mengvoederfabriek en de Oliefabriek. Er rollen dagelijks kratten vol met allerlei producten van de lopende band, pindakaas is er daar slechts één van.

Het Stadsarchief bewaart veertien grote stapels 'tariefopstellingen', lijsten met heel precies de fabriekswerkzaamheden uitgeschreven per product. Het is een poging de werkprocessen zo snel en gestandaardiseerd mogelijk uit te voeren. De opsommingen geven een nauwgezet beeld van wat werknemers achter de lopende band doen. Neem de koekjesraper die in 1948 koekdozen van 25 kilo moet vullen:

- Lege doos uit de koker voor pakgoot leggen;
- 4 rijen van 16 koekjes van band nemen en in pakgoot leggen;
- 8 x 20 koekjes in doos schuiven, doos op weegschaal plaatsen;
- doos op gewicht brengen en naar paktafel dragen.

En dan weer van voor af aan totdat er 100 dozen gevuld zijn. Als het goed is, doet de koekraper daar exact 93 minuten over – anderhalve minuut per doos. Verandert er iets in het proces, dan komt er een nieuwe tariefopstelling. Voor de tientallen producten die Calvé aflevert, van opfokvoer en tomatenketchup tot bakpoeder en pudding, bestaan zulke lijsten. De ongeveer 1000 werknemers die Calvé dan telt, weten tot op de seconde wat er van ze wordt verwacht.

Tot in de jaren zestig worden deze tariefopstellingen uitgetikt en bijgehouden. Dan herziet Calvé de hele organisatie en gaan olie, veevoer en levensmiddelen uit elkaar. Als de nieuwe levensmiddelenfabriek aan de Wateringseweg in 1969 opent, zorgt moderne apparatuur voor een gestroomlijnde productie. Het menselijk aandeel aan de lopende band neemt steeds verder af. Na de eeuwwisseling werken er niet meer dan 200 mensen bij Calvé. Toch is de schok groot als Unilever – de nieuwe baas – de productielijn in 2008 nog verder rationaliseert. De poort sluit en de pindakaas rolt voortaan niet meer van een Delftse, maar van een Rotterdamse lopende band.

Anneloes Groot, Aquarel van de lopende band in de Delftse fabriek waarop potten pindakaas van Calvé van een deksel worden voorzien, 2005. (TMS 133605)