Gezicht op Voorburg, ingekleurde gravure van Coenraet Decker, c. 1675. (TMS 71642)
Gezicht op Voorburg, ingekleurde gravure van Coenraet Decker, c. 1675. (TMS 71642) Foto:

365 Dagen Delft – Domineeszaken

Wekelijks presenteren Ingrid van der Vlis en Gerrit Verhoeven hier een archiefschat. Nieuwsgierig geworden? Op www.stadsarchiefdelft.nl verschijnt zelfs dagelijks een nieuw verhaal, 365 dagen lang!

In 1714 is de secretaris het zat. De vier burgemeesters besteden telkens zoveel vergadertijd aan kwesties over de benoeming of het ontslag van predikanten, dat de notulen bijna nergens anders meer over lijken te gaan. Het wordt voor de secretaris steeds lastiger om in die oeverloze verslagen de beraadslagingen over andere kwesties terug te vinden. Hij oppert daarom het idee om voor predikantszaken een apart notulenboek aan te leggen. Zo gezegd, zo gedaan.
Nu hebben de secretarissen het ook wel een beetje aan zichzelf te wijten dat domineespraat zoveel ruimte inneemt. Neem de vergadering van 28 april 1785. Het enige wat er gebeurt, is dat een delegatie van de kerkenraad van Delfshaven komt vragen of zij in plaats van de vertrekkende dominee Melchior Corstius iemand anders mogen beroepen. Maar volgens de secretaris leggen zij die vraag pas voor 'na toewensching van Gods beste zeegeningen over de persoonen, familie en regeeringe' van de burgemeesters. En als die na beraad meedelen dat zij akkoord gaan, gebeurt dat onder 'dankzegging voor de uytgesprooke zeegeningen en toebidding van alle heijl, bijzonder over het werk der aanstaande beroeping'. Ja, als je de uitgewisselde beleefdheden zo uitvoerig notuleert, is een bladzijde gauw vol. Helaas is dat ook ongeveer het enige wat over de vergadering wordt meegedeeld. Hoe de beraadslagingen verlopen en wie welke standpunten inneemt, krijgen we niet te lezen. Het gaat vooral om formaliteiten die nu eenmaal moeten worden vervuld en waarover slechts zelden inhoudelijk wordt gediscussieerd. En als dat wel gebeurt, wordt het niet vastgelegd. Het notulenboek over predikantszaken is handzaam verdeeld in vier hoofdstukken: Delft, Delfshaven, Overschie en Voorburg. Dat de burgemeesters iets te zeggen hebben in Delfshaven, is logisch, want dat valt onder Delft. Maar hoe zit het dan met Overschie en Voorburg? Wel, in die dorpen bezit Delft de zogenaamde ambachtsheerlijkheid. Dat betekent onder meer dat het stadsbestuur er de schout, de secretaris, de schoolmeester én de predikant mag benoemen. En zo komt het dat de burgemeesters van Delft zich nog in 1826 bemoeien met de beroeping van dominee H.J. van Hoorn uit Maasland als nieuwe predikant in Voorburg. Twee jaar later verkoopt Delft zijn eeuwenoude rechten aan de gemeente Voorburg en worden de dorpelingen eindelijk baas in eigen kerk.