Een trekschuit in de Vliet, getekend door Hendrik Thier in 1768. (TMS 68154)
Een trekschuit in de Vliet, getekend door Hendrik Thier in 1768. (TMS 68154) Foto:

365 dagen Delft – Intercity te water

Wekelijks presenteren Ingrid van der Vlis en Gerrit Verhoeven hier een archiefschat. Nieuwsgierig geworden? Op www.stadsarchiefdelft.nl verschijnt zelfs dágelijks een nieuw verhaal, 365 dagen lang!

Als de trekschuit zich in de zeventiende eeuw ontwikkelt tot het vervoermiddel bij uitstek, is er in wezen niets nieuws onder de zon. Al honderden jaren worden boten over de Vliet en de Schie getrokken door paarden of mensen. Zo ben je onafhankelijk van de wind en bovendien: op zulke smalle vaarten kún je meestal niet eens zeilen. En al die tijd nemen vrachtschippers ook passagiers mee, al is het maar om een centje bij te verdienen.

Maar omstreeks 1630 vindt een heuse revolutie plaats. Tussen Hollandse steden worden geregelde passagiersdiensten ingesteld, met vaste vertrek-en aankomsttijden. Voor het eerst in de geschiedenis kun je een reis tot op de minuut nauwkeurig plannen.
Als je 's ochtends de schuit naar Leiden neemt, weet je precies hoeveel tijd je hebt voor je zakelijke afspraak, een bezoek aan de markt of het bijwonen van een college aan de universiteit, hoe laat je 's avonds thuis bent én wat de reiskosten zijn. Buitenlandse reizigers die Holland bezoeken, staan versteld over de organisatie en de stiptheid van dit openbaar vervoer. Niet voor niets is de trekschuit wel aangeduid als de intercity van de Gouden Eeuw.

Ook rond Delft ontwikkelt zich in hoog tempo een netwerk van trekschuitverbindingen. In 1636 start de dienst op Rotterdam, in 1637 die op Den Haag en weer een jaar later die op Leiden. Alle drie komen ze tot stand via een gemeenschappelijke regeling tussen de betrokken steden. Zij leggen samen de benodigde infrastructuur aan, stellen ordonnanties op, wijzen schippers aan en bepalen de frequentie van de afvaarten en de tarieven.

In 1645 wordt ook Maassluis vanuit Delft aangesloten op het Hollandse trekvaartennetwerk. Deze verbinding is in meerdere opzichten een buitenbeentje. Maassluis hoeft er namelijk niets voor te doen: Delft regelt alles, van de toestemming van de Staten van Holland tot de aanleg en het
onderhoud van de kaden. Ook de doelgroep is bijzonder. Het gaat niet zozeer om het vervoer van passagiers, want die zijn er nauwelijks op deze route, maar van vis. Het is namelijk van essentieel belang dat de zeevis die in Maassluis wordt aangevoerd, zo snel mogelijk op de markt in Delft belandt. Verse vis, die mag wat kosten.