De prachtige Mylord, die later werd hernoemd tot Victoria
De prachtige Mylord, die later werd hernoemd tot Victoria Foto:

Kees verzamelt tuig

DEN HOORN - Deze keer geen klassieke automobiel liefhebber maar een klassieke hippomobiel liefhebber.

Door Ruud van Heusden

De schuur van Kees van 't Hoog, veehouder in Den Hoorn, staat vol met
klassieke rijtuigen en klassieke tuigen. Want toen hij de boerderij lang geleden van zijn vader overnam, had de trekker het werkpaard al verdrongen op de boerderij. Toch wilde Kees de rijtuigen en de paarden niet loslaten, dus dan maar als hobby. Eén van de pronkstukken uit zijn verzameling is een door hem zelf gerestaureerde Friese Sjees, die na restauratie beoordeeld is door het Fries Sjezenstamboek en goedgekeurd werd. Zijn allermooiste is een rijtuig van het type Mylord, beter bekend als een Victoria. Gelukkig zijn er nog genoeg Mylords of Victoria's bewaard gebleven, dus dat maakt hem niet zo exclusief. Het exclusieve zit hem in de bouwer van het rijtuig.

Rolls Royce
Rond 1900 telde Parijs 400 rijtuigbouwers. Eén daarvan was de firma Binder, afkomstig uit Württemberg in Duitsland. Binder onderscheidde zich door de hoge kwaliteit van zijn rijtuigen. Hij leverde aan de upper class en zelfs aan Koningen. In de Koninklijke stallen in Den Haag staat ook een Binder, gekocht in 1876 door Willem III, van het type Calèche. Binder behoorde tot de top rijtuigbouwers van de wereld, dus het is een Rolls Royce onder de rijtuigen. De in Frankrijk ontworpen Mylord werd later in Engeland populair omdat Koningin Victoria zich er graag in liet rijden. Ze was zelf niet groot en had veel kleding aan. Een rijtuig zonder portieren, met een lage instap. Veel zicht en gezien worden, werd door haar zeer gewaardeerd. Om er bij te horen deed de society in Londen snel mee en de Mylord werd ook in Engeland populair. Zo populair dat de meeste mensen dit rijtuig een Victoria noemden. Kees heeft met dit fraaie rijtuig in de loop der jaren alle vier zijn dochters naar het stadhuis mogen rijden. Zijn rijtuigen worden getrokken door de door hem zelf gefokte Friese paarden. Een paardenras dat bekend staat als koetspaard, zijn rustige karakter en fraaie zwarte uiterlijk. Een fanfare orkestje meer of minder langs de weg brengt hen niet van de wijs.

Arrenslede
Zelf repareren en restaureren van tuigen en rijtuigen is de echte hobby van Kees. Alleen bezitten gaat snel vervelen. Het materiaal wordt dus meestal in slechte staat gekocht. Zijn goede netwerk aan vrienden helpt hem bij onderdelen van de restauratie, glas slijpen van de koetslampen, leer bewerken van tuig of riemvering of het fijne schilderwerk. Een goed voorbeeld is de sjees. Het kostte Kees meer dan een jaar om deze weer origineel en toonbaar te krijgen. Een ander voorbeeld is het schelpentuig dat hoort bij een Fries wanneer die voor een arrenslede loopt. Toen hij het tuig kocht ontbraken vele schelpen, zogenaamde Indonesische Cowrie schelpen. Het was monnikenwerk om die er weer allemaal op te naaien. Zodra de eerste sneeuwvlokken vallen (nu even niet voor te stellen) haalt Kees één van zijn twee arrensleden tevoorschijn. Want glijden over de sneeuw of het ijs is nog mooier dan rijden met een rijtuig. Een oud gezegde luidt: 'Een Fries ontdooit, wanneer het gaat vriezen'. Dat geldt ook voor deze Friese paardenfokker.

Kees van 't Hoog met een prachtig opgetuigd paard
Kees gaat er ook in de (strengere) winters in Nederland op uit met paard en rijtuig