De Boeroestraat in vervlogen tijden
De Boeroestraat in vervlogen tijden Foto:

De Indische buurt in Delft: het sociale leven

DELFT - In een serie artikelen stellen wij de Indische buurt in Delft aan u voor. Honderd jaar woningbouw rond de Brasserskade.

Door Ruud van Heusden

De wijk telde twee kerken. De Katholieke Onze Lieve Vrouwe Onbevlekt Ontvangen (OLVOO) kerk in de Ternatestraat. De kerk had 180 zitplaatsen en werd in februari 1934 ingezegend. In 1969 weer gesloopt om plaats te maken voor bejaardenwoningen. Een nieuwe kerk werd iets verderop
gebouwd, aan de Arubastraat. De Christelijke Bethlehemkapel werd pas in 1957 gebouwd in het nieuwe deel van de Floresstraat. Om te integreren -nog onbekend in die dagen - in de buurt nam de kerk al snel het initiatief om een handarbeidclub op te zetten voor de buurtjeugd. In de ruime kelders van de kerk konden kinderen van alle gezindten komen tekenen, kleien, figuurzagen en dergelijke. De club heette dan ook 'Het gebroken zaagje'.
En natuurlijke voor elke geloofsstroming een eigen school. Katholiek, de Mariaschool. Sinds 1934 als dependance in openbare school aan de Brasserskade. En vanaf 1950 een eigen plek aan de Tweemolentjeskade. Christelijk, School met de Bijbel, aan de Brasserskade 89 I en de openbare lagere school, Genestet, een Nederlandse dichter en theoloog in de 19e eeuw, aan de Brasserskade 89 II. Beiden scholen werden opgeleverd in 1925.

Multifunctioneel
Op de hoek van de Archipellaan en Boeroestraat stond tot halverwege de jaren 60 een houten gebouwtje dat eigendom was van de RK kerk. We zouden het nu een multifunctioneel gebouw noemen. Overdag gebruikte de RK kleuterschool het jarenlang als bewaarschool voor de allerkleinsten. De
kleuterscholen kregen pas in 1955 een wettelijke basis. Ook het consultatiebureau maakte gebruik van het gebouwtje. Het gebouwtje had zelfs een kleine verhoging dat dienst deed als toneel. Op de zaterdagavonden was er een jeugdsoos waar bandjes optraden. Een van die bandjes was Delfts Blue, de voorganger van Tee-Set. Eén avond per week oefende de RK drumband Victoria er, opgericht in 1958. Instructeur en tamboer-maitre was Harry Damen. Tijdens nationale feestdagen trok men al trommelend en blazend door de wijk. En luilak was hun feestje, dan mochten ze met toestemming in alle vroegte de hele wijk wakker schudden. Op verzoek werden er ook aubades gebracht aan jubilarissen. Toen de kerk halverwege de jaren 60 het terrein en het gebouwtje verkocht, kwam er ook een einde aan de vele activiteiten die daar plaatsvonden. Op het terrein verrezen enkele karakterloze bungalows.

Speeltuin Brasserskade
Direct naast garage de Bras was een grote omheinde speeltuin. De beheerder was de heer Rozenburg die ook direct voor de speeltuin woonde op het rijtje huizen richting snelweg, op nummer 119. Later werd hij opgevolgd door mevrouw Hartjesveld, 'tante Sjaan', die een paar huizen verder woonde. Een heerlijke veilige speelplek en ook een ontmoetingsplaats voor de moeders uit de buurt.

De sportvelden aan de andere kant van de snelweg behoren niet tot de Indische buurt. Maar schrijven over de Brasserskade in de Indische buurt zonder DHC te noemen kan haast niet. Het sportpark was door de gemeente aangelegd in 1958. DHC verhuisde als laatste naar de nieuwe plek. In 1960 kreeg de club de beschikking over een voor die tijd ultramodern stadion met een capaciteit van 18.000 plaatsen, de 'Delftse Kuip'. Al in 1955 had de club besloten deel te nemen aan het profvoetbal in Nederland. Met wisselend succes werd aan het Laantje van Vollering, naast Van der Lee, gespeeld in de eerste en tweede divisie.
De verhuizing werd een succes, deels door de resultaten op het veld in de 1e divisie en deels door de toegenomen bezoekerscapaciteit. Bij de thuiswedstrijden was het hectisch op de Brasserskade. De Delftse supporters kwamen lopend, op de fiets of met de brommer. De bussen en personenauto's van de bezoekende clubs werden geparkeerd op de Jorisweg, Brasserskade en Ternatestraat.

Eén van de hoogtepunten uit de profgeschiedenis van DHC was het halen van de finale om de KNVB beker in het seizoen 1961/1962. Die werd helaas met 1-0 verloren van Sparta, na verlenging. Het Spartaanse doelpunt werd nota bene gescoord door Piet van Miert, woonachtig in de Indische buurt.
De KNVB wilde het aantal profclubs terugdringen en dwong in 1966 DHC tot een fusie met Xerxes uit Rotterdam. Het jaar daarop eindige de club zelfs op de zevende plaats in de eredivisie. Twee jaar lang kwamen hier tegenstanders als Ajax, Feyenoord en andere illustere namen op bezoek. Aan de kant van DHC voetbalden Wim van Hanegem, Eddy Treytel en onze eigen Hans Dorjee. Andere Delftenaren uit de selectie waren Wim Tetteroo, Thijs Kwakkernaat, Aad de Bruyn en Chris Kronshorst. Trainer was de Duitser Kurt Linder die na het faillissement van Xerxes/DHC in 1968 naar PSV ging. DHC ging verder als amateurclub en werd in 1983 en 1985 landskampioen bij de zondagamateurs hoofdklasse onder trainer Guus Haak en voorzitter Jan Dijkman.

Supporters op weg naar het DHC-stadion in 1967