Mozaffar Rassouli:
Mozaffar Rassouli: "Vrijheid is relatief." Foto:

DELFT - Na de val van de Sjah van Perzië kwam er een nieuwe machthebber, die in eerste instantie door het effect van de revolutie onmachtig was.

Tekst & foto: Willem de Bie

Bouwtekenaar Mostaffa Rassouli en heel wat andere landgenoten van het land dat Iran ging heten hoopten op een vorm van democratie. Dat ging gepaard met veel bijeenkomsten, acties, kranten, pamfletten en andere uitingen. Geen controle, geen centrale overheid, geen streng regime, dat is waar men op hoopte. Maar er volgde een oorlog met Irak, waarbij de nieuwe machthebber een kans zag voor meer macht: de vrijheid werd al snel flink ingeperkt.
De marxistische organisatie waar Mostaffa deel van uitmaakte was tegen oorlog en liet van zich horen. Uit de acties voor vrijheid vloeide voor hem een tegengesteld resultaat voort: de gevangenis.

Koerdische afkomst
"Ik heb uiteindelijk zes jaar in de gevangenis gezeten en heb veel meegemaakt: martelingen, bruut geweld en executies. Het waren niet alleen onze acties waarvoor ik vast zat. Ook het feit dat wij niet geloofden was een zwaar punt. En ik was ook nog van Koerdische afkomst, ook fout dus. Na die zes jaar ben ik vrijgelaten, maar niet voordat ik een document had ondertekend waarin ik aangaf nooit meer politieke activiteiten te zullen ontplooien tegen de overheid. Deed ik dat toch, dan was de straf duidelijk: de doodstraf.
De huidige, jonge generatie is wel goed opgeleid, gelovig, redelijk goed geïnformeerd. Maar er heerst geen vrijheid. Men doet wat het beste is: niet opvallen. Uiteindelijk wilde ik weg uit Iran. Niet zomaar, het is tenslotte mijn land. Khomeini, de leider, de ayatollah, vormde het land steeds meer om naar een streng religieus-fundamentalistische staat.

Vluchten
Toen ik eenmaal een besluit had genomen, ging ik bekijken hoe ik zou moeten vluchten. Naar Turkije? Daar zou ik, zeker als Koerd, niet veilig zijn en ook geen verblijfsvergunning krijgen. Pakistan was om dezelfde reden ook geen goede optie. Uiteindelijk ben ik naar Europa, naar Nederland gegaan. Dat bleek een hele onderneming: soms de bus, een enkele keer de trein en veel te voet, alles over land. Ik heb hier een lange tijd in Utrecht gewoond en nu anderhalf jaar in Delft. In principe mag ik hier praten, mag ik hier zeggen wat ik wil. Dat is vrijheid, maar wel een relatieve vrijheid. Want wat heb je er aan als je wel mag praten en je mening mag verkondigen als er niemand luistert?

Vooroordeel
Allereerst de politiek: de politieke partijen beloven, zeker zo rond de verkiezingen, altijd heel veel. Maar ze doen niks. Na de verkiezingen komen ze hun beloftes niet na. Ik heb daar absoluut geen positieve ervaring mee. In de VS is dat ook zo: Trump beloofde voordat hij aan de macht kwam van alles, het bleken alleen maar praatjes om aandacht te krijgen.
Wat is vrijheid voor mij? Ik heb veel gesolliciteerd, maar ik ben nog steeds werkloos en dus ik heb weinig of geen financiële middelen. Hoezo behandelen we hier in dit land iedereen gelijk? Dat is onzin. Als migrant, goede opleiding en wilskracht ten spijt, behoor je tot de tweederangs burgers, heel veel mensen hebben een vooroordeel tegen migranten.

Uitbuiting
Natuurlijk is de dictatuur in Iran puur slecht, maar daar ben ik nooit vernederd. Ze waren erg duidelijk: ik had een andere mening, dat stond ze niet aan en daarom verdween ik van het toneel. Hier hoor ik er zogenaamd volledig bij, alleen in de praktijk blijkt daar maar heel weinig van. Ik word niet gewaardeerd als volwaardig lid van de maatschappij, dat doet pijn. Vrijheid is een politieke uiting, gebaseerd op het bewustzijn en het verstand van mensen. Dat moet wel goed ontwikkeld zijn anders wordt het niets.
Kapitalisme is geen democratie, het is gebaseerd op uitbuiting en misbruik: een half procent van de mensheid misbruikt de rest. Als migrant hoor ik bij de rest.

Vrijwilligerswerk
Nederland was voor mij het beloofde land. Ik moest weg uit Iran en begreep dat het in Nederland beter zou zijn, daar doen ze niet moeilijk. Maar dat viel dus tegen. In Iran is de overheid openlijk brutaal, hier is de overheid sneaky. Ik heb de indruk dat veel mensen hier bang zijn voor de overheid. Al die regels zijn ook een vorm van dictatuur.

Of ik gelukkig ben? Nee. Ik word gezien en behandeld als een tweederangs burger en voel me vernederd. En dat is iets waar ik niets aan kan doen, ik kan geen andere keuze maken. Ik doe wel vrijwilligerswerk en daar kom ik goede mensen tegen, maar ik zou liever aan het werk gaan…"