De Javastraat in 1919 (Foto: Stadsarchief Delft)
De Javastraat in 1919 (Foto: Stadsarchief Delft) Foto:

De Indische buurt in Delft: Het ontstaan

DELFT - In een serie artikelen stellen we de Indische buurt in Delft aan u voor. Honderd jaar woningbouw rond de Brasserskade.

Door Ruud van Heusden

De Indische buurt ontstond honderd jaar geleden rond de Brasserskade met de bouw van sociale huurwoningen in de toen nieuw aangelegde Javastraat en de Borneostraat. In de jaren daarna zou de buurt uitgroeien tot een pluriforme samenleving aan de rand van Delft. Dat honderdjarig bestaan is een mooie aanleiding om op de ontwikkelingen van dat 'buitengewest' terug te kijken. We doen dat in een serie artikelen over de buurt met steeds een wisselend thema. Deze keer vooral het ontstaan. Een volgende keer over de verscheidenheid in woningbouw, een andere keer over de middenstand. In een andere aflevering komen de sociale voorzieningen, zoals kerk, en
scholen aan bod.

Ontstaan van de buurt
De Brasserskade was al vanaf de Middeleeuwen de verbinding tussen Delft en Nootdorp. Met aan weerszijden boerenland en boerderijen. De Brasserskade was tot 1930 een tolweg. De naam Brasserskade stamt van Govert Brasser Dirkz, telg uit een oud Delfts bierbrouwersgeslacht. In 1631 kocht hij de kade van de burgemeesteren van Delft. Door de toenemende industrialisatie had Delft behoefte aan werkvolk. En dat werkvolk aan betaalbare huurwoningen. En die waren er rond 1900 niet voldoende. De landerijen rond de Brasserskade waren in de ogen van het Delftse bestuur een aantrekkelijk uitbreidingsgebied maar lag wat afgelegen. De afstand naar het centrum was ver om te lopen. Er waren maar twee mogelijkheden. Of via de Oostsingel naar de Koepoortbrug of via de oude Reineveld draaibrug die uitkwam tegenover de Delftse Oliefabriek/Calvé en dan lopen via het Kalverbos naar het centrum.

Volkshuisvesting
De in 1919 in gang gezette volkshuisvesting rond de Brasserskade werd in 1931 aantrekkelijker voor de nieuwe en toekomstige bewoners door de komst van de nieuwe Reineveldbrug, in de volksmond 'Trambrug' genoemd. Gemeentebesturen zijn nooit zo creatief en origineel geweest in het bedenken van namen van straten voor een buurt of wijk. In veel gemeenten zijn buurten waar de straten vernoemd zijn naar staatslieden, zeehelden, bomen en stadhouders. Sinds 1869 zijn er in meer dan 90 Nederlandse
gemeenten Indische buurten ontstaan waar de straten zijn vernoemd naar eilanden uit het voormalige Nederlands Indië. Voordat de gemeente Delft die geplande Indische buurt kon opstarten rond de Brasserskade, moest dat gebied eerst Delfts eigendom worden. Het Delft van 100 jaar geleden lag ruwweg tussen het Rijn-Schie kanaal en de stadsgracht aan de Phoenixstraat. Dat Delft van toen was volgebouwd met deels verkrotte woningen. Na lang onderhandelen slaagde Delft er in 1921 in om de kleine aangrenzende buurtgemeenten Hof van Delft (achter de Phoenixstraat, van Westerkwartier tot Agnetapark) en Vrijenban (nu Indische buurt, Bomenwijk, Heilige land tot aan de Delfgauwseweg) te verwerven. De Indische buurt werd van de Bomenwijk gescheiden door De Rubberstichting, opgericht in 1936, en het buitengesticht van de psychiatrische inrichting Sint Joris, kortweg 'het Joris' genoemd, gebouwd in 1895 met zijn portierswoning aan de Oostsingel. Heden ten dage het terrein van GGZ Delfland. Al in 1600 was er sprake van een Dolhuis ('Gekkenhuis') in Delft.