John de Letter pakte de laatste jaren van 'het Gouden DHC' mee en was daarna trainer bij veel clubs in onze regio. (foto: Roel van Dorsten)
John de Letter pakte de laatste jaren van 'het Gouden DHC' mee en was daarna trainer bij veel clubs in onze regio. (foto: Roel van Dorsten) Foto:

Hoe gaat het met John de Letter?

DELFT - John de Letter (53) stopte relatief vroeg met voetballen en werd daarna trainer.

De Letter groeide op in het Poptahof. "We woonden bij de gebroeders Verhagen, Friebel, Henk Schenkels en Fred van Rossum in de buurt en waren de hele dag aan het voetballen. Mijn vader kwam van VELO en koos voor ons een club met een eigen opleiding. Dat werd DHC, dus gingen we met de fiets naar de Bras."

- Was dat niet vervelend?
"Absoluut niet, ook al lagen de velden van Delft om de hoek. We hadden een goede lichting en vanaf de B-jeugd werd ik doorgeschoven. Ik weet nog dat in de B'tjes Guus Haak na een wedstrijd vroeg hoe ik het had gedaan. Ik zei dat hij dat aan mijn trainer moest vragen. Na overleg met Aad Keukens moest ik mijn spullen pakken. Even later liep ik warm in de bekerwedstrijd tegen Fortuna Sittardia. Het bestuur kwam naar beneden, omdat ik volgens de regels te jong was. Anders zat ik misschien wel net zoals Marcel van Buuren bij de selectie voor de legendarische bekerwedstrijd tegen Ajax."

- De definitieve stap volgde snel?
"Ja, als 17-jarige werd ik bij dat legendarische elftal gehaald. Ik keek mijn ogen uit. Ik ging ook gewoon met die mannen mee uit stappen; het waren bijna een soort vaders voor me. Ik ben blij dat ik de laatste jaren van die glorietijd heb meegemaakt. Verder oefenden we vaker dan eens tegen Oranje en PSV. Ook speelden we tegen FC Den Haag met de gebroeders Rontberg en Chris Treling en tegen Feyenoord, waar toptalent Regi Blinker naartoe verkast was. Ten slotte waren het winnen van de nacompetitie voor de zondagamateurs en de finale tegen Spakenburg onvergetelijk."
- Bleef je altijd bij DHC?
"Dat niet, door omstandigheden liep ik een transfer naar AZ mis, maar ik kon naar Haarlem. Na een seizoen kwam Dick Advocaat, die moest kiezen tussen Arthur Numan en mij. Hij koos voor Arthur. In dat jaar heb ik tegen het 2e van Ajax met Rijkaard en Silooy gevoetbald, omdat zij bonje hadden met Cruijff."

- En toen weer terug?
"Ja, maar op mijn vierentwintigste was ik voor het laatst helemaal fit. Ik had al jong de kruisband van mijn rechterknie afgescheurd, maar kon dit met de kracht in mijn benen opvangen. Tijdens een wedstrijd met het Nederlands amateurelftal op de Antillen kreeg ik een tik op mijn enkel, waar ik altijd last van ben blijven houden."

- Bleef je bij DHC?
"Ik volgde mijn broer Marcel naar DSVP. Ik speelde er vooral in het 2e, maar heb ook wat wedstrijden in het 1e gespeeld. Ik kon maar een keer in de week trainen, omdat ik tegelijkertijd trainer van Den Hoorn 1 was. In mijn DHC-tijd was ik jeugdtrainer, daarom trainde ik overdag met Guus Haak en Hans Suiker."

- Hoe verliep dat trainerschap?
"Dat was heel leuk. Ik begon vanuit mijn opleiding aan het CIOS bij de jeugd van RKAVV, trainde de jeugd van DHC en DSVP. Ik werkte bij Sjef de Poorter in de sportwinkel van Hans Dorjee. Met hem had ik geweldige gesprekken. In zijn PSV-tijd zochten ze een rechtsbuiten. Ik raadde Juul Ellerman aan, die ik van het studentenelftal kende, waarmee we aan een Olympische spelen voor studenten deelnamen. Later ging ik ook senioren trainen. Dat begon bij Den Hoorn en verder stond ik bij DHC, Wippolder, Concordia, Velo, DHL, opnieuw Den Hoorn en Concordia, SVC '08 en DSVP voor de groep. Nu ben ik assistent bij Concordia onder -13 2, het elftal van mijn zoon. Wellicht ligt er in de toekomst nog een mooie uitdaging te wachten."