Tekst van het stadsrecht in het Latijn (rood) en het Nederlands (zwart) in het privilegeboek uit de vijftiende eeuw. (Archief 598, inv.nr 1252)
Tekst van het stadsrecht in het Latijn (rood) en het Nederlands (zwart) in het privilegeboek uit de vijftiende eeuw. (Archief 598, inv.nr 1252) Foto:

365 dagen Delft – Delft is jarig

Wekelijks presenteren Ingrid van der Vlis en Gerrit Verhoeven hier een archiefschat. Nieuwsgierig geworden? Op www.stadsarchiefdelft.nl verschijnt zelfs dagelijks een nieuw verhaal, 365 dagen lang!

Nog één nachtje slapen, dan is Delft jarig, voor de 773 ste keer maar liefst! 15 april 1246 kan namelijk gelden als de geboortedatum van de stad. Op die dag vaardigt graaf Willem II van Holland een oorkonde uit waarin hij de bewoners van Delft een aantal belangrijke privileges of voorrechten verleent. Hij geeft hun bijvoorbeeld vrijstelling van tolbetaling in zijn graafschap, wat een enorme impuls aan de handel geeft. Maar nog veel belangrijker: de Delftenaren krijgen een grote mate van zelfbestuur op het gebied van regelgeving en rechtspraak. De schout en zeven schepenen mogen verordeningen uitvaardigen en overtredingen zelf berechten. In eerste instantie geldt dit stadsrecht alleen voor het gebied van de Nieuwe Delft, dat is de gracht langs de tegenwoordige Koornmarkt, Wijnhaven, Hippolytusbuurt en Voorstraat. In 1268 krijgen de bewoners langs de Oude Delft dezelfde voorrechten.

De tekst van de stadsrechtoorkonde is in het Latijn. Dat is in die tijd de gebruikelijke taal voor officiële documenten. Hij is geschreven op een vel perkament van circa 60 bij 45 centimeter. De originele privileges worden eeuwenlang hoog en droog bewaard in de toren van de Oude Kerk. Dat is de veiligste plek van de stad in tijden van overstromingen, brand en oorlogsgeweld. Desondanks is de originele oorkonde zwaar gehavend en is het zegel verloren gegaan. Hoe dat komt, is een raadsel.

Het zal niet zijn veroorzaakt door intensief gebruik. De secretaris en de klerken van het stadsbestuur beklimmen natuurlijk niet elke keer als zij iets willen nakijken de trappen van de kerktoren. Voor dagelijks gebruik leggen zij een privilegeboek aan met afschriften van de belangrijkste stukken. Daar kunnen zij naar hartenlust in bladeren en als het nodig is aantekeningen maken.
Het oudste privilegeboek dat bewaard is gebleven, dateert uit het eerste kwart van de vijftiende eeuw. In die tijd is het Latijn ook als bestuurstaal al lang vervangen door het Nederlands. Dat is goed af te lezen aan dit boek, dat zich net als de originele oorkonde bevindt in het Stadsarchief. Het stadsrecht is opgedeeld in artikelen en na elke met rode pen geschreven Latijnse passage volgt in
zwart de Middelnederlandse vertaling. Zo kunnen ook degenen die het Latijn niet machtig zijn, nagaan wat het stadsrecht behelst.