Een van de 368 (!) werken die het Stadsarchief bezit van Arthur Tutein Nolthenius, Interieur van de
Nieuwe Plantage 48, ca. 1950 (TMS 132682)
Een van de 368 (!) werken die het Stadsarchief bezit van Arthur Tutein Nolthenius, Interieur van de Nieuwe Plantage 48, ca. 1950 (TMS 132682) Foto:

365 dagen Delft: Wereldreiziger

Wekelijks presenteren Ingrid van der Vlis en Gerrit Verhoeven hier een archiefschat. Nieuwsgierig geworden? Op www.stadsarchiefdelft.nl verschijnt zelfs dagelijks een nieuw verhaal, 365 dagen lang!

Het is een wonder dat Stadsarchief Delft zoveel werken van deze kunstschilder bezit. Arthur Tutein Nolthenius (1891-1956) is weinig honkvast en woont niet veel langer dan tien jaar in Delft. Hij wordt geboren in Den Bosch en woont onder meer in Amsterdam, Utrecht en Den Haag. Na zijn studie en promotie in de geologie werkt hij tijdelijk in Zürich en Lausanne. In 1921 is Tutein Nolthenius terug in Nederland om met Geertruida Stemberg te trouwen, waarna het echtpaar naar Mexico vertrekt. In Tampico, een groeiende handelsstad met een rijk aardolieveld, komen twee zoons ter wereld: Rudolf en Coenraad. Een derde zoon, Cornelis, ziet het levenslicht in Den Haag, waar Tutein Nolthenius rond 1930 aan het werk gaat als 'inventarisator' bij het in 1904 opgerichte Museum ten Bate van het Onderwijs, tegenwoordig beter bekend als het Museon. Deze vaste standplaats geeft de rust om op een andere manier grenzen te verkennen: Tutein Nolthenius ontdekt de schilderkunst, en dan vooral het aquarelleren. Hij wordt werkend lid van de afdeling beeldende kunsten van De Kring in Den Haag en maakt daar onder meer enkele tientallen aquarellen van de Haagse dierentuin, nu in het bezit van het Haags Gemeentearchief. Aan het eind van de Tweede Wereldoorlog strijkt het gezin neer in Delft, op Nieuwe Plantage 30. In deze jaren richt Tutein Nolthenius zich steeds meer op zijn schilderwerk, getuige de grote verzameling aquarellen met Delftse taferelen die hij na zijn dood achterlaat. Stadsarchief Delft bezit er 368, waaronder dit kleurrijke werk van Nieuwe Plantage 48, het huis waar neef Hugo Tutein Nolthenius woonde. Want Arthur mag een bijzondere carrière gehad hebben, zijn familieleden konden er ook wat van. Vader was hoofdingenieur bij Rijkswaterstaat, grootvader zat in de Tweede Kamer en deze neef was jarenlang directeur van Calvé. Het geld dat Hugo daar verdiende, investeerde hij in kunst. Zo bezat hij onder meer de beroemde 'Aardappeleters' van Van Gogh, en dat hing dus híer ergens aan de muur.