Jan Heijdra beleefde met zijn vrienden voor het leven uit de Wippolder prachtige tijden bij Delfia. (foto: Roel van Dorsten)
Jan Heijdra beleefde met zijn vrienden voor het leven uit de Wippolder prachtige tijden bij Delfia. (foto: Roel van Dorsten) Foto: Roel van Dorsten

Hoe gaat het met Jan Heijdra?

BLEISWIJK - Jan Heijdra (65) was volgens zijn vrienden geen goede voetballer, maar keepen kon hij als de beste.

Hoe komt een jongen die in de Wippolder woont bij Delfia, toen nog aan de Kogelgieterij, terecht? "Natuurlijk was het veel handiger geweest om bij Wippolder te gaan voetballen, want dat was een paar minuten fietsen. Op het 'perkie' achter de Professor Krausstraat, waar ik woonde, speelden we echter met jongens als John, Cock en Leo de Wit, Cock de Booij en Frans Aschmann. Zij voetbalden bij Delfia en ik ging als achtjarig jochie met ze mee."

- Was al meteen duidelijk dat je keeper werd?
"In het perkie hadden die jongens van een paar palen een goal gemaakt en als ik mee ging voetballen, liep ik vooral in de weg. Ik ben voor dat doel gaan staan en nooit meer weggegaan. Je hoort mensen weleens zeggen dat keepers een beetje gek zijn en dat klopt denk ik ook wel. Op gravel dook ik net zo hard als op het gras en je werpt je soms op ballen: dat zou een normaal mens nooit doen."

- Hoe verliep de overstap naar de senioren?
"Met die jongens uit de Wippolder maakten we de overstap en John de Wit en Hans Recourt kwamen meteen in het eerste terecht. Ik kwam met de anderen in het tweede terecht. Jan Smit was eerste keeper en die was natuurlijk eigenlijk te goed voor Delfia. Toen hij naar Delft vertrok, kwam ik in het eerste terecht."

- Met wie speelde je zoal samen?
"Met die jongens uit de Wippolder en mannen als Aad Knol, de Blinkertjes, de Gronsveldjes. Het was een hartstikke leuk elftal. Eerst was Wim Noordam trainer, erna Miel Hollaard, Ed Klauwens en daarna Chris Kronshorst. Met Miel Hollaard kon je lachen. Hij werkte bij defensie en toen Cock in den Haak eens geblesseerd was, gingen we op de kazerne trainen. Hij vroeg of we wat wilden drinken en we vroegen om een frisje. Hij bestelde bier. Op de vraag of we wat wilden eten zeiden we nee, maar hij bestelde saté voor ons. Vervolgens bestelde hij nog een biertje. Toen we 's avonds een wedstrijd hadden zei 'ie: 'Jullie doen niet mee, want jullie hebben zitten zuipen'."

- En later kwam Chris...
"Ja, onder hem speelden we prachtig verzorgd voetbal. Ik weet nog steeds niet hoe het kwam dat we nooit kampioen werden. Die man kon zo goed voetballen. Hij was ook de eerste die zijn keepers apart trainde. Dan kwamen Mario Pico en ik op donderdagmiddag en dan ging 'ie met de Blinkertjes op ons afwerken. Die man had zo'n geweldige trap. We liepen eens van het veld af en rond de middenlijn zei hij dat hij op de lat ging schieten. Hij legde aan en het was raak. Ik zei: 'Je krijgt een tientje als je dat nog eens doet'. Even later was ik een tientje armer."

- Wanneer stopte je?
"Na een aantal jaar gingen we met de wat oudere jongens in het tweede spelen, al waren we kwalitatief misschien wel beter dan het eerste. Ik ben eigenlijk nooit geblesseerd geweest. Totdat ik in het vierde ging spelen. Daar brak ik al redelijk snel mijn been op twee plaatsen. Toen ben ik helemaal gestopt."

- Wat doe je nu nog?
"Ik ben nog een tijdje jeugdtrainer en leider geweest bij Delfia en die jongens kom ik zo nu en dan nog tegen. We zijn echt vrienden voor het leven. Omdat ik in Bleiswijk woon, ga ik nog weleens bij Soccer Boys kijken, waar Robbert Linthorst, ook een Delfiaan, trainer is. Dat bij Delfia kijken niet meer kan, vind ik doodzonde."