Frans Hogervorst heeft prachtige anekdotes; eigenlijk veel te veel om in dit artikel recht aan te doen. (foto: Roel van Dorsten)
Frans Hogervorst heeft prachtige anekdotes; eigenlijk veel te veel om in dit artikel recht aan te doen. (foto: Roel van Dorsten) Foto: Roel van Dorsten

Hoe gaat het met Frans Hogervorst?

DELFT - Frans Hogervorst (91) werd tijdens de nieuwjaarsreceptie van Full Speed gehuldigd vanwege zijn 80-jarige lidmaatschap.

Eigenlijk is Hogervorst al langer lid. "Je mocht toen pas op je tiende beginnen. Ik kon het aardig, dus speelde vanaf mijn zesde onder een valse naam. We speelden op een veld van de blikfabriek Lorrewa, dat voor vierhonderd gulden werd gehuurd en waar doordeweeks koeien, schapen en paarden op stonden. Op zaterdag kreeg je een reep Kwatta om stront te scheppen. Als het derde speelde, moest je een halve kruiwagen laten staan. Die werd op de penaltystip uitgestort en er viel altijd wel een penalty. Dan zaten de keeper en toeschouwers achter het doel onder de koeienstront. Er hingen trouwens alleen op zondag netten in het doel en ballenvangers waren er niet. Doordat je vaak over slootjes moest springen, duurden de wedstrijden geen twee keer dertig minuten, maar een minuut of tien."

- Ben je altijd bij Full Speed gebleven?
"Ja, maar ik heb ook bij DHL en DHC gespeeld. Via de Heilig Hartschool werd ik door de pater gevraagd om naar DHL te komen. Dat heb ik een jaar gedaan en kon er gewoon naast, want zij speelden in de katholieke bond. Toen in de oorlog het veld van Zuideinde vol met heipalen kwam te staan, omdat men bang was dat er vliegtuigen zouden landen, werd mijn vader door Jan Post, die altijd ontzettend goed voor me is geweest, gevraagd of ik bij DHC wilde spelen. Ik speelde er samen met Henk van der Beek. Daar stapte ik voor het eerst onder de douche. Ook mooie herinneringen uit de jeugd waren dat ik in het Delfts elftal speelde als enige HVB'er. Daar was niet iedereen het mee eens."

- En in de senioren?
"Na de fusie tussen Zuideinde met FZC ontstond Full Speed en ben ik daar gaan voetballen. Ik heb zeventien seizoenen onder Ben Ditmars getraind en meneer Post zat regelmatig langs de lijn. In die tijd speelde ik ook in het Delfts Elftal, waarmee ik ook naar Engeland ben geweest. Dat was een geweldige ervaring. Meneer Cooper, bestuurslid van Middlesbrough nam me mee de kleedkamer in en ik kreeg van elke speler een handtekening op het programmaboekje. Weer terug, toen ik in het tweede aan het afbouwen was, werd Piet van Geest trainer en vroeg hij me om weer bij het eerste te komen. Dat heb ik nog een paar seizoenen gedaan."

- En nadat je stopte?
"Ging ik in lagere elftallen spelen. In het vijfde vormde ik een gouden duo met Jan Hageman. Later werd ik leider van het tweede, terwijl trainer Jan van Miert zijn trainersdiploma ging halen. Ik ging met hem mee en slaagde met glans. Ik begon als trainer bij VV Rhoon, ging later naar Delft en Oliveo en ben twee keer trainer geweest bij Full Speed, waar ik twee keer kampioen werd. Ook was ik de eerste hersteltrainer van Nederland: als er een speler geblesseerd raakte, ging ik namens het bestuur met een fruitmandje langs. Ik vind het fijn dat ik nu nog bij elke club warm welkom word geheten."

- Je had er dus talent voor...
"Schei toch uit. Ik had het geluk dat ik een aantal heel goede voetballers had. Denk je dat ik Marcel Besse dat vernietigende schot heb aangeleerd? Of dat ik Ruud de Boer zo technisch heb gemaakt? Trainers doen tegenwoordig maar interessant, maar ik ben ervan overtuigd dat hun invloed zeer beperkt is. Daarom was mijn devies altijd: 'Je kunt dollen met me wat je wilt, maar als op zondag om half drie dat fluitje gaat, dan sta je er. En dat deden die jongens."