Henri van der Reijken speelde jarenlang in het eerste van DES en is nu de trainer van het vlaggenschip. Volgende week is de derby tegen Excelsior. 'Ik verwacht een beladen en spannende wedstrijd', zegt hij. (foto: Jesper Neeleman)
Henri van der Reijken speelde jarenlang in het eerste van DES en is nu de trainer van het vlaggenschip. Volgende week is de derby tegen Excelsior. 'Ik verwacht een beladen en spannende wedstrijd', zegt hij. (foto: Jesper Neeleman) Foto:

Oud-korfballer Henri van der Reijken blikt terug

DELFT - Delft op Zondag blikt wekelijks met oud-sporters terug op hun gloriejaren. Deze week doen we dat met korfballer Henri van der Reijken.

Door: Jesper Neeleman

De 49-jarige Delftenaar is al bijna zijn hele leven verknocht aan DES. Dat begon op 6-jarige leeftijd, toen zijn oudere broer Eric hem meenam naar Sportpark Biesland. "Wat me vooral is bijgebleven van die jeugdjaren, is dat we in de winter in de Veilinghallen Noord speelden, in Poeldijk", vertelt hij. "Het was er net zo koud als buiten, maar wel droog. Je moest in die hallen altijd oppassen voor de olievlekken die vorkheftrucks hadden achtergelaten. Een bijzonder decor. We speelden daar met tien teams tegelijk in zo'n hal. Dat was een kakofonie van geluid. Een pestherrie."
Op Sportpark Biesland waren toen nog vier korfbalverenigingen. Die korfbalden op velden van gras en gravel, afgescheiden door bosschages. "Als kind bracht ik al hele dagen op de club door. Werd ik 's ochtends om 09.00 uur gebracht, omdat ik eerst zelf moest korfballen. Daarna gingen we tienen. Of voetballen. Dat deed ik met leeftijdsgenoten als Chiel Albers, John Huisman, Erwin van der Vlist, Astrid Schreuder, Mirjam Wergers en Nanda van der Eng. En als na zo'n dag bij DES het eerste rond etenstijd klaar was, werd ik weer opgehaald." Hij vond het geweldig. Toen hij net 17 was, in 1985, was debuteerde hij in het eerste. "Ik weet nog dat het gebruikelijk was om na verre uitwedstrijden met elkaar uit eten te gaan. Dat was voor mij lastig te bekostigden. De oude garde zei toen: 'Leg maar neer wat je kunt missen, wij betalen de rest'. Dat wilde ik niet, maar zij stonden erop. 'Over acht jaar doe jij dat ook voor de jongere spelers', zeiden ze dan. En dat klopte."
Het ging in die begintijd goed met het eerste van DES, dat in de eerste klasse speelde. Maar de club kwam in een neerwaartse spiraal. Op het dieptepunt had de vereniging nog maar tachtig leden en het vlaggenschip was afgezakt naar de vierde klasse. Henri van der Reijken zakte mee in het niveau, bekent hij. Hoe het was in de vierde klasse? "Niet leuk", antwoordt hij. "Het korfbal was ongecontroleerd en hard. En daardoor stopten sommige spelers en zakten we steeds verder af." Hij stopte echter niet op z'n dieptepunt, maar op 30-jarige leeftijd, toen DES terug in de derde klasse was. Hij bleef daarna bij DES betrokken. Als bestuurslid, in commissies en momenteel is hij trainer van het eerste, waarin zijn 18-jarige zoon Jelle speelt. "Wel bijzonder ja", vindt hij. "Ik herken ook wel wat van mezelf in hem. Dat fanatieke. En hij is ook allround." Ook zoonlief komt graag bij DES. "Op zaterdag eet hij nooit thuis. Vraagt hij of ik z'n tas mee naar huis wil nemen. Dan gaan ze met een groep van DES de stad in. Wat wel bijzonder aan DES is, is dat ze dan niet met alleen spelers van 1 of 2 gaan, maar met mensen van het eerste tot het achtste. Dat was in onze tijd zo en dat is nog steeds zo." Ook typisch DES: Plezier is wel belangrijker dan presteren. "Zo waren we eens met het hele team naar een feestje geweest, bij m'n broer thuis. Dat was nogal laat geworden. Toen zaten toeschouwers de volgende dag met wekkers langs het veld om ons wakker te houden."