Sandra van Noord en haar boek Kas di shon, dat onder meer verkrijgbaar is bij Boekhandel De Omslag. (foto: Jesper Neeleman)
Sandra van Noord en haar boek Kas di shon, dat onder meer verkrijgbaar is bij Boekhandel De Omslag. (foto: Jesper Neeleman) Foto:

Ook elk plantagehuisje heeft z'n kruisje, weet Sandra van Noord

DELFT – Sandra van Noord woont 'gewoon' in Delft, maar werkte afgelopen jaren aan een boek over plantagehuizen op Curaçao.

We beginnen dus maar met de meest voor de hand liggende vraag: waarom? "Omdat zo'n boek er nog niet was", antwoordt Sandra. Ze is op Curaçao verwekt en het eiland bleef haar ook na haar geboorte nog trekken. "Ik heb er als kind met m'n ouders veel avontuurlijke tochten gemaakt. Ook op latere leeftijd ben ik er meerdere keren geweest. En altijd kwamen we die grote huizen weer tegen. Nu vooral omringd door cactussen en prikkelstruiken. Maar vroeger werd er rondom die plantagehuizen volop landbouw bedreven. Daar zit een hele interessante geschiedenis achter." Desondanks ontbrak het aan een fatsoenlijk boek over dit onderwerp. Vijf jaar terug hoorde ze over het voornemen om vier van de plantagehuizen op de Unesco Werelderfgoedlijst te laten plaatsen. "Toen dacht ik: dit is het moment om aan de slag te gaan en zelf zo'n boek te maken."
Curaçao was in de zeventiende en begin achttiende eeuw een doorvoereiland voor slaven, die vanuit West-Afrika deze kant op waren gekomen. Op Curaçao konden ze even op krachten komen, zodat ze wat aangesterkt op de slavenmarkten verschenen. Voor al die slaven en alle mannen die zich met die handel bezighielden, moest dus voldoende eten op het eiland aanwezig zijn. Daarom werden plantages opgericht, waar van alles werd verbouwd. "Maar het was geen succes", weet Van Noord. "Curaçao is heel warm en droog. Eens in de zeven jaar hadden ze voldoende regen, de andere zes jaar mislukte de oogst vrijwel altijd."
Veel plantagehuizen bleven bespaard. Ze zijn nog steeds te bewonderen en veel zijn er in gebruik. Van Noord focust zich in het boek op de huizen die toegankelijk zijn, als museum, galerie of hotel/restaurant. Daarbij kreeg ze hulp van vele deskundigen, die meerdere hoofdstukken voor hun rekening namen. Haar man maakte de foto's, maar ze werkte ook samen met lokale fotografiestudenten, die enkele ruïnes fraai vastlegden. Het was geen straf op het eiland zelf aan het boek te werken. Ze werd er vaak met open armen ontvangen, allerlei deuren zwiepten – en soms heel onverwachts – open. Tegelijk maakte ze ook kennis met het Antilliaans kwartiertje. "Dat is wel heel Curaçaos; dat iemand te laat op een afspraak verschijnt."
Ze is trots op het eindresultaat. "Ik denk dat er veel mensen zijn die dit boek heel interessant vinden. Mensen die de huizen ooit eens hebben gezien. Of die het, voordat ze er naartoe gaan, zullen lezen. Voor als ze er toch iets meer willen doen dan alleen zonnen en snorkelen." Het boek heeft nóg een Delfts tintje. Midden in het boek zit in een kleurrijk kunstwerk van de inmiddels overleden Delftse schilder Fred Breebaart. "Dat was ook best bijzonder", zegt Van Noord. "Ik kende zijn schilderijen van Curaçao wel. Die staan daar onder meer op ansichtkaarten afgebeeld. Maar ik heb nooit geweten dat hij uit Delft kwam." Is het, zelfs als je een boek over een eiland duizenden kilometers verderop maakt, toch nog een kleine wereldje…
Het boek 'Kas di shon' is onder meer verkrijgbaar bij Boekhandel De Omslag aan de Wijnhaven in Delft en online via www.lmpublishers.nl.