Sportcongres: begin van een nieuwe traditie?
DELFT – Delft wil groeien en tot het jaar 2040 zo'n 15.000 woningen realiseren. De mensen die hierin gaan wonen moeten ook kunnen sporten, maar waar? Tijdens het eerste Delftse sportcongres werd bij die vraag stilgestaan.
Zo'n 75 belangstellenden waren vorige week vrijdag voor dit congres naar de Van der Mandelezaal in Museum Prinsenhof gekomen. Dit was georganiseerd door de Sportraad Delft.
Centraal stond de op verzoek van het Sportraadbestuur ontwikkelde nieuwe visie op sport en bewegen voor de periode tot 2025. Deze is in opdracht van sportwethouder Raimond de Prez geschreven door onderzoeker Rob de Vries en tot stand gekomen na overleg met gemeentelijke ambtenaren, het Sportraadbestuur, een klankbordgroep en twee discussieavonden met Delftse sportclubs. Na inleidingen door Sportraad-voorzitter Wicher Schreuders en sportwethouder Raimond de Prez presenteerde Rob de Vries van onderzoeksbureau D&P de conceptnota. Hij benadrukte dat de druk op sportaccommodaties in Delft sterk zal toenemen gezien de ambitie om in de komende 20 jaar nog zeker 15.000 nieuwe woningen te bouwen. Delft moet daarom nu al plannen ontwikkelen om ervoor te zorgen dat zoveel inwoners ook in 2040 kunnen sporten. De Vries schetste vier looplijnen: het stimuleren van sport en bewegen, het vitaliseren van sportverenigingen, het versterken van binnen- en buitensportaccommodaties en de aanpassing van de openbare ruimte met het oog op sport en bewegen.
Het College van B en W zal de nieuwe sportvisie op korte termijn vaststellen en daarna kan de gemeenteraad zich over de plannen uitspreken. Vervolgens wordt een investeringsagenda opgesteld, waarin concrete plannen en de daarmee gemoeide financiën benoemd worden.
Later vertelde Gert Jan Lammens van Rotterdam Sport Support hoe sportclubs in Rotterdam, die veelal te maken hebben met teruglopende inkomsten en minder beschikbaarheid van vrijwilligers, worden ondersteund door zijn organisatie, die los staat van de gemeente.
Sportraad-voorzitter Wicher Schreuders concludeerde in zijn slotwoord dat diverse elementen uit de presentaties van Rubingh en Lammens zeer bruikbaar zijn bij de nadere invulling van de nieuwe sportvisie voor Delft. Hij noemde de opkomst 'boven verwachting' en het aanwezige gezelschap 'zeer divers'. "Dit leverde in de wandelgangen interessante ontmoetingen op, waarin het lokale sportbeleid centraal stond. Het eerste sportcongres was een groot succes." Dus stelden Schreuders en De Prez dat het voor de hand ligt dat een tweede congres gaat volgen. "We hopen dat dit een mooie traditie kan gaan worden", aldus Schreuders.