Afbeelding
Foto:

Bert van den Berg

Bert van den Berg is al 42 jaar leraar lichamelijke opvoeding op de Delftsche Schoolvereeniging, maar gaat nu met pensioen.

1. Waarom wilde je hier in de gymzaal met de kinderen op de foto?
"Omdat ik hier al bijna 42 jaar met heel veel plezier heb gewerkt aan de motorische ontwikkeling van alle kinderen, van groep 1 tot en met 8. Het is een kleine, maar mooie en lichte zaal met een houten vloer en een fraai uitzicht op de binnenstad."

2. Waarom ben je ooit gymleraar geworden?
"Ik was vroeger geen topsporter, maar heb wel op niveau geturnd, gewaterpolood, gezwommen en gebasketbald. Ik hou van bewegen en het gaat me goed af. Ik doe alles fietsend of lopend. Als ik eens de wagen pak dan moet ik 'm eerst gaan zoeken. Lichamelijke opvoeding is voor 50 procent bewegen en voor 50 procent cognitief. Die combinatie vind ik heel mooi en het is leuk dit over te brengen op anderen."

3. Is het werk in de afgelopen 42 jaar veel veranderd?
"Op bewegingsgebied wel. Dat je in rijtjes moet wachten tot je aan de beurt bent; dat is nu niet meer. Tijdens lessen zijn kinderen altijd bezig. Verder is de school steeds groter geworden. Toen ik begon waren er zes klassen en geen kleuters. Tegenwoordig telt de school zeventien groepen en zijn er wachtlijsten voor vrijwel alle klassen."

4. Zijn de leerlingen in die tijd veel veranderd?
"Ze zijn nu wat vrijer en mondiger. Maar het blijven kinderen. Bewegen zit in alle kinderen. Er bestaan ongetwijfeld kinderen die niet willen bewegen, maar ik ken ze niet. Soms zijn ze wat minder enthousiast, dan kun je ze prikkelen. Met alle kinderen probeer ik een succeservaring te bereiken. Voor de één is dat een schitterende salto, voor een kind met hoogtevrees kan dit het beklimmen van de derde sport op het klimrek zijn. Dan zijn ze apetrots."

5. Wat is je mooiste herinnering?
"Elke keer als ik kinderen met een gelukzalige glimlach zie, omdat ze iets hebben gedaan wat ze eerst niet konden. Dat is het allermooiste."

6. Wat is het geheim van een goede gymles?
"Het is een voorwaarde dat ze aan het einde van de les meer kunnen dan voorafgaand aan de les. En dat ze uiteindelijk bezweet en voldaan de les verlaten. Ik zeg altijd: wat je niet durft moet je niet doen. Laat je niet beïnvloeden, maar blijf jezelf. Dat geldt voor het hele leven. Tegelijkertijd probeer ik ze wel om ze het vertrouwen te geven en ze te stimuleren, zodat ze uiteindelijk zelf gemotiveerd zijn om toch hun grenzen te verleggen."

7. Als ik burgemeester van Delft was, dan...
"... zou ik ik het belangrijk vinden dat beweeg- en sportmogelijkheden in de buurt blijven. Helaas zijn er de afgelopen decennia veel sportvelden naar de rand van de stad verhuisd. Ook groene speelplekken zijn er, vind ik, te weinig in onze volgebouwde stad."

8. Kijk je uit naar je pensioen?
"Nee. Dat heb ik nooit gedaan."

9. Waarom niet?
"Ik heb bij mensen om me heen te vaak meegemaakt dat ze overleden, vrij kort nadat ze met pensioen gingen. Ik stel daarom niet uit wat ik wil doen. Dus zit ik nu al regelmatig op een terras, ga ik lekker uit eten, fietsen of wandelen. Ik zie trouwens ook tegen m'n pensioen op. Een voordeel is dat ik straks buiten de schoolvakanties op vakantie kan."

10. Wat ga je het meeste missen?
"De kinderen en hun enthousiasme. Als ik door de gang loop, of leerlingen en hun ouders in de stad tegenkom, voel ik me soms net Sinterklaas. 'Daar gaat meester Bert', is het dan. Dan merk je wat een rol je speelt."