Willem (links) en Gerrit (rechts) Mensert geven het goede voorbeeld. 'Als ik iemand met een ijzeren hamer op een beitel zie slaan; daar erger ik me aan', zegt Willem. (foto: Jesper Neeleman)
Willem (links) en Gerrit (rechts) Mensert geven het goede voorbeeld. 'Als ik iemand met een ijzeren hamer op een beitel zie slaan; daar erger ik me aan', zegt Willem. (foto: Jesper Neeleman) Foto:

Gereedschapmuseum Mensert: al 25 jaar een soort Ark van Noach
voor de bouwwereld

DELFT – In Gereedschapmuseum Mensert druipt de liefde voor het vak bijna letterlijk van de muren. Die ene keer in de maand dat het open is lopen bezoekers de deur niet plat, maar daar is het de familie Mensert ook niet om te doen.

Door: Jesper Neeleman

Dat blijkt wel als de gebroeders Willem en Gerrit ons rondleiden. Ze werkten een leven lang in de bouw. Willem is gestopt met werken, maar is verlaat. Hij had nog een klusje. Z'n handen verraden dat hij niet stil zit. Het zijn onvervalste blote mannen klauwen vol eelt, smeer en andere getuigen van klusprojecten. Op z'n schoenen – met stalen neuzen – restanten witsel. Willem is een man van de praktijk.
Dat blijkt wel tijdens de rondleiding. Al gauw blijkt het gereedschapmuseum, anders dan de openingstijden misschien doen vermoeden, geen klein hokje met wat oud gereedschap. Ja, gereedschap is er in overvloed, maar alles is keurig en overzichtelijk gepresenteerd. "We zijn elke eerste zaterdag van de maand open", vertelt Gerrit. "Dan komen er vijftien tot twintig bezoekers. Meestal mensen die in het vak hebben gezeten. Ze vinden die nostalgie hier zo leuk. Die oude gereedschappen. Dan komen soms mooie verhalen. Anekdotes, die niet altijd goed afliepen."

Ruim honderd jaar
De familie Mensert eet, drinkt en slaapt de bouw. Al ruim honderd jaar. En de mannen hadden één ding gemeen. Ze waren zuinig op hun gereedschap. Die werden na overlijden overgedragen aan de zonen. Die er ook weer zuinig op waren. Dus is in het museum onder meer een schaaf uit 1785 te zien. "Daar heeft onze opa nog mee gewerkt", zegt Willem. En waar de gemiddelde Nederlander niet warm wordt van een schaaf, worden de mannen dat hier wel. "Wij zijn schavengek. Met zo'n simpel stuk gereedschap maakten ze vroeger de mooiste dingen. We vinden het belangrijk dat vandaag de dag aan iedereen te kunnen laten zien." Piet Mensert, de huidig directeur van Aannemersbedrijf Gebr. Mensert, knikt instemmend. "Tegenwoordig gaat alles snel en machinaal. Het echte ambacht sterft steeds meer uit."
Gelukkig is er het gereedschapmuseum, dat komende maand haar 25-jarig jubileum viert. Het museum is een soort Ark van Noach voor de bouwwereld. Van het roerhoutje van de Gamma van nu tot de meest futuristisch ogende gereedschappen uit de achttiende eeuw: het ligt er. Gerrit blijkt een passie voor gereedschap van Stanley te hebben. Hoe kun je hier een passie voor hebben? "Loop maar mee", antwoordt hij. Hij toont eerst wat schaven van gewonere merken. Dan die van Stanley. "Zie je dat? Schaven zijn altijd functioneel. Stanley maakte ze functioneel èn mooi. Ze gebruiken veel meer tierelantijntjes en zo." Dus ging hij ze verzamelen. Lachend: "Ik ben er alleen een beetje ver in doorgeslagen."
De mannen erfden, kochten, maar kregen ook veel van particulieren en bedrijven. Het museum begon 25 jaar geleden met de presentatie van wat oude familiestukken. "Maar het was toen net of je hier bij een ijzerhandel binnenstapte", zegt Willem. Al gauw kwam het museum in de krant en meteen daarna kwamen Jan en alleman er met spullen langs. De presentatie werd steeds beter en professioneler. "We gingen bijvoorbeeld diorama's maken." Het museum omvat nu verschillende delen en ruimtes, zoals de werkplaats van de schilder, de timmerman en de metselaar. "Het is gigantisch uit de hand gelopen", zegt Willem. "We hebben hier de meest uiteenlopende gereedschappen. Echt een museale collectie. En we kunnen er ook nog mee overweg. Ik zeg altijd: kannie bestaat niet. Formules en zo, of oude dakspanten, dat vind ik prachtig. Ik sta er ook weleens van versteld hoeveel we krijgen. Dan komt er plots een oude baas langs met een schaaf uit 1870. Dan ga ik helemaal uit m'n dak." Willem praat enthousiast verder over een kuikenborensetje, een papagaaienbek, een duivelverjager, een ezelsrug en een melkmeisje. "En kijk dit nou. Dat komt uit 1785. Een doodgewoon rotschaafje, misschien, maar ik vind dat hartstikke leuk. Het geeft me rust als ik hier ben. En ik ben er best trots op."
We komen aan bij de presentatie van honderden glassnijders. "Gekregen van een meneer uit Zwolle, die hier regelmatig kwam. Ik had er 25, hij ietsje meer. Toen hij verhuisde mochten we alles hebben. Omdat hij ons het beste museum van Nederland vond. Heeft ie hier nog eens een dag voor deze kast gezeten. Helemaal in z'n nopjes." Gereedschappenmuseum Mensert is elke eerste zaterdag van de maand geopend van 11.00 uur tot 17.00 uur.