Hoop doet leven


Al bijna vijftien jaar volg ik voor plaatselijke kranten de plaatselijke sportclubs. Al bijna even lang hoop ik hem of haar ooit te treffen. De sportman of -vrouw die er niet omheen draait. Die zegt: 'Het wordt niets dit jaar. Gewoon, omdat we er niet zoveel van kunnen. Of omdat anderen simpelweg beter zijn.' Dat zeg je niet. Aan de vooravond van een nieuw seizoen is iedereen vol vertrouwen. We worden kampioen, gaan promoveren, voor het linkerrijtje of we gaan handhaven. Logische gedachtes. Toch kan het anders, weet ik uit ervaring. Ik speelde enkele jaren in het eerste van zaterdagvierdeklasser DVC. Degraderen kon niet, want we speelden al in de laagste afdeling. Promoveren kon, gezien onze kwaliteit, evenmin. We speelden om des keizers baard. Jarenlang. We waren slecht en we wisten het. Maar het was een geweldige tijd. Want als je nooit wint, maak je er op andere manieren een leuke tijd van. De vele uren in de kleedkamers waren onvergetelijk. Net als de sfeeracties rond wedstrijden van niets, onze interviews met denkbeeldige verslaggevers, fotosessies met denkbeeldige fans en ook die keer dat ik twee penalty's in één minuut tijd veroorzaakte was lachen. Alleen niet op het moment zelf. Na jaren in de diepste kelder van het amateurvoetbal verloor ik echter alle hoop. De sporters die ik nu spreek hebben daar geen last van. Zij hebben hoop. En ze hebben gelijk. Ook al was het vorig jaar uien, dit jaar zal alles anders zijn. Ook ik hou hoop. Op die ene sporter die het durft te zeggen: Het wordt niks, dit jaar.

Jesper Neeleman