Aad van den Bos is nog vrijwel dagelijks bij Blue Birds te vinden, maar hij dan druk is met de meest uiteenlopende klusjes. Eind jaren '70 speelde hij er een blauwe maandag in het eerste.
Aad van den Bos is nog vrijwel dagelijks bij Blue Birds te vinden, maar hij dan druk is met de meest uiteenlopende klusjes. Eind jaren '70 speelde hij er een blauwe maandag in het eerste. Foto:

Oud-honkballer Aad van den Bos blikt terug

DELFT - Wekelijks blikt Delft op Zondag met oud-sporters terug op hun gloriejaren. Deze week doen we dat met oud-voetballer en -honkballer Aad van den Bos (76).

Door: Jesper Neeleman

Van den Bos is geen man met een bomvolle prijzenkast en een waslijst aan glansrijke overwinning. Hij brak misschien geen potten, maar wel benen. Daarover later meer.
Z'n pech begon op 6-jarige leeftijd, toen hij uit bed viel. Hij viel op z'n heup. Botsplinters lieten los en volgden hun eigen weg in z'n lichaam. Zes jaar lang was hij aan het tobben. Sporten zat er niet in. Na z'n twaalfde voetbalde hij vooral op straat en trapveldjes op plekken waar nu TU-gebouwen staan. Pas op 18-jarige leeftijd meldde hij zich bij SV Wippolder. "Ik had daar pas twee wedstrijden gevoetbald en toen werd ik al gevraagd om met het eerste mee te doen." Hij beschouwt het nog altijd als zijn hoogtepunt op sportief vlak. "Ik ben daar best trots op." Jarenlang speelde hij in het eerste van SV Wippolder. Hij brak twee keer z'n been. "Werd ik met een sliding van achter echt in elkaar geschopt." Hij weet niet meer in welke wedstrijd. Ons gokje dat het vast een Haagse club was, blijkt correct. "De laatste en derde keer dat ik m'n been brak, was nog op Sportpark Oude Laan. We speelden op een veld dat 80 meter van het terras bij de kantine lag. En zelfs op dat terras hoorden ze m'n been breken. Een verschrikking. Als ik eraan denk, voel ik de pijn nog. Na twee keer dacht ik dat dit me nooit meer zou gebeuren." Maar het gebeurde wel.
Een lang revalidatieproces volgde. Van den Bos was niet blij. Zijn werkgever, de gemeente Delft, evenmin. Eenmaal hersteld werd hij benaderd om te gaan honkballen, met een veteranenteam bij de toen nog jonge vereniging Blue Birds. "Ik was 36 jaar en wist toen nog niets van honkbal, maar het ging me bijzonder goed af." Zodoende schopte hij het nog tot een handvol wedstrijden in de hoofdmacht. "Blue Birds speelde toen nog op de plek waar nu het Delftechpark is. Het was een super gezellige tijd. We hadden een houten kantine, pal achter de backstop-positie. Dat was qua omzet beter dan nu. Het was hier toen altijd hartstikke druk."
Feestjes waren schering en inslag. Soms was hier een reden voor, soms ook niet. "De laatste jaren was de vloer knap verrot. Zakten er tijdens het dansen nog weleens mensen doorheen. Dat was altijd een mooi gezicht. Dan legden we er een plank overheen en gingen we weer verder." Het dak van de kleedkamers was gelukkig steviger. "Ik hoorde tijdens een feest een keer wat vreemde geluiden vanaf het dak. Dus ging ik even kijken. Ik pakte een trap en ging dat dak op. Lagen daar een jongen en een meisje, die hun eigen feestje vierden."
Aad van den Bos is linkshandig, maar slaat rechts. "Maar omdat ik linkshandig ben denk ik vaak links. Dus gebeurde het eens dat ik aan slag was, de bal raakte en zo naar links, richting derde honk, rende. Iedereen lag in een deuk. Toen kwamen medespelers later in de kleedkamer eens naar me toe. 'Aad, we hebben wat voor je', zeiden ze. Hadden ze een standaard gemaakt, met daarop borden om aan te geven waar het eerste, tweede en derde honk zijn. Dat is humor."
Wat humor in de kleedkamer betreft, verschillen honkballers en voetballers volgens de 76-jarige Delftenaar niet veel van elkaar. In het veld wel. "Tijdens de gemiddelde voetbalwedstrijden vliegen de ziektes en beledigingen je om de oren. Dat maak je op een honkbalveld niet mee. En áls er al iets wordt gezegd, treden scheidsrechters kordaat op." Z'n been brak hij nooit meer. Het bleef bij wat sterretjes in z'n oog, nadat hier een bal op kwam. Dat kon hij hebben.