Michiel Wiegman deed allerlei sporten, maar vindt niets zo mooi als halters met zware gewichten de lucht in tillen. (foto: Jesper Neeleman)
Michiel Wiegman deed allerlei sporten, maar vindt niets zo mooi als halters met zware gewichten de lucht in tillen. (foto: Jesper Neeleman) Foto:

Oud-powerlifter Michiel Wiegman blikt terug

DELFT – Wekelijks blikt Delft op Zondag met oud-sporters terug op hun gloriejaren. Deze week deel 7, met voormalig bodybuilder en powerlifter Michiel Wiegman

Door: Jesper Neeleman

Als zoon van Arie Wiegman, jarenlang beheerder van Sporthal de Buitenhof, groeide hij op tussen de sporters. En tot op de dag van vandaag bevindt de inmiddels 60-jarige Delftenaar zich dagelijks tussen de sportende en zwetende medemens. Nu als eigenaar van sportschool Mega Fitness. Zelf kon hij er ook wat van. Hij voetbalde eerst in de jeugd van DHL. Was een 'linksbuiten a la Overmars'. Dat was leuk. Totdat hij ging judo'en. Dat was nog leuker. Hij haalde de zwarte band. Hij wilde sterker worden. Dus begon hij met krachtsport. Eerst gewoon thuis, met wat halters. Later bij Olympus. En voor hij het wist deed hij ook aan bodybuilding. Dat was afzien. Zes dagen trainen en 24 uur per etmaal met voeding bezig zijn. Maar met succes. Hij werd tweede van Nederland. "Omdat ik helaas te snel in de suikers ging. M'n pa werd een dag voor het NK 50 jaar. Ik dacht dat ik wel twee gebakjes kon eten." Dat pakte verkeer uit. "M'n lichaam hield veel vocht vast. En je moet droog zijn." Plaspillen en zweetsessies boden geen soelaas. Niet genoeg.
Nee, het bodybuilden was 'm toch niet helemaal. Vanwege die veeleisende discipline, maar ook vanwege de onderlinge rivaliteit. "Het was toentertijd een apart wereldje", zegt Wiegman. Dat was met powerliften, bij veel mensen vooral bekend als gewichtheffen, wel anders. Hij kijkt met het meeste plezier terug aan de tijd dat hij tot de top van de powerlifters behoord. "Powerlifters zijn gezellige mensen. Wat Bourgondisch ook. Ze eten alles wat los en vast zit en je kan met ze lachen. Ze zijn heel gemoedelijk ook. Tuurlijk is er onderling strijd, maar daarnaast helpt iedereen elkaar. Verder heeft powerliften meer dat wedstrijdelement. Het gaat erom wie de zwaarste gewichten tilt. Bodybuilden is meer een jurysport."

Verboden pot
En ja, in beide takken van sport wordt uit de verboden pot gesnoept, weet Wiegman. "Dat is in de krachtsport helaas niet weg te denken." Toen niet, nu niet en in de toekomst niet, verwacht hij. Hij deed er zelf nooit aan mee. En door zijn uitgesproken mening over doping, joeg hij weleens collega-sporters tegen zich in het harnas. Ja, één keer twijfelde hij even om te zondigen, bekent de viervoudig Nederlands Kampioen. "Toen was ik voor de tweede keer vierde geworden op een WK." Zonder hulpmiddelen was wereldkampioen worden een utopie. "Maar ik sta voor een schone sport. Dan maar geen goud", klinkt het stellig. Het was bovendien in dezelfde tijd, halverwege jaren '80, dat hij zijn eerste eigen sportschool begon. Dat had prioriteit boven zelf sporten. "Met gouden medailles viel geen geld te verdienen. Ik heb liever een dikke portemonnee dan dikke spierballen." Was het niet frustrerend, dat andere sporters wel gebruikten en de prijzen wonnen? "Nee", antwoordt Wiegman. "Maar het was wel jammer. Als er niet iets als doping had bestaan, was ik wereldkampioen geworden. Dat weet ik zeker. Wat me wel verbaasde, is dat er soms over werd gesproken alsof het niks was. Ik blijf er fel op tegen. Als ik weet dat mensen in mijn sportschool gebruiken, stuur ik ze weg. Dat heb ik weleens moeten doen, ja."

Gezonde afwijking
Wat er zo mooi aan powerliften is? "Als ik een halter zie liggen, dan moet 'ie van de grond", zegt Wiegman. "Dat is een gezonde afwijking van me. Halters hebben op mij een magische indruk." In zijn hoogtijdagen trok hij 'zo 200 kilo koud van de grond'. En hij tilde meer van de grond. "Eén keer moest er een zes cilinder motor in een busje worden geladen. Iemand ging hiervoor even een heftruck halen. Toen die terugkwam, had ik 'm al in het busje getild.

Die man vroeg zich af hoe dat kon." Zijn kracht bood vaker uitkomst. "Lang geleden maakte ik in de auto eens mee dat iemand in een Opel Ascona me afsneed. Daarna ging hij verder met treiteren. Toen heb ik hem aan de kant gezet, ben ik uitgestapt en heb ik die auto op z'n zijkant gezet. Die man zag groen en geel. En ik heb er nooit meer wat van gehoord. Je moest in die tijd geen ruzie met me maken. Zoiets zou ik nu, uiteraard, nooit meer doen."
Wat hij nu wel doet, is zorgen dat anderen net zo van sport genieten als hij dat deed. Dat voelt goed.

Het is te danken aan zijn ouders, benadrukt hij. "Want nog wel mooi was, was tijdens m'n eerste NK powerliften. M'n ouders waren hartstikke trots op me. M'n pa zou die dag foto's maken. Dus lag hij, in z'n nette pak, zelf op de grond om mooie plaatjes te schieten. Bleek er achteraf geen rolletje in die camera te zitten, haha. Maar dat m'n pa in z'n pak voor me op de grond lag, vond ik een hele eer."