Piet Reedijk: ‘Ik haalde de voorpagina van De Telegraaf, maar had wel drie rugwervels gebroken.’
Piet Reedijk: ‘Ik haalde de voorpagina van De Telegraaf, maar had wel drie rugwervels gebroken.’ Foto:

Oud-waterpoloër Piet Reedijk blikt terug

DELFT – Wekelijks blikt Delft op Zondag met oud-sporters terug op hun gloriejaren. Deze week deel 5 met oud-waterpoloër en -international Piet Reedijk (66).

Door: Marc Schapers

Kort en goed: sport staat centraal in het leven van Piet Reedijk. Niet alleen in zijn professionele leven: hij was onder meer gymnastiekleraar, werkte bij het TU Sportcentrum, was jarenlang hockeycoach en eindigde zijn loopbaan als directeur van Sportfondsen Delft. Maar ook in zijn 'vrije tijd' als sportman: hij was tennisser, basketballer en hockeyer, maar bovenal waterpoloër. In de periode 1969-1973 kwam hij 60 keer(!) uit voor het Nederlands waterpoloteam. "Ik was een jaar op zeven/acht toen Fred van der Zwan me zag zwemmen. Hij vond dat ik talent had en me vroeg of ik naar DZV wilde komen. Ik heb ook gezwommen, maar heen en weer zwemmen in een betonnen bak trok me veel minder dan waterpolo. Dus daar heb ik uiteindelijk voor gekozen. We hadden bij DZV een geweldig jeugdteam. Al vrij snel werd ik geselecteerd voor het Nederlands jeugdwaterpoloteam en heb in totaal zo'n 40 jeugdinterlands gespeeld."

München 1972
Ook als senior heeft Reedijk imposante carrière. Hij speelt lange tijd voor het eerste van DZV, maakt de overstap naar Zian en keert na drie jaar terug naar het oude nest. Hij haalt 60 caps en maakt deel uit van het Nederlands waterpoloteam, dat deelneemt aan de Olympische Spelen van München in 1972. "Ik heb alles van dichtbij meegemaakt. Maar in München bleek dat ik overtraind was. Helaas heb ik daarom geen wedstrijden gespeeld".
In 1973 eindigt zijn interlandcarrière. Een jaar later tijdens het hoogtepunt van de koude oorlog neemt hij deel aan de Universiade in Moskou, een soort olympische spelen voor studenten. "De druk was natuurlijk minder groot dan bij het Nederlands team, het niveau was wat lager. We waren met zo'n 7000 mensen ondergebracht in een gebouw van 40 verdiepingen. Ik heb vijf weken rijst, doperwten en een ondefinieerbare leverachtige substantie moeten eten. Strikt genomen was het niet te eten. We kregen een rijksdaalder zakgeld en als we de stad ingingen, kregen we een 'oppasser' mee. Het spel was dan natuurlijk die kerel proberen af te schudden. Dus dan gingen vier ons naar links en vier sloegen rechtsaf, en later daarna twee naar links en twee naar rechts. Net zo lang tot we hem kwijt waren. In de prachtige ondergrondse van Moskou lukte dat uiteindelijk. Ik hoop niet dat die arme man daar nog last mee heeft gekregen."
Reedijk speelde in zijn waterpolo-carrière veel tegen Oost-Duitsers, destijds een waterpololand bij uitstek. "Met weinig prettige herinneringen overigens. Het waren gemene, boomlange kerels die stijf stonden van de anabolen en elke smerige truc tot in de finesses beheersten. En natuurlijk beresterk. Ze kwamen makkelijk 15 seconden tot hun zwembroek uit het water, wij hoogstens 5. Toch is waterpolo in het algemeen geen gemene sport. Ik zeg weleens: 'waterpolo is zwemmen met een man op je rug'."

Gebroken rug
In 1975 op de terugweg na een uitwedstrijd in Utrecht krijgt Reedijk een zwaar auto-ongeluk. Hij en teamgenoot Jan-Evert Veer houden allebei een gebroken rug over aan het ongeval. "We reden met z'n drieën in een Renaultje vijf. De vrouw van Jan-Evert reed, we schoten een talud af en moesten bevrijd worden uit de auto. Er stond op maandag een mooie foto van ons in een ziekenhuisbed op de voorpagina van de Telegraaf, maar ik had wel drie wervels gebroken."
In die periode studeerde hij aan de Haagse Academie voor Lichamelijke Opvoeding. "Toen na mijn ontslag uit ziekenhuis terugkwam op school had iedereen zich verzameld in de hal en kreeg ik een staande ovatie. Zoiets raakt je natuurlijk enorm." Na zijn revalidatie weet hij bovendien terug te keren in de Hoofdklasse. "In 1976 werden landskampioen en dat betekende dat we aan de Europacup mochten deelnemen." Daarin blijkt na een verbeten strijd CSKA Moskou uiteindelijk te sterk, uitslag: 7 – 6.
Het waterpolo is volgens Reedijk in de loop van de jaren nogal veranderd en niet geheel ten goede. "Het spel was in mijn tijd bewegelijker. Men vond echter dat de sport attractiever moest worden, maar de verandering van de regels heeft ertoe geleid, dat we nu naar een soort handbal of rugby in het water zitten te kijken. Iedereen ligt in de zone. De aanvallende partij probeert een overtalsituatie te creëren, vaak door een overtreding uit te lokken. Vroeger was het misschien simpeler, maar ook veel amusanter en spannender."