Leen Drevijn typeert zichzelf vooral als een harde werker op het veld.
Leen Drevijn typeert zichzelf vooral als een harde werker op het veld. "Leg een bal op de doellijn, ik weet hem er nog overheen te schieten." (foto: Roel van Dorsten) Foto: Roel van Dorsten

Hoe gaat het met Leen Drevijn?

DELFT - Leen Drevijn (67) schopte het één keer bijna tot de hoofdmacht van DHC, maar kon ook in de lagere elftallen genieten van het voetbal.

Drevijn begon al als jonge jongen bij DHC. "Ik woonde bij Harry van Veen in de buurt en hij nam me mee naar DHC. Daar speelde ik in de hoogste jeugdelftallen met onder anderen Koen Heijsteeg, Rob en Eugene Dijkgraag en Aad de Bruin."

- Hoe verliep de overstap naar de senioren?
"Ik begon in het derde waar Dick Bavelaar en Joop Fluit speelden. Dat was fantastisch als jonge jongen. Later hadden we met Frans van Straaten, Piet de Vries en Koos Ham een geweldig elftal. Rond mijn zesentwintigste kwam ik bij het tweede. Dat was op zich al knap, want in die tijd was er zoveel talent. Het was prachtig om daar tussen te mogen staan."
- Heb je in het eerste gespeeld?
"Nee, ik heb er één keer op de bank mogen plaatsnemen in een wedstrijd tegen RKAVV. Mijn teamgenoten zeiden: 'Wat gebeurt, gebeurt; Jij valt in.' Helaas kwamen ze, door een onhandige vrije trap weg te geven, achter te staan, waardoor meneer Haak mij niet meer inbracht."

- Heb je er ooit aan gedacht om te vertrekken?
"Ben je gek? Er speelden daar zulke fantastische voetballers, dat ik me er op de trainingen en op het veld aan stond te vergapen. Ikzelf moest het vooral van mijn inzet hebben; leg de bal op de doellijn en ik schiet hem er nog naast. De kans was groot dat als je binnen Delft van club zou wisselen, je sowieso in het eerste zou komen. Ik heb daar nooit over nagedacht. DHC was mijn club."

- Hoe was de sfeer?
"Heel erg goed. Na de training bleven we hangen en we gingen zelden voor drieën richting huis. Daarnaast was er natuurlijk de standaard kleedkamerhumor. Trainer Peter van der Helm zorgde voor een goede sfeer. Niet alleen het eerste deed het goed, ook het tweede, derde en vierde werden regelmatig kampioen."

- Wanneer stopte je?
"Op mijn achtendertigste speelde ik nog in het vierde. Daarna ben ik gestopt. Peter van der Helm werd trainer bij BEC en ik ging met hem mee als assistent. Veel mensen snapten die stap niet, maar we hebben er een geweldige tijd gehad. Het is altijd leuk om eens ergens anders in de keuken te kijken."

- Hoe volg je het voetbal nu nog?
"Als DHC thuis speelt, ga ik meestal wel kijken. Daarnaast volg ik de verrichtingen van alle andere regioclubs via de krant. Het mooie is dat ik aan deze club vriendschappen voor het leven heb overgehouden. Dat vind ik nog steeds heel bijzonder."